Mede is een alcoholische drank die gemaakt wordt door honing en water te laten vergisten. Ooit was het de belangrijkste alcoholische drank, tot het van zijn plaats verdrongen werd door bier en wijn. De laatste jaren maakt mede – in ieder geval in Nederland – een verrassende comeback als verbroederende festivaldrank op festivals zoals Castlefest en Elfia.
Mede van Kvasir
Vooral in de Scandinavische mythologie heeft de mede een prominente plaats als drank die inspiratie en wijsheid kan geven. In de IJslandse Edda vinden we twee versies over het ontstaan van de mede als Godendrank. In één verhaal wordt verteld hoe twee godenrassen – de Asen en de Wanen – na een langgerekte en onbesliste oorlog, vrede sloten. Zij verzoenden zich met elkaar door elk om de beurt in een vat te spugen. Uit dit speeksel werd Kvasir gevormd. Deze was de meest wijze man op aarde, maar zijn leven was kort. Hij werd vermoord door twee dwergen die zijn bloed verzamelden in twee vaten; Bodn en Son en één ketel Odroerir. Dit laatste betekent ‘gister der geest of opwekker tot extase’. Ze mengden dit met honing en zo veranderde het bloed in mede. Dit werd de mede der dichtkunst. Wie van deze mede heeft gedronken wordt een dichter of een geleerde. De dichtkunst wordt daarom wel ‘bloed van Kvasir’ genoemd. Na enkele avonturen kwam de mede in bezit van de reus Suttung (Zwalker of Zuiper). Die liet het door zijn dochter Gunnlod (Krijgsonthaal) in het diepst van een berg bewaken. Odin wist in de vorm van een slang de berg binnen te dringen. Daarna bedreef hij drie nachten de liefde met Gunnlod en kreeg als dank drie slokken van de kostbare mede. In drie teugen ledigde hij de twee vaten en de ketel en vluchtte als adelaar uit de berg. Hij werd achterna gezeten door Suttung en verloor zo in zijn haast een beetje mede dat hij uitspuugde of zelfs uit plaste. Degenen die hiervan drinken zijn de rijmelaars. Werkelijke dichters en de Goden zelf drinken van de mede die Odin veilig naar Asgaard wist te brengen. Sindsdien is het de drank van Odin, die hij alleen aan zijn gunstelingen schenkt. (1)
Mede van Heidrun
Het tweede verhaal over mede in de Edda is beduidend korter. Hier wordt gezegd dat er op het dak van Walhalla een geit staat genaamd Heidrun (bezitter van een heerlijk geheim). Deze geit eet de schors van de boom ‘Laeradr’. Uit haar spenen vloeit genoeg mede om elke dag een vat te vullen. Daarmee kunnen de Einherjar – de uitverkorenen van Odin – zich elke dag volledig bedrinken. Waarschijnlijk is Laeradr een andere naam voor de wereldboom Yggdrasil. In de Volüspa wordt deze ook wel de ‘Mjötvidr’ (medeboom) genoemd en van zijn takken zou honingdauw druppen. Zo is mede ook de drank van de krijgers. Echter niet gewone krijgers, maar krijgers die in extase kunnen geraken en gewijd zijn aan hun god Odin. Ook de naam Gunnlod van de reuzin die Odin ontmoet tijdens zijn roof van de mede, duidt meer op de extase van de strijd. Zij heet ‘krijgsonthaal’ of ‘die tot krijg uitnodigt’. Een naam die beter past bij een Walkure dan bij een reuzin. Een dergelijke Walkure die een krijger verwelkomt met een hoorn vol mede is te zien op een aantal gedenkstenen uit Gotland. (2)
Mede van Mimir
De mede geeft de dichter inspiratie, de krijger moed, maar ook maakt het de geleerde tot een wijs man. De associatie met wijsheid blijkt uit de Völuspa strofe 28 waar staat dat Mimir de mede drinkt uit ‘Walvaders pand’ oftewel uit het oog van Odin. Odin had dit oog geofferd voor een slok uit de wijsheidsbron van Mimir. Sindsdien werd zijn oog in de bron verborgen. Mimir zelf is de meest wijze Ase. Zijn naam is verwant aan mummelen, mijmeren en memorie. Toen Odin – na zijn hangoffer – de runen ontdekte, kreeg hij ook een dronk mede. Hij werd ‘besprenkeld met Odroerir, ‘de gister der geest’. Mogelijk hielp de mede Odin om zijn kennis van de runen te onthouden. In het Edda-gedicht Sigrdrifumal staat namelijk dat de runen door Odin werden bedacht door de vloeistof die druppelsgewijs sijpelde uit de schedel van de Helderdruipende of uit de hoorn van Gouddruppelaar. Beide keren wordt Mimir met zijn mede bedoeld. Bijzonder is dat het woord runen verwant is aan ‘raunen’, wat ook weer mummelen of mompelen betekent. Hiermee kan ook bedoeld zijn dat de geïnspireerde dichter onder invloed van de mede of een andere cultische drank, begint te dichten zoals een Pythische priesteres van het orakel van Delphi begint te orakelen. Het zal voor een oningewijd persoon onbegrijpelijk zijn, alsof hij maar wat murmelt, maar voor de goede verstaander is het pure wijsheid! Deze wijsheid is helderziendheid, hij kan voorbij de verschijnselen in het diepe, in de bron kijken. Het hoofd van Mimir werd door de Wanen afgehakt, maar door Odin in leven gehouden, zodat deze zijn wijsheid met hem kon blijven delen. Het heeft er in dit gedicht veel van dat Odin de mede drinkt uit de schedel van Mimir, terwijl daarvòòr Mimir nog de mede dronk uit Odins oog! (3)
Spuug, plas en vliegenzwam
Een andere bijzonderheid is de verwantschap tussen Kvasir en ‘kvas’; de naam van het nationale drankje van de Tataren. Dit drankje wordt gemaakt van brood en mout. De Tataren hadden een gebruik waarbij elke gast werd gevraagd om in een bak te spuwen. Het speeksel kon zo de vergisting van de kvas bespoedigen. Dit doet sterk denken aan het vredesritueel van de Asen en Wanen! Ook hier zal Kvasir ontstaan zijn uit de vergisting van de drank. Kvas is etymologisch verwant aan ‘squash’. ‘het sap er uit persen’. Dat is exact wat er met Kvasir gebeurd is. (4)
In diverse speculatieve theorieën wordt beweerd dat de oorspronkelijke cultische drank van de Indo-Europese volkeren gemaakt was van het uitgeperste sap van de vliegenzwam. Later zou die functie overgenomen zijn door de mede (en nog later door bier of wijn). In een verhaal uit de Oostenrijkse folklore wordt vermeld dat de vliegenzwammen zijn ontstaan uit het speeksel van het paard van Wodan, tijdens zijn rondgang in de midwinter. Dit zou een verre echo kunnen zijn van dit cultische gebruik. Als je dan weer kijkt naar het uitplassen van een beetje mede [het zogenaamde ‘rijmelaarsdeel] – wat Odin tijdens zijn vlucht overkwam -, dan correspondeert dit sterk met het gebruik bij de Siberische sjamanen om hun leerlingen te laten drinken van hun urine. Als zij in trance waren gegaan met behulp van vliegenzwammen, dan zat het werkzame bestanddeel nog in hun urine. De leerlingen mochten dit gebruiken voor hun trance-reis. (5)
Dranken van de Goden: Soma, Haoma en nectar
De mede is ook te vergelijken met de nectar en ambrozijn van de Grieken, met de Soma van de Indiërs en met de Haoma van de Perzen. Alle drie zijn dit onsterfelijkheidsdranken. Van al deze mythische dranken wordt beweerd dat ze gemaakt werden van de vliegenzwam. Het is echter net zo waarschijnlijk dat ze van honing werden gemaakt en vergist. Uit de somaplant werd de offerdrank ‘madhu’ bereid. De wijn, waardoor de aanhangers van Dionysos in extase geraakten, wordt in het Grieks ‘methu’ genoemd. Dit is een aanwijzing dat de gebruikte drank oorspronkelijk mede was in plaats van wijn.
De mede was – zoals we zagen – in de Noordse mythologie verpersoonlijkt in de man-god Kvasir. Zijn naam betekent mogelijk gegiste drank, wat hem met de mede vereenzelvigt. Ook de godendranken Soma en Haoma waren God en drank tegelijkertijd! Net zoals Odin als adelaar wegvlucht na het roven van de mede, gaat er in de Indische mythologie Indra er in de vorm van een valk vandoor met de drank Soma. In een andere versie stuurt hij er een adelaar op af. Interessant hierin is dat de mede van wijsheid en dichtkunst ontstaat door het samenvoegen van iets essentieels (het speeksel) van aarde- en hemelgoden. De drank wordt door kwade lieden verduisterd en vervolgens weer terug gevonden door een God die zich eerst in een slang (aarde), en vervolgens in een adelaar (hemel/lucht) verandert. Opnieuw worden zo de tegengestelden van hemel en aarde samen gebracht. Mede werd de drank van dichters, krijgers en wijzen. Een drank die hen in extase of tot inspiratie kon brengen om daarmee de onsterfelijkheid te beërven. (6)
Zeker de mede, maar ook wijn en bier werden wel gezien als vergeestelijkt vocht. Vandaar de naam ‘spiritualiën, of ‘spirits’ in het Engels voor alcoholhoudende drank. In de alchemie is het salomonszegel het teken voor alcohol. Ook dit is niet vreemd, alcohol zou ontstaan door het vermengen van het vrouwelijke water (opgaande driehoek) met het mannelijke vuur (neergaande driehoek). Door het vermengen van de neergaande met de opgaande driehoek ontstaat er een heilige tussenruimte gevuld met ‘geest’. Door dit proces kon de alcohol (of een andere entheogeen) een rol spelen in cultische rituelen om mee te helpen aan het doen ontstaan van een extatische toestand. Door het drinken van de vloeistof kon de geest of God in je komen. Wat de mede betreft is dit de geest van Kvasir, Mimir of Odin. (7)
Conclusie: Inspiratie, enthousiasme en extase
Ooit was er geen drank voor nodig, zelfs geen paddenstoel, om in extase en uit je lichaam te geraken. De staat van egoloosheid was nog relatief makkelijk te bereiken. Later waren er hulpmiddelen nodig zoals de vliegenzwam, mede, heksenzalf en nog later bier en wijn. Die mede is te zien als de benzine van de extaticus, hiermee kan hij reizen. Zo kan hij toch zijn beperkte ik – zij het tijdelijk – loslaten. Extase is een Grieks woord dat staat voor verrukking of geest-vervoering. Dat wil zeggen een verrukking uit het lichaam en een vervoering van de geest naar een andere zijnstoestand en een andere wereld. Het vervoermiddel van de extatische god Odin in de Noordse mythologie is de boom Yggdrasil of het paard Sleipnir. De honing of de mede druipt van de boom, het paard schuimbekt en de extase is in gang gebracht. Ook zijn volgelingen brachten zichzelf in extase.
Door zich te vereenzelvigen met een hogere entiteit blijft het kleine ik achter in het fysieke lichaam. Dit is de werkelijke geest in de fles. Het ego kan zich niet losmaken, die zit gevangen in het materiële omhulsel, het lic-haam oftewel het lijkenhemd. Tegelijk stapt de God die je zelf bent in het voertuig dat je naar andere werelden kan brengen. Dat is het enthousiasme, een woord dat komt van het Griekse ‘entheos’; de god in zich hebbend. Die grote geest reist – zij het tijdelijk – met behulp van de ‘spirit’ van de mede, naar een andere dimensie tot de ‘benzine’ op is. Als de werking van de drank voorbij is zal de extaticus onherroepelijk in het pijnlijke, stoffelijke lichaam terug worden getrokken. Dit heeft meestal een kater tot gevolg. Hoe groter het ego, hoe groter ook de kater. De kater zal wegblijven als het proces van identificatie met de Grote Geest (het enthousiasme) en tegelijk het uit je lijf treden (extase) zo volledig mogelijk is geweest. Zodra de ontnuchtering volgt lijkt die God een vreemde gast, en de roes een vorm van bezetenheid te zijn geweest. (8)
In ons spreekwoord ‘als de drank is in de man, is de wijsheid in de kan’ krijgen we de boodschap mee dat we in dronkenschap onze wijsheid en helder oordeelsvermogen verliezen. Dat is enerzijds waar, maar in het cultische gebruik gebeurt er eigenlijk het omgekeerde: de meest wijze god Kvasir of Mimir wordt samen met de drank ingenomen en wordt deel van ons! Met het mijmeren van Mimir komt de herinnering terug van ons vroegere verblijf in de geestenwereld. Dit is de herinnering aan een Gouden tijdperk waar vrede heerste en ieder zich verbonden met elkaar voelde. Iets van die staat is ook in profane dronkenschap te vinden. De dichter wil hiervan verhalen, wil deze ervaring in woorden (runen) vastleggen. Meestal faalt hij hierin, of wordt hij niet begrepen. Het zijn de ‘poètes maudits’, de gedoemde dichters, die de geest in de fles (met alcohol) zochten, maar deze niet wisten over te brengen aan hun tijdgenoten.
Nog steeds verwachten we dat inspiratie ons binnen valt, en een goed idee kan ons te binnen schieten. Dit duidt erop dat we verwachten dat er nog steeds partikeltjes van die mede in de lucht rond zweven wachtend op de juiste open geest om daar onverwachts ‘als een bliksemschicht of een donderslag’ binnen te vallen. Als dit gebeurt kunnen we dichten, kunnen we betekenis in enkele woorden verdichten, zodat een diep gelaagd gedicht ontstaat.
Abe van der Veen
Noten
1) Snorri Sturluson – Edda (Skaldskaparmal 3)
2) Snorri Sturluson – Edda (Gylfaginning 39)
Poëtische Edda (Volüspa 2)
3) Poëtische Edda (Havamal 140)
Aat van Gilst – De eeuwige ordening p. 120-121
Veel sites melden dat dit drinken uit de schedel van een verslagen vijand onderdeel bleef van de Vikingcultuur. Bij het proosten werd de schedel hoog geheven met de kreet ‘skoll’ oftewel schedel. Ik heb dit niet kunnen verifiëren. Ook in ons woord kop, zijn beide betekenissen nog te lezen.
4) Van Gilst p.129 Dit doet me ook sterk denken aan de ‘handslag’: je spuugt in je handen en geeft elkaar daarna de hand en komt zo tot een akkoord..
Er is ook een Nederlands drankje genaamd kwast! We kregen dat soms na het schaatsen om weer warm te worden. Het is een warm drankje gemaakt van water, citroen, en natuurlijk honing!
5) Mircea Eliade – Shamanism
Lemaire p. 103 en 31
6) Ton Lemaire – Godenspijs of duivelsbrood p. 44-50
http://www.ladyoftheearth.com/lessons/soma.txt
http://www.pantheon.org/articles/s/soma.html
http://en.wikipedia.org/wiki/Ambrosia
Over soma en ambrozijn is zoveel te zeggen daar kan ik een ander blog mee vullen. De ambrozijn wordt niet als een god gezien, maar de wijze tovenaar Merlijn heeft wel als tweede naam Ambrosius.
7) An entheogen (“generating the divine within”) is a psychoactive substance used in a religious, shamanic, or spiritual context. Alchohol was believed to be made of literal spirits. The very adept Greeks realized that alchohol evaporated rapidly and figured that it did so because it was getting up and going somewhere else. It comes from the alchemists. They regarded distillation as extracting the spirit of the substance, in the sense of the essence or animating principal. Because it came out as invisible vapor, it was regarded as a higher state than the physical substance from which it was extracted.
8) Enthousiasme: ‘door de godheid geïnspireerde persoon’ Komt uit het Grieks enthousiastḗs, een afleiding bij het werkwoord enthousiázein ‘in goddelijke vervoering zijn’, afleiding van het bn. éntheos ‘god in zich hebbend’. In het Grieks duidde enthousiasmós oorspr. een situatie aan waarin de menselijke geest is doordrongen van het Heilige. Hierin zit het woordje ‘en‘ [in} en theos [god]. net als in het woord energie, betekent het en ‘in zich hebbend’. (bij energie, is het ‘ergon’ oftewel ‘werk’ of de ‘zich openbarende kracht’ in zich hebbend..) Vanuit het Christendom stond het voor een extatische verering van God, en uiteindelijk werd het vanaf de negentiende eeuw een aanduiding voor ‘geestdrift’.
Inspiratie: komt van het Latijn in [in] + spirare [blazen], een inblazing of ingeving. Dit is niet zomaar een inblazing, maar die van de ‘spiritus’. Dit woord staat in het Latijn tegelijk voor de ademhaling als voor de geest of ziel. De verwantschap tussen adem en geest vindt je bv. in de gedachte dat men met zijn laatste levensadem ook zijn ziel of geest uitblaast en in het idee dat de ziel het lichaam onvrijwillig zou kunnen verlaten tijdens hardop niezen! Vandaar moet een nies ook altijd bedekt worden door de hand en de geest beschermd worden hiervoor door ‘bless you’ of ‘gezondheid’ te zeggen! In christelijke termen is het de inwerking van Gods geest op het menselijke gemoed.
Idee: Uit het Latijn idea ‘begrip, volmaakt grondbeeld van onze wereld volgens de ‘ideeënleer’ van Plato’ < Grieks idéā ‘aanblik, geestelijke voorstelling’ van het werkwoord ideĩn ‘ontwaren’, oorspronkelijk de infinitief van eidénai ‘weten, begrijpen’. Hier gaat het dan om innerlijk weten. Het Griekse idea betekend o.a. aanblik, uiterlijk, gestalte, soort, wezen, idee en begrip en komt van idein [zien]. Verwant met ‘idool’ wat teruggaat op het Griekse eídōlon ‘schim, beeld, afgodsbeeld’, afgeleid van eĩdos ‘vorm, gedaante. Mogelijkerwijs komt dit innerlijk weten voort uit i-dea, de godin in zich hebbend..
Extase: Komt van het Griekse ekstatikós ‘buiten zichzelf’. latijn exstasis [geestvervoering] < grieks ekstasis [het weggaan, verwijdering, verstandsverbijstering, diepe ontroering], van ex [uit, naar buiten] + histamai [ik ga staan]. Het is geestvervoering, dus zijn geest wordt weggevoerd. Het is een verrukte stemming, die iemand geheel aan de waarneming van of de gedachte aan het alledaagse onttrekt.
http://www.etymologiebank.nl/zoek
Het woord alcohol zou afgeleid zijn van het Arabische al ghul dat geest betekent.
In Suriname werd met bepaalde gelegenheden veel bier ingenomen door boslandcreolen die in trance raakten en dan door het vuur dansten op het ritme van de apinti (drum). Ook dat laatste alleen al kon tot een trance leiden. In Indonesie gebeurde het met de Jerang kepang, een paardendans met een soort stokpaardjes waarbij glas verkouwd werd (zonder verwondingen op te lopen) en rauwe haver gegeten werd. Men dronk Arak, dat ook een Arabisch woord is.
Het geestrijk vocht zorgde bij sommigen voor een verschuiving in bewustzijn. Dat zal met de Noordse en de Keltische krijgers ook gebeurd zijn. Zij werden ongevoelig voor verwondingen zoals de Indiaase fakiers of de Islamitische adepten.Als alles goed ging bleven er ook geen wonden achter. Tijdens de opiumoorlogen meenden de Chinese krijgers ook nog dat ze zich ongevoelig voor kogels konden maken.
Het is m.i. het werken met levenskracht al dan niet op astraal vlak, waardoor de mens fysiek tot meer in staat is dan normaal.We zien het in een bepaalde vorm ook terug bij de nieuwe tovenaars van Don Juan in de boeken van Castaneda. Het ontwikkelen van het mentaal aspect maakt dat de mens in zijn hoofd gaat zitten, en dus ook beperkt wordt in zijn denken.Het verstand kan niet alles begrijpen en kent dus ook geen wijsheid meer. Alleen het tastbare is dan reeel en daar wordt in geloofd als enige waarheid.