Warning: Constant WP_CRON_LOCK_TIMEOUT already defined in /mnt/web617/a0/52/524175852/htdocs/STRATO-apps/wordpress_02/app/wp-config.php on line 109 Symboliek in de kunst - Abe de Verteller https://www.abedeverteller.nl De verhalenverteller Wed, 23 Oct 2024 20:47:53 +0000 en-US hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.6.2 Groene Mannen van Nederland https://www.abedeverteller.nl/groene-mannen-van-nederland/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=groene-mannen-van-nederland https://www.abedeverteller.nl/groene-mannen-van-nederland/#respond Wed, 20 Dec 2023 16:42:50 +0000 https://www.abedeverteller.nl/?p=10531

Op deze pagina probeer ik alle ornamenten van Groene Mannen op en in gebouwen in Nederland te verzamelen. Dat zijn er nu al in totaal 885! De Groene Man is een ornament in de vorm van een gezicht dat -deels – gemaakt is van bladeren, of een gezicht waar bladeren uit de mond (of soms oren, neus en ogen) stromen. De Groene Man als ornament vinden we het eerst in de tweede eeuw n.o.j. in diverse tempels van het Romeinse Rijk. Later is het ornament opgenomen in de architectuur van vooral de Gotiek en de Renaissance. Hij wordt tegenwoordig gezien als hèt symbool voor de verbinding van de mens met de natuur.
Hieronder vindt je Groene Mannen uit vele Nederlandse steden op alfabetische volgorde. Je kan ook kiezen per stad.
De twintig steden met de meeste Groene mannen zijn: 1 Amsterdam 142, 2 Den Haag 90, 3 Haarlem 73, 4 Rotterdam 55, 5 Utrecht 47, 6 Leiden 41, 7 Breda 29 8 Groningen 25, 9 Nijmegen 25, 10 Zutphen 22, 11 Den Bosch 22 12 Zwolle 20, 13 Deventer 20, 14 Amersfoort 19, 15 Leeuwarden 19 16 Gouda 18, 17 Delft 17 18 Dordrecht 14 19 Roermond 12 20 Maastricht 11

Wil je meer weten over de Groene Man? Lees dan dit door mij geschreven artikel: De betekenis van de Groene Man of word lid van de FB-groep de Groene Man in Nederland. In mijn boek ‘De kracht van symbolen’ behandel ik naast vele andere symbolen ook de Groene Man in een uitgebreid hoofdstuk.

Als je wilt kan je me foto’s van Groene Mannen in Nederland toesturen. In dat geval graag een close up en er moet echt blad te zien zijn dat uit het gezicht komt of onderdeel van het gezicht is. Graag ook het adres van de vindplaats.

 

 

Klik op de stad die je wilt zien of op ‘alle’ en vervolgens op ‘search’ en ontdek alle Groene mannen van Nederland! (Dit kan enkele seconden duren door de vele plaatjes.) Als je dubbelklikt op de foto kan je hem haarscherp bewonderen.

De dertien bouwwerken met de meeste Groene Mannen zijn:
1 Rijksmuseum – Amsterdam 54
2 Centraal station – Amsterdam 25
3 Het oude Ministerie van Justitie, Plein 2 – Den Haag 24
4 Walburgiskerk – Zutphen 17
5 Stevenskerk – Nijmegen 15
6 Grote Kerk – Breda 14
7 Academiegebouw – Utrecht 12
8 Kasteel de Haar (incl. tuin) – Haarzuilens 12
9 Grote Kerkstraat 13 – Roermond 10
10 Sint-Janskathedraal – Den Bosch 10
11 St. Vituskerk – Naarden 9
12 Pieterskerk – Utrecht 8
13 Bezuidenhoutseweg 3 – Den Haag 8
14 Stadhuis – Franeker 8


Gallery

Missing Attachment Missing Attachment Missing Attachment Missing Attachment Missing Attachment Missing Attachment Missing Attachment Missing Attachment Missing Attachment Missing Attachment Missing Attachment Missing Attachment Missing Attachment Missing Attachment Missing Attachment Missing Attachment Missing Attachment Missing Attachment Missing Attachment

The post Groene Mannen van Nederland first appeared on Abe de Verteller.

]]>
https://www.abedeverteller.nl/groene-mannen-van-nederland/feed/ 0
De vijftig meest fantastische schilderijen https://www.abedeverteller.nl/de-vijftig-meest-fantastische-schilderijen/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=de-vijftig-meest-fantastische-schilderijen Sun, 12 Apr 2020 13:50:48 +0000 https://www.abedeverteller.nl/?page_id=7182 Dit...

The post De vijftig meest fantastische schilderijen first appeared on Abe de Verteller.

]]>
Dit is mijn persoonlijke top vijftig van schilderijen en andere kunstwerken uit het genre van de ‘fantastische’ kunst uit de periode 1200-1800. Ik laat je eerst het hele schilderij zien en daarna een detail omdat in dit genre het plezier juist zit in de vele lugubere, macabere, groteske, weerzinwekkende, dubieuze en verontrustende details.

1 De tuin der lusten – Jeroen Bosch 1480-1490

2 De val van de opstandige engelen – Pieter Bruegel 1562

3 De verzoeking van de heilige Anthonius – Jeroen Bosch ca. 1501

 

4 Heksenbijeenkomst – Frans Francken II 1607

5 De dulle Griet – Pieter Brueghel 1563

6 Triomf van de deugden – Andrea Mantegna 1502

7 Verleiding van sint Anthonius (deel van het Isenheimer altaar) – Matthias Grünewald 1510

8 Heksensabbat – Hans Baldung Grien 1514

9 Ridder, dood en duivel – Albrecht Dürer  1513

10 Het laatste oordeel (Camposanto Pisa) – Buonamicco Bufalmacco 1320-1336

11 Heksen – Francisco de Goya 1797

12 Het laatste oordeel (Dom van Florence) – Vasari en Zucchari 16e eeuw
Het fresco is te groot om in zijn geheel te laten zien.

13 De triomf van de dood – Pieter Bruegel 1562

14 Saul bij de heks van Endor – Jacob van Oostsanen 1526

15 Demonen pijnigen sint Anthonius – Niklaus Manuel Deutsch 1520

16 Het laatste oordeel (Petroniusbasiliek Bologna) – Giovanni de Modena 1410

 

17 Heksensabbat – Hans Baldung Grien 1510

18 Polyptiek visioenen van het hiernamaals  – Jeroen Bosch 1505-1515

19 Heks en draak – Hans Baldung Grien 1515

20 De dood als soldaat omarmt een meisje – Niklaus Manuel Deutsch 1517

21 Heksen tijdens hun bezweringen – Salvator Rosa 1646

 

22 Kruisiging en afdaling van Christus in de hel – Meester van Dreux Budé ca. 1490

23 Heksensabbat – Francisco de Goya 1797

24 Verdoemden in de hel – Luca Signorelli 1499-1502

25 Twee heksen – Hans Baldung Grien 1523

26 De marteling van sint Anthonius – Michelangelo Buonarotti 1487 – 1488

27 Het laatste oordeel – Giotto 1303

28 Sint Joris en de draak – Raphaël 1504

29 Het laatste oordeel – Jeroen Bosch ca. 1482

30 Heksenkeuken – Frans Francken II 1610

31 Het laatste oordeel – Jan van Eyck 1440

32 Heks rijdend op een fallus – Parmigianino 1530-1540

33 Verleiding van sint Anthonius – Joos van Craesbeeck ca. 1650

34 Het laatste oordeel (fresco San Gimignano) – Taddeo di Bartolo 1393- 1396

35 Lucifer in de hel (Les tres riches heures de duc Berry) – Gebroeders van Lymborch 1410-1416

 

 

36 Het laatste oordeel – Hans Memling 1466-1473

37 Judas de gehangene – Giovanni Canavesio 1492

37 Jacobus bij de tovenaar – Pieter Bruegel 1565

38 Christus in het voorgeborchte  – Jan Brueghel en Hans Rottenhammer 1597

39 Verzoeking van de heilige Anthonius – Cornelius Saftleven ca 1629

40 Heksenkeuken – Jacques de Gheyn II 1608

41 Capricho no. 69 ‘Sopla’ – Goya 1798

42 Dood en duivel verrassen twee meisjes – Daniel Hopfer ca. 1515

43 Hekserij onder de galg – David Teniers ca. 1650

 

44 Sint Joris en de draak – Paolo Ucello ca. 1470

45 Het laatste oordeel en de zeven hoofdzonden – Jacob van Swanenburg 1610 -1638

46 De verzoeking van de heilige Anthonius – Maerten de Vos 1594

47 Vertrek voor de sabbat – David II Teniers ca. 1645

48 ‘Gib Frid’ (Laat me gaan) – Daniel Hopfer 1500-1536

49 De duivel toont sint Augustinus het boek van de laster (vleugelzijde van het Kirchenväteraltar) – Michael Pacher 1471-1475

50 De helleveeg – David Rijckaert III 1636-1661

 

The post De vijftig meest fantastische schilderijen first appeared on Abe de Verteller.

]]>
De fascinatie voor de fallus: Fallische goden en amuletten in de Romeinse tijd https://www.abedeverteller.nl/de-fascinatie-voor-de-fallus-fallische-goden-en-amuletten-in-de-romeinse-tijd/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=de-fascinatie-voor-de-fallus-fallische-goden-en-amuletten-in-de-romeinse-tijd https://www.abedeverteller.nl/de-fascinatie-voor-de-fallus-fallische-goden-en-amuletten-in-de-romeinse-tijd/#comments Fri, 22 Feb 2019 10:36:54 +0000 https://www.abedeverteller.nl/?p=6576 In...

The post De fascinatie voor de fallus: Fallische goden en amuletten in de Romeinse tijd first appeared on Abe de Verteller.

]]>
In onze gepornoficeerde samenleving is het waarschijnlijk moeilijk om zich nog voor te stellen dat een penis in erectie ook een niet-erotische betekenis kan hebben. Dat hij beschermend, betoverend en zelfs goddelijk kan zijn. Toch is dat – naast zijn connotatie met vruchtbaarheid en erotiek – precies hoe die in het oude Rome werd gezien.

De fallus werd er ontelbare malen afgebeeld en hij werd als een god vereerd. Nu komt dit in meerdere culturen voor, maar toch steekt de Romeinse cultuur er met kop en schouders boven uit. Alleen al in Pompeï werden zestien fallische plaques op huizen gevonden en nog veel meer fallische amuletten, tintinnabulums en andere voorwerpen in de grond aangetroffen. (1) In mijn onderzoek kwam ik er achter dat er een opvallende connectie bestaat tussen de fallus en het ‘boze oog’. In de apotropaeïsche (magisch afwerende) kracht van de fallus ligt waarschijnlijk de crux van zijn sterke aanwezigheid bij de Romeinen.

Fallische goden: Fascinus, Liber en Mutunus Tutunus

Een van de namen voor het mannelijke orgaan in erectie bij de Romeinen was fascinum of fascinus. Fascinus is volgens Plinius ook een Romeinse godheid die met name generaals en kinderen beschermde en door de Vestaalse maagden werd aanbeden. Zijn beeld was in de vorm van een fallus en werd bewaard in hun tempel op het Forum Romanum. Hij resideerde op een symbolische wijze in het haardvuur van Vesta. Deze Fascinum populi Romani (fallus van het Romeinse volk) werd door de priesteres onder het rijtuig van een generaal geplaatst tijdens zijn triomftocht door de straten van Rome om hem te beschermen tegen jaloerse blikken die het ‘boze oog’ op hem konden werpen. (2)

Mutinus Titunus (of Mutunus Tutunus) is mogelijk dezelfde godheid. Hij werd in Rome aanbeden tot de eerste eeuw voor Christus. Beide delen van het woord betekenen penis en hij werd waarschijnlijk aanbeden in de vorm van een fallus. Titunus verwijst echter ook naar een soort vogel.

Volgens de christelijke apologeet Arnobius werden jonge maagden vlak voor hun huwelijk naar zijn tempel gebracht om daar ‘Mutunus’ te berijden. Zij moesten gaan zitten op dit ithyphallische beeld ter voorbereiding van het liefdesspel in de huwelijksnacht. (3) (Augustinus noemt deze god Priapus.) Ook werden er tijdens de Romeinse huwelijksceremonie obscene liedjes gezongen die bedoeld waren om het boze oog te weren. Dit heette ‘fescennini’ en komt waarschijnlijk van fascinum.

Tintinnabulum met Mercurius eerste eeuw n.o.j. Pompeï

Een derde Romeinse fallische godheid is Liber (of Liber Pater). Hij verpersoonlijkte de mannelijke vruchtbaarheid en vooral die van al het zaad. Zijn naam zou ‘bevrijding van het zaad’ betekenen. In zijn tempels werd hij oorspronkelijk verbeeld in de vorm van een fallus. Volgens de kerkvader Augustinus werd tijdens de Liberalia (17 maart) deze fallus op een kleine kar geplaatst en in processie naar de heiligdommen bij de kruispunten gebracht. Vervolgens werd er door een matrone op het marktplein een krans of kroon op het beeld geplaatst. Dit ritueel zou zorgen voor vruchtbaarheid, de groei van het zaad en bescherming bieden tegen ‘fascinatus’ oftewel kwade betovering van mens en veld. Dit feest was ook het moment waarin jongens hun ‘bulla’ met beschermende – meestal fallische – amuletten aflegden als teken van volwassenheid. (4)

Priapus: God en vogelverschrikker tegelijk

Priapus-Mercurius eerste eeuw n.o.j. Pompeï

De belangrijkste en bekendste fallische godheid bij de Romeinen is natuurlijk Priapus. Hij wordt meestal afgebeeld als een kleine bebaarde man met een gigantische fallus in erectie. In de mythen wordt hij slechts een paar keer genoemd: hij wou de nimf Lotis aanranden, maar zij werd net op tijd in een lotus veranderd. Ook wou hij Hestia aanranden, maar zij werd wakker door het balken van een ezel en kon zich bijtijds uit de voeten maken. Om de ezel te straffen knuppelde Priapus het arme beest dood met zijn gargantueske fallus. Ezels werden vervolgens te zijner ere geofferd. (Volgens Pseudo-Hyginus zou dit juist zo zijn omdat de God een wedstrijdje met de ezel had gewonnen wie de grootste zou hebben.)
Priapus was een beschermgod van tuinen, begraafplaatsen en reizigers. Zijn fallus zou het ‘boze oog’ afwenden en geluk brengen. Verder bracht de god natuurlijk vruchtbaarheid en potentie. Horatius zegt in zijn satires het volgende over hem: ‘Eens was ik een stobbe vijgenhout. Een timmerman die een stoel of een god wilde maken, maakte mij tot Priapus. Ik ben een heilige schrikgod voor vogels en dieven, mijn sterke rechterhand en de flinke stomp tussen mijn dijen verschrikt de dieven.’ (5)

Priapus eerste eeuw n.o.j. Pompeï

De Priapus op een muurschildering bij de entree van het huis van de Vetti in Pompeï is te zien als geluksbrenger, net als een hoefijzer of een klavertje vier. We zien hoe hij zijn fallus met een weegschaal afweegt tegen een zak gevuld met munten. Daaronder zien we vruchten in schalen. Je kan deduceren dat hoe zwaarder zijn erecte fallus is, hoe groter de oogst of rijkdom van het huis zal zijn. Zijn houten beeld stond in tuinen, bij deurportalen en op viersprongen. Zijn lid werd felrood geverfd en de voorbijganger streelde zijn penis even bij het voorbijgaan voor geluk. Aan zijn beelden werden vaak spreuken opgehangen. Hierin werd gedreigd dat Priapus degene zou verkrachten die de grens van het erf overschreed. In de gedichtenverzameling ‘Carmina Priapeia’ (eerste eeuw n.o.j.) vindt je er een aantal. Ik geef dit voorbeeld: ‘Ik waarschuw je jongen, je zal genaaid worden; meisje, je zal geneukt worden; een derde straf wacht de bebaarde dief. Als een vrouw van me steelt of een man of een jongen, laat de eerste me haar kut geven, de tweede zijn hoofd en de derde zijn billen. Mijn pik zal dwars door het midden van de jongens en de meisjes gaan, maar met bebaarde mannen richt ik op de bovenkant.’
Het heeft ervan dat de afwerende werking van de overdreven grote penis van Priapus zowel in het schrikwekkende als het lachwekkende kan liggen. (6)

De fascinum: amulet tegen het boze oog

Fascinus eerste eeuw n.o.j. Pompeï

Je kan Fascinus of de goddelijke fallus zien als het prototype van de vele amuletten in de vorm van een fallus die er in Rome gedragen werden tegen kwade betovering en dan vooral die van ‘het boze oog’. Al deze amuletten werden ook ‘fascinus’  of ‘fascinum’ genoemd. Zij brachten geluk en gaven de goddelijke bescherming van Fascinus. Vooral jongens zouden deze bescherming extra hard nodig hebben. Zij droegen deze fascinum los of in een zakje – deze heet een ‘bulla’ – om hun hals. Deze amuletten konden echter ook bij de haard, de smidse en in de tuin worden geplaatst voor hetzelfde doel. (7)

Tintinnabulum eerste eeuw n.o.j. Barcelona

Fallische haan met Grieks onderschrift ‘redder van de wereld’

Er zijn vele varianten op de standaard fascinum amuletten. Deze variëren van grappig, tot shockerend en bizar. Er zijn bijvoorbeeld vele exemplaren gevonden in de vorm van een gevleugelde fallus. In een aantal gevallen is er sprake van een drievoudige fallus: Het mannetje of dier heeft een fallushoofd, fallusstaart èn een fallus op de gebruikelijke plek. Op deze wijze geeft het amulet een drievoudige bescherming.
Ook komen er amuletten voor waarin de fallus bereden wordt door een vrouw. In één versie bekroont zij de fallus met een krans, net zoals de matrone dat doet bij de Liberalia.
Het is mogelijk dat de gevleugelde fallus en de fallus bereden door een vrouw beiden staan voor de coïtus. Zij verbeelden dan het verheven, bijna vliegende gevoel van de coïtus. Ook het omkransen kan staan voor de coïtus, waarbij de krans dan staat voor de vagina.
De fallus werd door de Romeinen ook wel vogel of mus genoemd. Ook nu wordt soms ‘vogelen’ gebruikt als verhullende term voor seks. (8)
Een aantal beeldjes tonen een mensfiguur met de kop van een haan en een fallus in erectie. De meest bijzondere is een buste van een haan met een fallische neus en de inscriptie ‘De redder van de wereld’. De haan – denk ook aan de Engelse benaming ‘cock’ – heeft altijd een fallische connotatie gehad, maar waarom hij de redder of Messias van de wereld zou zijn is niet duidelijk.

Het wind-klokkenspel of tintinnabulum

Een ander opmerkelijk fallisch object is het wind-klokkenspel. Dit heet een ‘tintinabulum’ waarbij ‘tintin’ ook verwijst naar de testikels. (ook het Nederlandse ‘klokkenspel’ verwijst naar het scrotum). Het geluid van de klokjes zou de boze geesten weg houden. Ze werden veel opgehangen in tuinen en portieken. Het is hierbij duidelijk dat het windklokkenspel zowel praktisch hielp bij het verjagen van inbrekers door middel van het lawaai als apotropaeïsch door zijn fallische vorm. Verder zijn er ook vele olielampen gevonden in de vorm van een fallus. Ook hier zal het gevaar van het duister en de nacht reden zijn geweest voor de fallische vorm die aldus bescherming kon bieden. (9)

Handgebaren tegen het boze oog

De vuist maakt het ‘vijg’ teken

Bij de armere Romeinen die zich geen amuletten konden veroorloven beschermde men zich tegen het boze oog door het maken van handgebaren. De populairste waren de ‘mano cornuta’ en het ‘teken van de vijg’. De eerste is het vooruitsteken van de pink en de wijsvinger waardoor er de vorm van een hoorn ontstaat. Bij de tweede maak je een vuist en steek je de duim tussen de wijs- en middelvinger. Dit wordt gezien als de penis tussen de schaamlippen van de vrouw en is daarmee een teken van de coïtus. Er werden ook beeldjes gedragen van handen die dit gebaar maken en vaak werden deze gecombineerd met een fallus. Vooral soldaten droegen vaak zo’n hanger met aan de ene kant de fallus en aan de andere kant het teken van de vijg. In al deze gevallen gaat het om een ‘apotropaeïsch’ gebaar of teken. (10)

Reliëf Leptis Magna (Libië)

De effectiviteit van de fascinum tegen het boze oog wordt nog plastischer afgebeeld in een aantal Romeinse reliëfs uit Leptis Magna (Libië) en uit Pescinum. Hier zien we o.a. een ejaculerende fallus die zijn zaad precies in een oog sproeit. De schorpioen boven het oog maakt duidelijk dat het om een kwaadaardig oog gaat. Ook zeer opmerkelijk is een terracotta figuurtje waarop te zien is hoe twee fallus-mannetjes een oog doormidden zagen.

Terracotta beeldje eerste eeuw n.o.j.

Het is hierbij de vraag waarom de fallus zo’n afwerend effect had. Kwam dit door zijn viriele, vruchtbaar makende kracht of was het eerder vanwege het shockerende, schaamtevolle, absurde en lachwekkende element? Om hier achter te komen moeten we nog wat dieper kijken naar het geloof in het boze oog. (11)

Fascinatie en het boze oog

Reliëf uit Leptis Magna (Libië) met fallische centaur

Reliëf Pescinum

Van ‘fascinum’ stammen ook onze woorden fascinatie en fascineren af. In het Latijn betekent ‘fascinare’ betoveren, beheksen, de kracht van de ‘fascinus’ gebruiken of het boze oog maken. In de Oudheid werd er geloofd in de theorie dat we dingen kunnen zien omdat het oog ‘stralen’ uitzendt. De Griekse filosoof Empedocles (vijfde eeuw v.o.j.) beweerde dat Aphrodite ons oog van de vier elementen had gemaakt en er een licht in had ontstoken. Dit licht scheen uit het oog en maakte zicht mogelijk. Voor de Romein was het fascineren gebruik maken van de uitstraling – de emanaties – van de ogen door middel van het kijken met een bepaalde intentie. Dit kon werken als een vorm van verleiding, maar wanneer er gekeken werd met woede of jaloezie dan was dit hetzelfde als ‘het boze oog’. Het woord ‘invidia’ of jaloezie betekent letterlijk ‘op zien’! (12) Beter gezegd: er werd een boze blik (blik betekent etymologisch ‘lichtstraal’) op iemand geworpen. Het kijken met een sterke emotie zoals verlangen, woede of jaloezie, had – als dit niet werd tegen gewerkt – een betoverend effect op de ontvanger van de blik.

Fallische olielampen eerste eeuw n.o.j. Pompeï

De Romeinse botanicus Plinius vertelde het volgende over het boze oog: Iemand met het boze oog is een ‘effascinante’. Zij kan bomen verdorren, kinderen doden en de oogst doen mislukken. Dit doet zij met een boze en vaak schuinse blik. Als iemand twee pupillen in de ogen heeft is zij zeker een ‘effascinante’. Als je vermoedt dat je kind geraakt is door het boze oog, ga dan driemaal op hem spugen. De fascinus amulet helpt ook goed tegen het boze oog. Zijn bizarre en obscene uiterlijk helpt om het starende oog van de jaloerse persoon af te leiden. (Dit wordt ook door Plutarchus in de tweede eeuw n.o.j. beweerd) De fascinum beschermt – naast kinderen – ook triomferende generaals tegen de kwade werkingen van ‘invidia’ oftewel jaloezie. (14)

Voor ons is iets fascinerends iets interessants of aantrekkelijks. Gefascineerd zijn maakt dat je je ogen niet van het voorwerp van begeerte of nieuwsgierigheid af kan brengen. Het betovert je, het beroert je emotioneel en maakt zo een verborgen kracht kenbaar. Als het om een letterlijke betovering gaat dan kan het slachtoffer zich door een bepaalde blik niet meer bewegen of verzetten tegen de bedoelingen van de tovenaar(es). Er is ook verwantschap met het Latijnse ‘fari’ oftewel spreken. Dit doet denken aan woorden zoals ‘enchanted’ en charme, die slaan op een betovering door middel van een ‘gezongen’ spreuk. Hier is het niet het oog, maar de tong die zorgt voor de fascinatie. Ook al is ‘fascinatio’ door middel van het oog het meest voorkomend, toch is deze vorm van betovering ook mogelijk door op iemand te ademen, iemand aan te raken (de kwade hand) of door middel van spraak (door middel van een vervloeking). (13)

Conclusie

De fascinus of fascinum was het beste middel tegen fascinatie, oftewel het boze oog. De fascinum geeft de ‘effascinante’ namelijk een koekje van eigen deeg. Hij werpt het boze oog terug naar zijn bron. Soms staat er een spreuk naast de afbeelding van een fallus: ‘Et tibi sit’, terug naar jou! De amulet ketst de schadelijke stralen van het boze oog terug. Misschien is dit zo omdat de dader terug schrikt van de obsceniteit van het amulet of gebaar en haar ogen moet neerslaan. Misschien juist omdat zij zich ongemakkelijk voelt of moet lachen. Zoals we hebben gezien bij het reliëf uit Leptis Magna kan de fallus het uitwerpen van schadelijke stralen naar haar slachtoffer tegenwerken door zelf met een seminale emissie te komen! Op een dieper niveau gaat het bij het boze oog (en de kwade hand en de vervloeking) om een heimelijke energetische aanval. Deze wordt door het amulet of het gebaar afgeketst of zelfs beantwoord met een magische tegenaanval.
Het geloof in de werking van het ‘boze oog’ is ook nu nog in vele streken van de wereld virulent en vanuit die diepere betekenis van een ‘energetische’ aanval ook plausibel. De fallus is te zien als een symbool voor innerlijk vuur, daadkracht en levenslust en in die zin behoudt dit symbool zijn kracht tot op de dag van vandaag.

(Voor meer Romeinse fallische amuletten e.d. zie mijn verzameling plaatjes onder de noten)

Abe van der Veen

Noten:

  1. https://repository.upenn.edu/cgi/viewcontent.cgi?article=1010&context=uhf_2006 Moser, Claudia – Naked power 52
    De eerste afbeeldingen van een fallus zijn zeker 36000 jaar oud. https://www.nytimes.com/2009/05/14/science/14venus.html
    In ‘slang’ taalgebruik wordt de fallus wel de ‘one-eyed snake’ of de ‘one-eyed god’ genoemd. Voor veel mensen gaat er een fascinerende – niet per se erotische – werking uit van de penis in erectie. Deze wordt omschreven alsof er een slang met één oog je probeert te hypnotiseren. Ook wordt er vaak een eigen leven aan de fallus toegekend. In het oude Griekenland dacht men dat de fallus een eigen wil had, los van het hoofd. In feite denken wij dit nog steeds bij vele mannen. Veel mannen geven hun fallus een naam en spreken hem toe alsof hij een eigen persoonlijkheid en wilsbeschikking heeft.
  2.  Plinius – Naturalis Historia 28-4
    https://en.wikipedia.org/wiki/Fascinus
    Dit zou je kunnen zien als een vorm van ‘similia similibus curantur’ oftewel het gelijke geneest het gelijke, maar in dit geval het gelijke weert het gelijke af.
  3. John H. Elliott – Beware the evil eye 2 205
    https://en.wikipedia.org/wiki/Mutunus_Tutunus

    The fascinating Mutunus Titunus


    Augustinus – Stad van God 7-24

  4. Kiefer, Otto – Sexual life in ancient Rome 126
    Moser 20
    Augustinus – Stad van god 7-24
    https://en.wikipedia.org/wiki/Liberalia
    De ‘bulla’ is een soort medaillon voor jongens uit de elite waarin voornamelijk fallische objecten zouden zitten. Ook droegen zulke jongens vaak een gouden ring met daarop een fallus afgebeeld. Beide keren was dit voor hun bescherming tegen kwade geesten en krachten. http://vroma.org/vromans/bmcmanus/clothing.html
  5. Kiefer, Otto 128
    Moser 31
    https://www.theoi.com/Georgikos/Priapos.html
    Hier nog twee kleine verhalen over Priapus: De mannen van Lampsacus waren jaloers op het succes van de god Priapus bij de vrouwen en verdreven hem. De vrouwen baden echter tot de god en alle mannen kregen vervolgens een geslachtsziekte. De enige manier om de ziekte te stoppen was door te smeken aan Priapus om terug te keren. Zij maakten ter ere van hem Priapische beelden. Vanuit Lampsacus zou de populariteit van Priapus zich verbreid hebben. Feuerstein, Georg – Spiritualiteit en erotiek 83
    De dichter Horatius beschrijft het tafereel van de heksen Canidia en Sagan die kruiden en beenderen stelen uit een begraafplaats om te gebruiken voor hun hekserij. Ze doen een ritueel om Hecate aan te roepen, maar worden afgeschrikt door een harde scheet van het houten beeld van Priapus. Ogden – Magic, witchcraft and ghosts 115
  6. Moser 46
    William, Craig – Roman homosexuality 27
    Ook de losse fallus was in het oude Rome een teken van geluk getuige de gevelsteen op de gevel van een bakkerij in Pompeï met een fallus en de tekst: ‘Hic habitat felicitas’: hier woont het geluk..
  7. Varro en Plinius noemen dit.
    Mogelijk stamt het woord fascinum af van het Griekse Baskanion dat amulet betekent.
    Moser 63
    Elliott, John H. – Beware the evil eye 2 193 ev.
    https://en.wikipedia.org/wiki/Bulla_(amulet)
    Pliny the Elder wrote in his Natural History: “Infants are under the especial guardianship of the god Fascinus, the protector, not of infants only, but of generals as well.
  8. Op één niveau komt de grote afwerende kracht van de fallus van zijn shockerende en bedreigende werking, zo we kunnen lezen in de Priapeia. Op een dieper niveau lijkt het dat de fallus niet op zichzelf staat, maar als vogel, gevleugeld, bekranst of bereden door een vrouw eerder de penis tijdens coïtus is. Een dergelijke staat doet – symbolisch – vliegen en dat was precies wat men geloofde van vrouwen die konden ‘fascineren’. De fascinante was een tovenares die kon ‘vliegen’ door middel van uittreding. Hier past de bescherming van de erecte fallus – vooral die van Priapus –  tijdens het reizen goed bij. Dit kan zowel gaan om fysiek reizen als astraal reizen en beide keren zocht men de bescherming van Hermes/ Mercurius of Priapus. Mercurius wordt een paar keer als fallische amulet afgebeeld en zijn caduceus is regelmatig naast Priapus te zien. Dat Hermes/ Mercurius ook een fallische godheid is valt te zien aan de vele fallische ‘herma’ die overal in Griekenland te vinden waren.
    Over de fallische haan: https://freethoughtnation.com/the-phallic-savior-of-the-world-hidden-in-the-vatican/
  9. https://en.wikipedia.org/wiki/Tintinnabulum_(Ancient_Rome)
    Catherine Johns – Sex or symbol?: Erotic images of Greece and Rome https://archive.org/details/in.gov.ignca.70545/page/n11
  10. http://www.wikiwand.com/en/Evil_eye
  11. https://web.archive.org/web/20080324082204/http://depthome.brooklyn.cuny.edu/classics/dunkle/comedy/komos.htm
    https://en.wikipedia.org/wiki/Fascinus
  12. https://en.wikipedia.org/wiki/Emission_theory_(vision)
    https://web.stanford.edu/class/history13/earlysciencelab/body/eyespages/eye.html
    https://www.etymonline.com/word/envy#etymonline_v_8762,
    http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/blik1
  13. Monick, Eugene – Phallos 29
    http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/fascineren
    https://www.etymonline.com/word/fascinate#etymonline_v_1143
    http://penelope.uchicago.edu/Thayer/E/Roman/Texts/secondary/SMIGRA*/Fascinum.html
    William Smith: A Dictionary of Greek and Roman Antiquities, John Murray, London, 1875
  14. Ogden, Daniel – Magic, witchcraft and ghosts in the Greek and Roman worlds 224
    Plinius – Natura Historialis 28.4.7
  15.  Ook de vagina kan een apotropaeïsche werking hebben. In mijn artikel over de Ierse Sheela-na-Gig vertel ik hier uitgebreid over. https://www.abedeverteller.nl/sheela-na-gig-symboliek-en-folklore-rondom-vrouwelijk-exhibitionisme/

Tintinnabulum eerste eeuw n.o.j.

 

Tintinnabulum eerste eeuw n.o.j.

 

Gallo-Romeins beeldje eerste eeuw n.o.j.

‘Hic habitat felicitas’ Hier woont het geluk: Pompeï

Priapus

‘Huis van het boze oog’, Antiochië

Etruskisch beeldje

Priapus draagt vruchten en weert met zijn fallus het boze oog

Priapische olielamp Pompeï eerste eeuw/derde eeuw n.o.j.

Invloed van de Grieken en Etrusken

Herma met hoofd van Hermes

De fallische goden van Rome zijn sterk beïnvloedt door de Grieken en Etrusken. De god Hermes was een fallische god. Hij ontleende zijn naam aan de ‘herma’. Dit zijn standbeelden met het gezicht van – meestal – Hermes met daaronder een rechthoekige blok steen met op de juiste hoogte een fallus. Zij werden vooral op kruispunten, grenzen en markten geplaatst en waren oorspronkelijk slechts steenhopen. Juist liminale plekken werden als extra gevaarlijk gezien en daarom geschikt voor het plaatsen van een ‘herma’. Deze herma zouden een beschermende, afwerende werking hebben. Iets dergelijks komen we bij de Romeinen niet tegen, maar wel vinden we afbeeldingen van Priapus met een caduceus. Ook zien we een tintinnabulum van een figuur die op Hermes lijkt. Voor de God Dionysos werden optochten georganiseerd waarin fallussen werden gedragen. Deze waren bedoeld voor grotere vruchtbaarheid. Later zullen de Romeinen dit ook doen voor hun wijngod Liber. Verder zou de Romeinse god Priapus zijn oorsprong hebben in Klein-Azië, bij Lampsacus. Ook de Etrusken kenden de fallus al als een afwerend symbool tegen het boze oog. In de Etruskische stad Saturnia vinden we naast de afbeelding van een fallus de inscriptie:  ‘Jij, jaloerse figuur die zijn blik deze kant op werpt, voor jou staat deze straf te wachten’ De fallus staat hier meer op zichzelf, los van een godheid.

Fallische aanbidding buiten Rome en in de middeleeuwen

Natuurlijk zijn er ook buiten het Romeinse rijk sporen van fallische verering gevonden zoals: Een fallisch beeldje van de Noordse god Freyer, de scene van aanbidding van een paardenpenis in de Volsa Thattr tekst uit IJsland en de reus van Cerne Abbas in Dorset, Engeland. Deze reus heeft een grote fallus en een knots in de hand, wellicht had hij een mantel in de andere hand zoals Hermes. Een Brits-Romeinse oorsprong wordt vermoed. Vrouwen die zwanger wilden worden gingen zitten in het gedeelte van de eikel van de reus. Ook Antwerpen zou een fallische cultus hebben gehad tot in de zestiende eeuw. Een priapische figuur op het Steen met de naam Ters (Semini of Jumenas) zou regelmatig aangeroepen worden alsof het een godheid was.

Verder bleef de fallus als apotropaeïsch en vruchtbaarheid opwekkend middel nog tot ver in de middeleeuwen bestaan. In de kroniek van Lanercost uit de dertiende eeuw wordt het verhaal verteld van een lekenbroeder die een beeld van Priapus oprichtte in een poging om een ziekte onder het vee tegen te houden. En ook in de middeleeuwen vinden we nog afbeeldingen van – al dan niet gevleugelde – fallussen, maar dan als kleine loden of zinken, platte versieringen, zoals men toen ook een pelgrimsteken droeg. (Stone, Lee Alexander – The story of phallicism 88)


 

Ook interessant:

en.antiquitatem.com/fascinating-evil-eye-apotropaic-phallus Voor vele Latijnse citaten over dit onderwerp.
www.thehairpin.com/2015/02/apotropaic-boners-or-how-to-avoid-the-evil-eye
‘Plutarch suggested that the indecency and “strange look” of the phallus catch the sight of the Evil Eye, averting danger, so that the Eye exerts less pressure upon its victim’

PHALES was the rustic spirit (daimon) or satyr demi-god of the processional phallus and the phallic song (phallikon) of the festivals of Dionysos. Aristiphanes, surely in jest, calls him the god of adultery and pederasty.

The post De fascinatie voor de fallus: Fallische goden en amuletten in de Romeinse tijd first appeared on Abe de Verteller.

]]>
https://www.abedeverteller.nl/de-fascinatie-voor-de-fallus-fallische-goden-en-amuletten-in-de-romeinse-tijd/feed/ 1
Van zwartgallig tot goed geluimd: het goede humeur volgens Hippocrates https://www.abedeverteller.nl/van-zwartgallig-tot-goed-geluimd-het-goede-humeur-volgens-hippocrates/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=van-zwartgallig-tot-goed-geluimd-het-goede-humeur-volgens-hippocrates https://www.abedeverteller.nl/van-zwartgallig-tot-goed-geluimd-het-goede-humeur-volgens-hippocrates/#comments Fri, 18 Jan 2019 18:26:31 +0000 https://www.abedeverteller.nl/?p=6462 Heb...

The post Van zwartgallig tot goed geluimd: het goede humeur volgens Hippocrates first appeared on Abe de Verteller.

]]>
Heb je wel eens last van een slecht humeur of ben je juist altijd goed geluimd? Hieronder ga ik je vertellen van de oude wijsheid die nog leeft in bepaalde woorden die te maken hebben met de ‘humeurenleer’. Zij kunnen je iets meer vertellen over het geheim van in een goed humeur zijn en blijven!

Humeuren en lichaamssappen

Hippocrates van Kos

Humeur komt van ‘humores’ oftewel de lichaamssappen. In de oude geneeskunde – die gestoeld was op de Griekse theorieën van Hippocrates van Kos (ca. 460-370 v.o.j.) en de Romeinse geschriften van Galenus  (tweede eeuw v.o.j.) – is een gezond iemand een persoon wiens vier lichaamssappen goed gemengd zijn. Zo iemand kan een temperamentvol persoon zijn. Temperament betekent dan ook de juiste hoeveelheid bij het mengen of de juiste maat. Als je ‘uit je hum(eur)’ bent, dan zijn die vier sappen juist niet goed gemengd! Je wordt dan humeurig. Ook het woord humor komt van ‘humores’. Hier wordt juist gerefereerd aan een goed humeur. Een goede menging geeft levendigheid, vrolijkheid en humor. Je bent dan goed geluimd of goed gestemd. Luim komt van ‘lune’ wat maan of gemoedsstemming betekent. Je luim kan je zien als je tijdelijke karakter. Zoals iemand met een ochtendhumeur die later op de dag toch weer vrolijk wordt. Luim komt ook van ‘maan’ omdat men veronderstelde dat de vier maanstanden invloed hadden op iemands stemming en geest. Denk daarbij ook aan woorden als maanziek en ‘lunatic’. (1)

Een goede stemming

Het hebben van een goede of slechte stemming, goed gestemd of juist ontstemd zijn is allemaal vrij letterlijk op te vatten: als je je wezen opvat als een muziekinstrument, dan zou het als je ontstemd bent vals klinken. Als je structureel in een slechte stemming bent dan wordt je uiteindelijk een vals kreng! Als je vooral in een goede stemming bent zal je wezen juist goed en zuiver klinken. Je bent uit harmonie met je omgeving of je resoneert in harmonie met je omgeving. Als je meer affiniteit hebt met mechanische instrumenten kan je dit ook een goede gesteldheid of een goede instelling noemen. Je gemoed is op de juiste wijze afgesteld zodat je een klaar en helder gemoed hebt!

Uitdeuken van de butsen in je ‘vorm’

Dürer – Melancholia

Hetzelfde is er aan de hand met uit vorm en in vorm zijn. Het gaat hier oorspronkelijk niet om je fysieke vorm, maar om de vorm van je energetische of geest-lichaam. Als dit een harmonische, evenwichtige vorm heeft dan is het ‘in vorm’. Is dit ‘lichaam’ uit vorm, dan is het uit balans en heeft het een onevenwichtige opbouw. De vorm van je energetische lichaam is deels afhankelijk van de beïnvloeding van buitenaf. Van buiten komen er allerlei indrukken, of – als latinisme – impressies, op je af. Zij maken een indrukking, een impressie. Als iets een heftige indruk heeft gemaakt, kan je dus lang uit evenwicht zijn omdat het een behoorlijke deuk in je vorm heeft gemaakt. Dit geeft vaak ook een deuk in je zelfvertrouwen. Het is dan nodig om hier een uitdrukking of een expressie aan te geven. Zo kan je jezelf als het ware uitdeuken! Het leven kan je vele butsen en krassen geven. Dan is het fijn om te weten dat je zelf van binnenuit – door middel van expressie, het uiten van je gevoelens – een vervelende indruk weer uit kan wissen of glad kan strijken.
Sommige dingen vallen niet uit te deuken of glad te strijken, ieder zal onderweg wat krassen op zijn ziel oplopen. Dit vormt karakter. En dat klopt want karakter komt van het Griekse ‘charasso’ wat kerven of insnijden betekent. Al deze inkervingen en krassen maken je tot een unieke persoon en een karaktervol iemand. (2)

De vier temperamenten

Flegmatisch, cholerisch, sanguinisch en melancholisch

We gaan even terug naar die vier lichaamssappen. Hippocrates onderscheidde gele gal, zwarte gal, bloed en slijm. Als deze vier in een juiste balans zijn dan is de mens gezond. Als er disbalans is dan overheerst er één van deze humeuren. Dit geeft de vier temperamenten of mengvormen: zwartgallig, sanguinisch, flegmatisch en cholerisch.
Wie zwartgallig of melancholisch is, is vaak neerslachtig  en introvert, hij is koud en droog en zijn element is aarde. Aarde is het zwaarste element en hij is dan ook zwaarmoedig.
Een cholerische persoon is opvliegend en heethoofdig. Zijn kwaliteit is warm en droog. Dit zie je in het Franse colère voor woede. Zijn element is vanzelfsprekend vuur.
Een flegmatische persoon is stoïcijns op het onderkoelde af. Zijn kwaliteit is dan ook koud en vochtig en zijn element is water.
Een sanguinische persoon is luchtig, energiek en vrolijk en daarom soms oppervlakkig. Zijn element is lucht en zijn kwaliteit is warm en vochtig.
Dit systeem van koud, warm, nat en droog is afkomstig van de Romeinse dokter Galenus. Deze koppelde ook de vier elementen aan het humorensysteem. (3)

Doordat dit systeem al gauw letterlijk op het fysieke lichaam werd toegepast, ontstond het idee dat het teveel van een bepaald sap uit het lichaam moest worden gehaald. Dit leidde tot onverkwikkelijke en ondeugdelijke geneesmethoden als aderlaten, laten braken, laxeren e.d. en daarmee kwam het hele systeem van de vier humeuren in diskrediet. Toch is het de vraag of hiermee niet het kind met het badwater is weggegooid.

De therapie van Hippocrates

De vier temperamenten

Als je kijkt naar de belangrijkste wijze waarop Hippocrates zijn patiënten genas dan zien we toch de wijsheid en zinnigheid van dit systeem. Zijn zorg was er vooral in gelegen om de patiënt terug te doen keren naar zijn persoonlijke, oorspronkelijke staat van zijn en zijn natuurlijke balans. Hij was ervan overtuigd dat geest en lichaam in zichzelf de macht hebben om de vier humeuren terug in balans te brengen, zodat de patiënt zichzelf kan genezen. De therapie van Hippocrates was er vooral op gericht om dit proces te faciliteren. Dit deed hij onder andere door de patiënt te laten rusten, gezonde eet- en drinkgewoonten aan te leren, veel in de frisse open lucht te laten zijn, hem te laten letten op zijn persoonlijke hygiëne en door te kijken naar het natuurlijke verloop van processen in het lichaam. Ook van de dokter zelf werd innerlijke rust en zuiverheid verwacht, hij was vooral adviseur en de patiënt moest zichzelf genezen. (4)

Het Asclepion

Asklepios

Hippocrates had zijn training waarschijnlijk ontvangen in het Asclepion van Kos. Dit is een tempel van genezing gewijd aan de god van de geneeskunst Asclepios. In deze tempels werd de zieke zowel op een fysieke als op een geestelijke wijze behandeld. Hij werd hier geholpen door middel van een zuiveringsproces genaamd de Katharsis. Hij zuiverde zijn lichaam van binnen en van buiten door middel van baden en diëten en hij zuiverde zijn geest van heftige emoties door middel van kunst. Vervolgens onderging hij een incubatie. Hij ging slapen in de tempel en werd dan bezocht door de godheid die hem door middel van een droom vertelde wat hij kon doen aan zijn ziekte. (5)

De vier elementen

Het elementensysteem vinden we het eerst bij de Griekse filosoof Empedocles (vijfde eeuw v.o.j.). Bij de elementen gaat het om het eerste principe. Wat was er het allereerst? Eerdere filosofen noemden water, vuur of lucht als eerste principe. Voor Empedocles waren er niet één, maar vier elementen in het oerbegin. De mens is niet los te koppelen van zijn natuurlijke omgeving, ook hij bestaat dus uit deze vier elementen. Deze moeten echter niet verward worden met ons huidige scheikundige elementensysteem. Vanuit een esoterisch standpunt gaat het bij de vier elementen vooral om vier wijzen van waarneming die tegelijk met het individuele bewustzijn ontstaan en dan direct met elkaar gemengd zijn. Hierin staat lucht voor het denken, aarde voor zintuiglijke waarneming, vuur voor doen en water voor gevoel. Iedereen heeft zijn eigen persoonlijke, ideale mengvorm waarin een bepaald element de boventoon heeft. Als je vanuit dat element bezig bent, dan ben je in je element! Je bent een echte doener, een denker, een gevoelsmens of juist heel lijfelijk.
Wanneer de ‘humorale’ disbalans bij ziekte nu eens niet zou gaan om het fysieke lichaam, maar meer om het geheel van de mens, zowel in zijn geestelijke als in zijn lichamelijke staat, dan is de behandelingsmethode van Hippocrates (en ook de methode van het Asclepion) zo gek nog niet!

Conclusie

In het grote mengvat dat de samenhang is tussen lichaam, ziel en geest komen continu invloeden binnen van buitenaf, zoals wij op onze beurt ook weer onze omgeving beïnvloeden. Er wordt aan je getrokken en geduwd en er wordt om je aandacht gebedeld. Soms lijk je meer een speelbal van allerhande gebeurtenissen dan dat je zelf bepaalt hoe je je voelt en wat je denkt of doet. Toch is het verkrijgen van balans in je systeem iets wat je van binnenuit kan aanpakken. Door naar binnen te schouwen en dan te zien wat de balans is tussen jouw elementen, kan je je eigen humeuren of temperamenten veranderen tot deze perfect met elkaar in balans zijn. Dan heb je een juiste instelling en voel je je in een goede stemming of humeur!
Dit moet je dan wel doen vanuit je centrum, vanuit het middelpunt dat tot geen van de vier elementen behoort. Deze plek kan je je contactpunt noemen met het vijfde element; dit is de ether of ook wel de quintessence.

  1. http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/humeur
    http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/luim
    https://nl.wikipedia.org/wiki/Humores
  2. http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/karakter
  3. Deze leer vindt je veel uitgebreider uitgelegd in diverse websites: https://nl.wikipedia.org/wiki/Temperament
    https://www.desteven.nl/leerdoelen/persoonlijke-leerdoelen/persoonlijke-effectiviteit-leerdoelen/kwaliteiten/temperamentvol
  4. https://nl.wikipedia.org/wiki/Hippocrates_van_Kos
  5. https://en.wikipedia.org/wiki/Asclepeion

 

The post Van zwartgallig tot goed geluimd: het goede humeur volgens Hippocrates first appeared on Abe de Verteller.

]]>
https://www.abedeverteller.nl/van-zwartgallig-tot-goed-geluimd-het-goede-humeur-volgens-hippocrates/feed/ 1
Opgegeten en uitgepoept door de duivel: Afbeeldingen van het Laatste Oordeel in noord-Italië https://www.abedeverteller.nl/opgegeten-en-uitgepoept-door-de-duivel-afbeeldingen-van-het-laatste-oordeel-in-noord-italie/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=opgegeten-en-uitgepoept-door-de-duivel-afbeeldingen-van-het-laatste-oordeel-in-noord-italie https://www.abedeverteller.nl/opgegeten-en-uitgepoept-door-de-duivel-afbeeldingen-van-het-laatste-oordeel-in-noord-italie/#comments Wed, 07 Feb 2018 21:38:22 +0000 http://www.abedeverteller.nl/?p=5541 Ik...

The post Opgegeten en uitgepoept door de duivel: Afbeeldingen van het Laatste Oordeel in noord-Italië first appeared on Abe de Verteller.

]]>
Ik wil jullie een aantal hoogst opmerkelijke oude afbeeldingen tonen van de opperduivel. Er zijn honderden afbeeldingen van demonen, maar afbeeldingen van de opperduivel zelf zijn veel schaarser. Juist in Noord-Italië in de periode 1200-1600 vinden we de duivel in zijn volle glorie, pontificaal in het midden van de scène rechtsonder van fresco’s en mozaïeken die het Laatste Oordeel weergeven. (1) Rechtsonder is de plaats waar de verdoemde zielen terechtkomen: in de hel! Deze afbeeldingen herbergen enkele moeilijk op te lossen raadsels. Waarom heeft de duivel soms drie hoofden? Waarom eet hij vaak zielen op en ‘poept’ ze daarna weer uit? Waarom heeft hij een slang of een draak in zijn nabijheid? Na een beschrijving van de verschillende kunstwerken doe ik een poging deze vragen te beantwoorden.

We beginnen met een detail uit het mozaïek van het Laatste Oordeel uit de Maria Asunta op het eiland Torcello (vlakbij Venetië) uit de twaalfde of dertiende eeuw. We zien een blauwe bebaarde figuur zitten te midden van de vlammen. Het moet de duivel voorstellen met rondom hem zijn demonen die de zielen kwellen en twee slang-draken onder zijn zitvlak die twee zielen opeten. Maar ook twee engelen doen mee en een kind – mogelijk Jezus – zit bij de duivel op schoot! Dit laatste is hoogst raadselachtig en lijkt blasfemisch. Toch zal het mozaïek deels als voorbeeld hebben gediend voor het mozaïek in het baptisterium van Florence.

Uit het eind van de twaalfde of het begin van de dertiende eeuw stamt dit beeldhouwwerk op de linkerkant van de voorgevel van de San Pietro te Tuscania. Een gehoornde, bebaarde, driekoppige ‘duivel’ steekt zijn tong uit. Uit zijn linker- en rechtermond stroomt een stengel met bladeren, bloemen en vruchten. Een gelijkaardige kop – ditmaal zonder hoorns – bevindt zich onder het venster. Deze koestert een slang aan zijn borst die hij met beide handen vasthoud. Ook uit zijn mond komt een stengel die zich langs het venster omhoog slingert, tot het de mond van de andere ‘duivel’ bereikt. Vanwege dit motief wordt dit wezen ook wel gezien als een ‘Groene man’.

Ik geef een detail van het mozaïek van het Laatste Oordeel (1240 – 1276) toegeschreven aan Coppo di Marcovaldo dat te zien is in het baptisterium van Florence. Het is de vroegste afbeelding van de duivel die ik tegen ben gekomen waarin hij mensen opeet. De gehoornde opperduivel eet een ziel en twee andere zielen worden vastgehouden en gebeten door slangen die uit zijn oren komen, weer twee andere zielen worden opgegeten door slangen die uit het achterste van de duivel lijken te komen. Dit lijkt sterk op de gehoornde slangen in het Laatste Oordeel van Torcello.

Hier zien we het laatste oordeel van Giotto uit 1303-1306. Het is te vinden in de Cappella Scrovegni in Padua. Giotto was een van de grootste schilders van zijn tijd. Het is duidelijk dat Giotto veel overgenomen heeft van de afbeelding in het baptisterium van Florence. Ook deze – dikke – duivel zit in het centrum. Hij is gehoornd, met een zwarte baard en twee slangen komen uit zijn oren. Dit keer zijn het draken in plaats van slangen die achter de duivel vandaan komen. Het grootste verschil zien we in het benedenste deel: Er komt een ziel uit zijn achterste tevoorschijn! Daaronder zit een gekroonde ziel, die zowaar een gekke bek trekt. Het zou zelfs kunnen dat het hier gaat om één figuur in verschillende stadia van het gebeuren: Hij wordt vastgepakt, opgeslokt, komt er weer uit en is vervolgens gekroond!

In de basiliek van Santa Maria Maggiore te Tuscania vinden we een veertiende eeuws fresco met het Laatste Oordeel die toegeschreven wordt aan Gregorio en Donato d’Arezzo. De gehoornde duivel heeft een slang aan zijn borst. Hij bijt een ziel die op het punt staat om door de duivel opgegeten te worden. Andere zielen kijken aan weerszijden toe met een bijna adorerende houding. Twee zielen komen uit zijn onderkant tevoorschijn, maar zij zijn nog niet verlost, want daaronder staat de hellemond open om ze opnieuw op te slokken. In deze mond staan drie mysterieus glimlachende nonnen.

Deze afbeelding is een detail van het fresco van het Laatste oordeel van Buonamico Buffalmacco (1320-36) op de muren van het Campo Santo te Pisa. De duivel heeft nu drie hoofden en zeker twee zielen spartelen in twee van de drie muilen van de duivel. Dit keer komen er geen slangen uit zijn oren, maar kronkelen zij om zijn armen. Hij heeft zielen in zijn buik zitten en één ziel wordt uitgepoept op een zeer plastische wijze. Het lijkt er zelfs op alsof de ziel gebaard wordt. Een demon staat klaar om de uitgepoepte/pasgeboren ziel op te vangen. Hiernaast is net als bij Giotto een figuur te zien met een kroon op. Beide figuren hebben – net als bij Giotto – een vredige uitdrukking, in ieder geval zeker niet een gekwelde, uitdrukking op hun gezicht.

Mogelijk is dit tafereel geïnspireerd door de ‘hel’ van Dante.  Dante Alighieri schreef tussen 1307 en 1314 zijn ‘Inferno’ als onderdeel van zijn magnus opus; La Divina Commedia. Dit boek over de afdaling van Dante zelf in de hel onder begeleiding van de Romeinse schrijver Virgilius, had een grote invloed op het beeld van de hel en de duivel, met name in Italië zelf. In het Inferno beschrijft Dante de duivel als een wezen met drie gezichten. In elke mond houdt hij een zondaar vast: Brutus, Cassius en Judas. Dit gegeven zullen we vanaf deze tijd veelvuldig geschilderd zien. toch wordt niet alles van Dante slaafs overgenomen. Dante noemt ook dat de duivel voor de helft vast zit in een ijsvlakte, dit zien wij nergens terugkomen. (2) Het Laatste oordeel in de Campo Santo laat de duivel zien te midden van vlammen.

Taddeo di Bartolo – Giudizio Universale – Inferno, Lucifero San Gimignano circa 1391-93

In de versie van Taddeo di Bartolo uit San Gimignano (1391-1393) is naast de drie gezichten met drie slachtoffers ook het element van de vleermuisvleugels overgenomen uit de beschrijving van Dante. Dit keer braakt hij met zijn tweede gezicht (die lijkt op een pad) een ziel uit. Het kereltje kijkt nogal verbaasd en heeft een witte hoed op. Hij komt terecht op een stapel van andere zondaren waarbij op hun hoed de naam van de desbetreffende zondaar staat geschreven (o.a. Nero, Herodes, Farao en Simon Magus).

In de Sint Petroniusbasiliek van Bologna bevind zich ook een fresco met het Laatste Oordeel uit 1410 van Giovanni de Modena. In ons detail met de opperduivel heeft hij slechts één hoofd Hij eet een zondaar op en beneden komt hij – of een andere ziel – er weer uit via zijn tweede gezicht. De duivel zit op een soort van kakstoel en daar beneden zijn weer een paar gekroonde figuren te zien. De duivel is volledig behaard en heeft ketens om zijn polsen en bovenarmen. Er zijn zowel bij Bartolo als bij Giovanni geen slangen in de buurt. Op een vaandel staat hoogstwaarschijnlijk Superbia, de Latijnse benaming voor de hoofdzonde ‘trots’.

In dit detail van het Laatste Oordeel van Fra Angelico uit 1431 uit Florence zien we de drie gezichten weer terugkomen. De duivel ziet er dierlijk en kwaadaardig uit. Helaas kunnen we zijn onderste deel niet zien omdat hij in een kookpot/ketel staat. In die ketel bevinden zich meer zielen, waaronder eentje met een kroon.De anonieme meester van Avicenna geeft ons dit detail uit zijn schilderij van Paradijs en hel uit 1435 (Bologna). De duivel is geketend en wordt bewaakt door een hellehond. Hij heeft zijn klassieke zwarte kleur, net als bij de duivel van Fra Angelico. De ziel wordt weer opgevangen op een wijze die bijna eerbiedig aandoet en precies er onder is een figuur met een mijter. Deze zielen branden in het hellevuur.

In dit detail van een miniatuur van Bartolomeo di Fruosino van het inferno van Dante uit 1430-1435 (Florence) lijkt de duivel op een wildeman. Hij is volledig behaard en heeft een knots in de hand. In een andere versie poept hij ook weer een ziel uit, alleen het gezicht van de ziel is te zien.

Fra Angelico schilderde enkele jaren later rond 1435-1450 nog een triptiek van het Laatste Oordeel (nu te zien in Berlijn) met op het rechterzijpaneel de hel met de duivel. Rond zijn hoofd staat ‘Superbia’. Dat maakt hem de gevallen engel Lucifer die uit de hemel viel vanwege zijn hoogmoed. De duivel houdt in zijn handen twee slangen vast en zit op een komfoor of ketel met daaronder vuur waarin zielen brandden. Ook nu is er een ziel te bespeuren recht onder de billen van de duivel.

De beroemde schilder Alessandro Botticelli maakte in 1481 deze gravure voor het boek van Dante de Divina Commedia. Ondanks de beschrijving van Dante dat de opperduivel zich in het ijs bevindt blijft Botticelli vasthouden aan een duivel in het vuur en zelfs aan het heftige beeld van het uitbraken van een ziel uit het tweede gezicht van Satan. Ook dit keer heeft het veel weg van een geboorte. Het beeld wint het hier van het geschrift.

Detail van het fresco over het Laatste Oordeel van Vasari en Zucchari (16e eeuw) op het plafond van de koepel van Brunelleschi in de kathedraal van Florence

In onze laatste Italiaanse schildering – een fresco van Zucchari uit zestiende-eeuws Florence – zien we de duivel in volle glorie terug. Hij is monsterlijk, dierlijk en behaard. Hij eet drie zielen met zijn drie muilen en hij heeft de vleermuisvleugels zoals Dante hem heeft beschreven. Van beneden brand hij in het hellevuur. Het fresco is het laatste in zijn soort. Ik heb geen voorbeelden van een  mensenetende opperduivel gevonden na deze tijd.

De opperduivel buiten Italië 

Als we dit vergelijken met comtemporaine opperduivels uit andere landen zoals in het getijdenboek van Catherina van Kleef uit ca 1440 (Noord-Nederland), dan zien we dat het beeld van de drie gezichten en het uitpoepen van een ziel meestal niet wordt overgenomen. Wel heeft de duivel een gezicht met daarin gevangen zielen op zijn buik.

Toch zien we in de illuminatie uit de Franse vertaling van sint Augustus’ Da civitate Dei libri XXII uit ca. 1450-1475  wel degelijk de drie gezichten terug, maar hij eet slechts één ziel. De duivel draagt een ijzeren kroon en zeer opmerkelijk is het detail van de armen en benen van de duivel die op knie- en ellebooghoogte slangenkoppen bevatten die  dan de onderarmen en benen lijken op te eten. De duivel zit in een ketel gevuld met angstig kijkende zielen. Zijn benen vormen het ouroboros symbool.

Dit beeld wordt niet herhaald op het schilderij van de kruisiging van de meester van Dreux Budé uit ca. 1490 (Frankrijk) Hier eet de duivel zielen met slechts een hoofd, hij heeft een gezicht op zijn buik, maar daaruit braakt hij niets. Verder staat er onder hem (hier niet zichtbaar) wel een ketel op het vuur volgepropt met zielen.

Wellicht had je een detail uit Jeroen Bosch’ ‘Tuin der lusten’ (ca. 1500) hier niet verwacht. Maar ondanks dat dit detail uit de ‘hel’ heel anders is, is het toch ook sterk gelijkend op de andere afbeeldingen. De duivel heeft hier een vogelkop, maar eet wel een zondaar op, die hij vervolgens weer uitpoept. Deze valt vervolgens in een soort ‘bron’ met andere zielen. Een plek die te vergelijken valt met de ketel met kokend water uit de andere schilderingen. Die ketel is trouwens wel te vinden, maar dan als hoofddeksel van de duivel.

De symboliek van slang, ketel en knots

Het is opvallend hoe een aantal elementen die in de heidense tijd nog als positief werden ervaren – zoals slang, ketel en staf/knots – een prominente rol hebben in de afbeeldingen van de opperduivel. Deze elementen werden in de christelijke tijd gedemoniseerd.

Minoïsche godinnenbeeldjes uit Kreta 1600 v.o.j.

De Slang werd in de bijbel een dier van Satan die meehielp met de verleiding van Eva. Daarvoor stond de slang juist voor het aardse, wedergeboorte en eeuwig, cyclisch leven. In de fresco’s en mozaïeken komen ze uit de oren en bijten ze in de borst van de opperduivel. (3) Maar ze kronkelen zich ook rondom de armen van de duivel van Buffalmacco in Pisa en de duivel van Fra Angelico houdt er in elke hand eentje vast. Dit gegeven is al te vinden bij afbeeldingen van de grote godin. De slang is ook haar dier, ook zij heeft de slangen in haar handen of om haar armen gewonden. Je kan dit zien als puur toeval. Je kan ook bedenken dat oude symboliek voor een nieuwe reden is gebruikt. De slang-draak eet ook zielen op of braakt ze juist uit en bij de Duivel uit het getijdenboek vormen zijn slang-benen een Ouroboros; een slang die in zijn eigen staart bijt en zo een eeuwige cirkel vormt.

De duivel uit het getijdenboek zit ook nog in een ketel net als de duivel van Fra Angelico. De ketel met de zielen is natuurlijk te zien als een instrument van marteling. Toch is de ketel ook een heidens symbool voor wedergeboorte. In de Griekse mythologie gooide Medea in naam van Hecate een oude geit in een ketel die er vervolgens uit kwam als jong geitje en in de Keltische mythologie is er een ketel waarin de god Bran zijn overleden krijgers gooit waarna zij er levend en wel weer uit komen. Zo zijn er meer voorbeelden van ketels die dienen ter regeneratie. Zij is mogelijk te zien als een symbool voor de baarmoeder. Ketel en slang komen qua symboliek dus voor een belangrijk deel overeen.

In de miniatuur van Fruosino zien we een duivel als wildeman met een knots in de hand. De wildeman kan een inwijdende functie hebben voor jongemannen en de knots vinden we bij de Kelten terug als symbool voor dood en wedergeboorte. De god Dagda heeft een ketel van overvloed en een knots, hiermee kan hij mensen dood maken, maar ook weer tot leven wekken. Waarom de duivel hier een knots heeft wordt niet duidelijk. (4)

Opgegeten en uitgepoept worden door de duivel

Het meest in het oog vallende beeld blijft toch het verorberen van de ziel door satan, die dan in een aantal van de voorbeelden hem – of een andere ziel – van onderen weer uitpoept of uitspuugt via zijn tweede mond. Maar is dit poepen of baren? Deze duivels zien er niet vrouwelijk uit, toch hebben zij geen fallus maar een gat onderin waar de menselijke wezens uitkomen. Is het dan toch een soort van vagina? Er zijn afbeeldingen van demonen die naast een fallus, ook borsten hebben, hermafroditisme is wellicht een mogelijkheid. Het lijkt erop dat de duivel zelf zijn lichaam gebruikt als hel voor vele zielen. Het is daarmee een lichaam en een gebied tegelijkertijd geworden. Daarmee is de duivel te vergelijken met Hades als god van de onderwereld en Hel als godin van de onderwereld. Dit zien we nog duidelijker terugkomen in het symbool van de hellemond. Met zijn mond slokt hij de verdoemde zielen op, die vervolgens eeuwig gevangen zijn in de hel.

Of is er toch een weg uit de hel? De zielen gaan in de duivel, maar ook uit de opperduivel zelf komt de ziel opnieuw tevoorschijn. Als de opperduivel tegelijk het gebied van de hel zelf is betekent dit dat de ziel uit de hel zou ontsnappen! Ondanks de paradox dat deze ziel volgens de Italiaanse afbeeldingen dan nog steeds in de hel verkeert, ziet die ziel er sereen uit in plaats van gekweld. Als het klopt dat het gaat om een opeenvolging van gebeurtenissen met één en dezelfde persoon, dan eindigt deze gekroond. De kroon is een teken van meesterschap, iemand is heerser geworden en staat daarmee in het centrum van zijn leven. Het lijkt er op dat hij de macht heeft gevonden om met eigen kracht de hel te ontsnappen. Het grote voorbeeld van de gekroonde koning die de hel binnen treedt en er weer heelhuids uit tevoorschijn komt is natuurlijk Jezus Christus zelf in zijn ‘harrowing of hell’. In deze – apocrieve – afdaling in de onderwereld neemt de pas gekruisigde en gestorven Christus vele rechtvaardigen met zich mee omhoog uit de hellemond.

Conclusie

Zonder twijfel is de eerste boodschap in het opgegeten worden door de duivel dat dit een afschuwelijke straf voor een hoofdzonde is. Toch kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat de beeldtraditie iets anders aangeeft dan het orthodoxe christelijke geloof. Blijft de ziel werkelijk voor eeuwig in de hel? In de heidense traditie gaan helden en goden de onderwereld in en komen ook weer terug (Odysseus, Aeneas, Orpheus, Inanna, Tammuz, Adonis, Dumuzi, Enkidu etc.). In het sjamanisme gaan sjamanen uit hun lichaam en betreden als initiatie de onderwereld en komen – vaak na heftige martelingen – toch weer terug. Is er iets van deze oudere traditie terug te vinden in de door de duivel uitgeworpen en wellicht gekroonde zielen? Zodra je weet dat ook in de vroege middeleeuwen het schema hel/ hemel/ vagevuur niet volledig werd begrepen, maar de hel vaak verward werd met de wereld van de doden/ de onderwereld, dan wordt de duivel de heerser van het dodenrijk. De hel in- en uitgaan wordt dan synoniem met doodgaan en wedergeboren worden. We zullen helaas de precieze betekenis nooit weten omdat de uitleg bij de fresco’s ten enen male ontbreekt.

Het heeft er in ieder geval veel van dat de beeldentaal van een oudere heidense traditie van sterven en wedergeboren worden voor de uitverkorene (aangegeven door de slang, ketel, knots en het opgegeten en weer uitgepoept worden door de heer van de onderwereld) deels overgenomen is om ingezet te worden als beeld voor de gruwelijkste marteling die voorbehouden is voor de ergste zondaars. Voor Dante waren dit de plegers van verraad. Uit de afbeeldingen maak ik op dat het ook gaat om plegers van de zonde van de hoogmoed (superbia). Het zijn zij die denken dat ze – net als Lucifer dacht – als een god kunnen worden. Vanuit mijn eigen optiek zie ik hier mensen in die heer en meester over hun eigen wereld, bewustzijn en energie wilden zijn. Figuren als Simon Magus, tovenaars en sjamanen die hun eigen wijzen van extase vonden, maar dat niet mochten van de heersende kerk, die alle vormen van extase veroordeelden behalve de extasen van de heiligen van de christelijke kerk. Ooit zullen de beelden verschrikkelijk angst hebben veroorzaakt. Ik ben blij dat ze nu voornamelijk slechts verwondering en verbazing opwekken.

Abe van der Veen

  1. Het laatste oordeel is in de christelijke mythologie een onderdeel van het Einde der tijden scenario. Het wordt beschreven in de Openbaringen van Johannes, het laatste bijbelboek. Hierin worden de ‘schapen’ gescheiden van de ‘bokken’ oftewel de goede van de kwade mensen inclusief de allang gestorven mensen. De goeden gaan naar de hemel en de slechten/ de zondaars naar de hel. Deze wordt in veel schilderingen daarom in al zijn gruwelijkheid afgebeeld om de gelovigen op het rechte pad te houden. https://nl.wikipedia.org/wiki/Dag_des_oordeels
  2.  https://en.wikipedia.org/wiki/Dante%27s_Satan
  3. Dit bijten van de slangen is te zien in het slecht bewaarde fresco van de gebroeders Orcagna in de Santa Maria Croce in Florence (ca. 1350).
  4.  https://en.wikipedia.org/wiki/The_Dagda

The post Opgegeten en uitgepoept door de duivel: Afbeeldingen van het Laatste Oordeel in noord-Italië first appeared on Abe de Verteller.

]]>
https://www.abedeverteller.nl/opgegeten-en-uitgepoept-door-de-duivel-afbeeldingen-van-het-laatste-oordeel-in-noord-italie/feed/ 1
Heksen in de kunst tot 1650 https://www.abedeverteller.nl/heksen-in-de-kunst-tot-1600/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=heksen-in-de-kunst-tot-1600 https://www.abedeverteller.nl/heksen-in-de-kunst-tot-1600/#respond Thu, 15 Oct 2015 16:12:41 +0000 http://www.abedeverteller.nl/?page_id=4440 Heksen...

The post Heksen in de kunst tot 1650 first appeared on Abe de Verteller.

]]>
Heksen spreken enorm tot de verbeelding en dat al eeuwen lang! Vanaf 1565 onder invloed van de zuid-Nederlandse schilder Bruegel is het beeld van de heks geworden tot een stereotype: de oude, lelijke heks – met of zonder puntmuts – die in de ketel roert en de jonge, naakte heks die met de bezemsteel door de schoorsteen naar buiten vliegt. Meestal is ze vergezeld door een zwarte kat en de duivel is aanwezig in de vorm van een bok. (1)

Hieronder vindt je een – zo goed als volledige – verzameling van de afbeeldingen die we kennen van heksen in Europa tot 1600. Daarna vindt je een selectie van de mooiste schilderijen met als thema hekserij. Je zal merken dat veel van de stereotype elementen al vroeg aanwezig zijn, maar er zijn ook duidelijke afwijkingen. Heksen rijden op draken, geiten, hooivorken en zelfs penissen (en zo nu en dan ook op een bezemsteel) en ze gaan nog niet via de schoorsteen de lucht in! Vooral de afbeeldingen van de Duitse kunstenaar Hans Baldung Grien zijn zeer opmerkelijk. Aan deze afbeeldingen heb ik daarom een apart artikel gewijd.
Ik nodig je uit om een virtuele rondwandeling te maken in deze galerij van middeleeuwse en vroeg-moderne heksenkunst!

ca. 1280 – 1450 Schleswig muurschildering in de Dom

ca. 1280 – 1450 Schleswig muurschildering in de Dom

Zijn dit echt de eerste twee afbeeldingen van heksen? Dat is nog maar de vraag: de dateringen die ik tegen kom verschillen enorm. (2)

We zien twee vrouwen die – naakt op een mantel na – lijken te vliegen op een tijger en een bezemsteel. Ze lijken vrij jong te zijn, al heeft de eerste hangborsten. De eerste draagt een hoorn. Mogelijk is dit te associëren met godinnen als Fortuna en Abundia die ook afgebeeld worden met zo’n hoorn als een ‘Cornucopia’; een hoorn des overvloeds. Het vliegen op dieren wordt al vermeld in de Canon Episcopi (ca. 900 AD), ook al worden deze vrouwen dan nog niet heksen genoemd. De bezem bij de tweede heks is ook curieus: zij bestaat niet uit twijgen, maar uit blaadjes.

010

ca. 1300 Lyon (Frankrijk) op de deur van de kathedraal Saint Jean Baptiste

Vrouw rijdend op een bok met een knook in de ene hand en een gigantische paddestoel in de andere. Of dit een heks moet voorstellen is zeer de vraag.

009

ca. 1350 Auxerre (Frankrijk) op het zuidportaal van de kathedraal Saint-Etienne

Naakte vrouw op een bok, mogelijk ‘Luxuria’ (wellust) voorstellend. Of deze vrouw een heks zou kunnen zijn is erg onzeker.

Steen met afbeelding van heks in Halse grote kerk

14e eeuw Halle (België) Basiliek

Naakte vrouw rijdend op een eenhoorn. Zeker omdat er nergens anders heksen worden afgebeeld die op eenhoorns rijden is het zeer de vraag of dit werkelijk een heks betreft.

Champion_des_dames_Vaudoises

1451 Martin le Franc – Boekverluchting uit ‘Le champion des dames’ (Frankrijk)

Deze twee vrouwen die op een bezemsteel en op een staf vliegen worden ‘Vaudoises’ (Waldenzen) genoemd. Hekserij wordt in de oudste teksten ook wel ‘vaudoiserie’ genoemd en daarmee verward met de ketterse sekte van de Waldenzen.

71134ac708b21c2fcb3a8483f910b40f

ca. 1460- 70 Boekverluchting in ‘Invectives contre la secte de vauderie’ van Johannes Tinctoris

Heksen vliegen met bezemstelen of met behulp van demonen, terwijl onder in de verluchting de duivel in de vorm van een bok wordt aanbeden en zijn aars wordt gekust.

20151008_132807

ca. 1460 – 1470 Boekverluchting in ‘Invectives contre la secte de vauderie’ van Johannes Tinctoris

20151008_132816

20151008_132729

ca. 1460 – 1470 Boekverluchting in ‘Invectives contre la secte de vauderie’ van Johannes Tinctoris

nmdgrl

ca. 1460 – 1470 Brugge – Boekverluchting in ‘Invectives contre la secte de vauderie’ van Johannes Tinctoris

Martin le Franc Le Champion des dames 1470

1470-1482 Boekverluchting in Martin le Franc – Le Champion des Dames uit Savoie (Frankrijk): Vrouwen aanbidden de duivel in de vorm van een kat

006

1470-1482 Boekverluchting in Martin le Franc – Le Champion des Dames uit Savoie (Frankrijk): Vrouwen gaan naar de sabbat. Een van de vrouwen zweeft op een bezemsteel en een andere heeft een zalfpot in de hand. Zij beantwoorden nog niet aan het stereotype van de heks, het zijn meer voorname, mooie vrouwen.

liebeszauber1470

ca. 1470 Meester van de Nederrijn (Duitsland) – Liebeszauber (Liefdestover)

lippi-brau 1457

Fillipino Lippi ca. 1480 Heksen

Hieronymus_Bosch_-_Witches_-_WGA02635

ca. 1470 – 1516 Hieronymus Bosch – Heksen

cz06 molitor-1489 streghe_01cat-riding

1493 Houtsneden in Ulrich molitor – De lamiis et phitonicis mulieribus/ ‘von dem Unholden’
Van links naar rechts: Vrouw met een demon als minnaar, Heksenvlucht met heksen veranderd in dieren, Heksen die slecht weer (hagel) maken met behulp van een brouwsel, mannelijke heks rijdt op een kat en een oude vrouw rijdend op een hooivork wordt meegevoerd door een duivel.

wbr Woodcut Witches with Devil
15e eeuws (?): Heks, duivel en tovenaar vliegen op een bezemsteel een vrouw tegemoet

Laat middeleeuwse muurschildering uit Zweden

Laat middeleeuwse muurschildering uit Zweden

Durer four witches

1497 Albrecht Dürer – Vier heksen

AN00011360_001_l

ca. 1500 Albrecht Dürer: Heks rijdt achterstevoren op een bok.

Albrecht Altdorfer 1506

1506 Albrecht Altdorfer – Heksen rijden op bokken naar de sabbat

1510-1520 Daniel Hopfer – Gib Frid (Laat me gaan)

 hbg23

1510 Hans Baldung Grien – heksensabbat

Schaufelein 1511 woodcut

1511 Hans Schaufelein – Heksen bezig met verschillende rituelen

Hans Burgkmair (Houtsnede) – Der junge weisse König erhält Unterricht in schwärzer Magie (De jonge witte koning ontvangt onderwijs in zwarte magie 1512-1516

407px-Picture_of_Airborne_Witch_by_Niklaus_Manuel_Deutsch

ca. 1513 Niklaus Manuel Deutsch – Zwevende heks

e6943dd0

1514 (of 1517) Hans Weiditz – ‘von den Unholden oder von den Hexen’ uit: Die Emeis van Von Kaysersberg

416px-Baldung_hexen_ca1514

1514 Hans Baldung Grien – Drie naakte heksen

departing-sabbath

1514 Hans Baldung Grien – Vertrek voor de sabbat

tumblr_n0rasdfO0n1qm5yeno1_500

1514 Hans Baldung Grien – Heksensabbat

hbg8

ca. 1515 Hans Baldung Grien – Heksensabbat

Hans_Baldung_-_Stehende_Hexe_mit_Ungeheuer

1515 Hans Baldung Grien – De heks en de draak

tumblr_kp3rmkn01A1qzhn4uo1_500

1515 Meester van het monogram HF (Hans Franck?) – Heksensabbat

la strega agostino veneziano ca1515

ca. 1515 Agostino Veneziano – La strega (de heks)

Niklaus_Manuel_Deutsch_-_Witch_-_Google_Art_Project

1518 Niklaus Manuel Deutsch – Pentekening van een Oude heks

weiditz-witchcraft

1518 (of 1532) Hans Weiditz – Hexe in ihrem Garten (De heks in haar tuin) Houtsnede

ca. 1520-1530 Agostina Veneziano of Marcantonio Raimondi – Lo stregozzo  (de heksen)

HBG zweihexen_1523

1523 Hans Baldung Grien – Twee heksen

van Oostsanen heks van Endor

1526 Jacob Cornelisz van Oostsanen – Saul bij de heks van Endor

Lucas Cranach melancholia 1528

1528 Lucas Cranach de Oude (ws. Wittenberg, Duitsland) – Melancholia

Cranach,_Lucas_d._Ä._-_Die_Melancholie_-_1532

1532 Lucas Cranach de Oude (Wittenberg, Duitsland) – Melancholia (andere versie)

Witches-Sabbath-by-Parmigianino

ca. 1530-1540 Parmigianino – Heks rijdend op een gigantische fallus

grien_18

ca. 1534 Hans Baldung Grien – De behekste stalknecht

Gerard d Euphrates

1549 Anoniem – Satan wordt aanbeden uit: Livre de I’histoire et ancienne cronique van Gerard d’Euphrates

heks rijdt op draak Jan de Bisschop 1628

ca. 1500-1552 Jan de Bisschop (1628-1671), gewassen pentekening naar een verloren gegaan ontwerp van Frans Crabbe van Espleghem (1480-1553) – Heks veroorzaakt brand en storm

20151008_134644

1555 Houtsnede uit Olaus Magnus – Gentibus septentrionalibus – Heksen toveren storm, schipbreuk en ziekte van het vee

ca 1555 Duitse houtsnede

20151008_142356

1565 Pieter Bruegel – Jacobus bij de Tovenaar

004

1566-1570 Bartholomäus Spranger (?) – Tooveryken in een Ruwijne

002

Eind 16e eeuw Adrianus Hubertus naar Bartholomäus Spranger – Tooverijscene in een Romeinse ruïne

Onbekend 1582 heksensabbat Witches stirring up brew in caldron. From Abraham Saurs Ein Kurtze Treue Warning

1582 Anoniem Duits – Heksen brouwen iets in de ketel uit: Abraham-Saurs- Ein kurtze treue Warning

1591-witches-bring-children-to-devil

1591 Anoniem Engels – Heksen krijgen popjes van de duivel (Uit het pamflet over het proces van Agnes Sampson)

Hoogtepunten uit heksen in de kunst na 1600

1604 Jacques de gheyn II – Drie heksen in een kelder

1606 Frans Francken II – Heksenkeuken

1607 Frans Francken II Heksenbijeenkomst

1608 Jacques de Gheyn II – Heksenkeuken

1610 Frans Francken II – Heksenkeuken

1608-1610 Jacques de Gheyn II – Heksenbijeenkomst

1613 Uit Pierre de Lancre – Description du sabbat des Sorciers

janvanderveldede tovenares 1626
1626 Jan van der Velde – De tovenares

Cornelis Saftleven Witch's Tavern

ca. 1630-1640 Cornelis Saftleven – Heksenkeuken

Heksensabbat-David-Teniers-II-1633-Museツ-de-la-Chartreuse-Douai-e1441790065269
1633 David II Teniers – Heksensabbat

Claes Jacobsz van der Heck – Heksensabbat 1636

1645 David II Teniers – Vertrek voor de sabbat

1645 David II Teniers – Vertrek naar de sabbat

1646 Salvator Rosa – Witches at their incantations

Teniers – Hekserij onder de galg ca. 1650

1865-1868 Antoine Wiertz – La jeune sorcière

Falero departure

1878 Luis Falero – Vertrek naar de sabbat

1896 Jean Léon Gerome – La verité sortant du Puits

1913 Power O’ Malley – Beware the beautiful witch

1) Vrij snel na het tot stand komen van deze pagina kreeg ik het voortreffelijke boek ‘Vrouwen op den besem en derghelijck gespoock’ van Renilde Vervoort in mijn bezit. Als ik deze eerder had ingezien had mij dat heel wat werk gescheeld! Dit boek is een aanrader voor ieder die geïnteresseerd is in heksenafbeeldingen. Vrijwel elke afbeelding op deze pagina staat ook in dit boek en meer..

2) http://www.strangehistory.net/2016/05/27/the-earliest-broomstick-witch/

3) Deze afbeelding uit ca. 1300 Lyon (Frankrijk) op de deur van de kathedraal Saint Jean Baptiste wordt vaak gehouden voor een heks. Het is echter Marcolf(us) die rijdt op een bok en een haas in zijn hand houd als oplossing voor een raadsel van koning Salomo. Hij is gekleed noch ongekleed (met een mantel om zijn naakte lijf), Rijd niet te paard, noch te voet en brengt een gift en toch ook niet (de haas loopt direct weer weg). M. Camille – Image on the edge: the margins of medieval art p. 27

Caped-witch-riding-goat-and-whirling-a-hare-relief-from-door-of-Lyons-Cathedral.-Directly-opposite-another-panel

The post Heksen in de kunst tot 1650 first appeared on Abe de Verteller.

]]>
https://www.abedeverteller.nl/heksen-in-de-kunst-tot-1600/feed/ 0
De gruwelijk wulpse heksen van Hans Baldung Grien https://www.abedeverteller.nl/de-wulpse-heksen-van-hans-baldung-grien/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=de-wulpse-heksen-van-hans-baldung-grien https://www.abedeverteller.nl/de-wulpse-heksen-van-hans-baldung-grien/#comments Mon, 12 Oct 2015 15:26:07 +0000 http://www.abedeverteller.nl/?p=4382 De...

The post De gruwelijk wulpse heksen van Hans Baldung Grien first appeared on Abe de Verteller.

]]>
De Duitse schilder Hans Baldung Grien (1) (1485-1545) maakte begin zestiende eeuw een aantal opmerkelijke tekeningen en houtsneden van heksen. Zij intrigeren mij enorm omdat zij op een aantal plaatsen afwijken van het stereotype heksenbeeld en daardoor als schokkend kunnen worden ervaren. Voor mij zijn het afbeeldingen van verschillende stadia van trance. De heksen treden uit hun fysieke lichaam en kunnen vervolgens met hun geestlichaam reizen. Laten we ze eens stuk voor stuk goed gaan bekijken!

Heksensabbat 1510

417px-Baldung_Hexen_1508_kol

Dürer: Heks rijdt achterstevoren op een bok ca. 1500

Dürer: Heks rijdt achterstevoren op een bok ca. 1500

De beroemdste heksenafbeelding van Grien is de houtsnede die we kennen als ‘Heksensabbat’ uit 1510. Dit is direct ook de eerste afbeelding van heksen van Baldung Grien die wij kennen. We zien zes naakte heksen, een kat en twee geiten. Een naakte vrouw zit – tussen drie hooivorken in – naast een dode boom. Zij heeft een pollepel in de hand en opent een kruik met vreemde tekens. Uit deze kruik komt rook of stoom. Een oude vrouw heeft een doek en een schaal met dode vogeltjes in haar opgeheven handen. Het lijkt alsof ze een ritueel gebaar maakt. Een andere vrouw die links zit bekijkt het tafereel en houdt een beker vast. Zij heeft een hooivork voor zich waaraan worsten en een kruik hangen. Boven hen vliegt een jonge vrouw die achterstevoren op een bok zit met een hooivork in haar handen. Tussen de tanden van de vork zit een kruik met (tover)drank waarin beenderen drijven. Linksboven zweeft er nog een vrouw – dit keer zonder hulpmiddelen – door de lucht. De vrouw op de bok lijkt Grien rechtstreeks te hebben ontleend aan een gravure van zijn leermeester Albrecht Dürer. (2) De afbeelding wordt gezien als een voorbereiding op de heksensabbat. De heksen zijn mogelijk bezig met aanroepingen, het brengen van offers en met het aanbrengen van de heksenzalf om daarmee te kunnen vliegen naar de grote heksensabbat. De worsten zou je kunnen opvatten als fallussymbolen. Heksen waren berucht om het het stelen van de penissen (oftewel hun potentie of vruchtbaarheid) van mannen.

Drie naakte heksen 1514

Vier jaar later maakt Baldung Grien vijf of zes afbeeldingen van heksen op rij.

416px-Baldung_hexen_ca1514
1514 Deze tekening draagt de tekst ‘Der Corcaden ein gut jar’ (De geestelijken een goed jaar). Een tekst die op het eerste gezicht niets met de afbeelding te maken lijkt te hebben. Op een gravure zien wij drie naakte vrouwen. Een vrouw buigt zich diep voorover voor de twee andere vrouwen. Wellicht als een soort van onderwerpingsgebaar. De jonge vrouw benadrukt dit door haar rechtervoet op haar rug te plaatsen. Zij houdt een pan boven zich in haar rechterhand waarin iets zit wat lijkt te branden of walmen. Mogelijk moet de andere vrouw deze substantie innemen als onderdeel van haar inwijding. De derde vrouw is beduidend ouder en heeft haar hand op de rug van de onderworpen vrouw en de andere hand om de tweede vrouw heen geslagen. De woorden ‘ein gut jar’ zijn een nieuwjaarswens en beduiden dat de afbeelding plaats vind met Nieuwjaar. Deze sacrale tijd werd veel gebruikt voor omkeringsrituelen. De buigende jonge vrouw die door haar eigen benen naar achteren kijkt, kan daarom opgevat worden als een symbool voor de omgekeerde wereld. (3) Vanaf nu is zij lid van de heksensekte, maar zij moet haar werkelijke inwijding nog krijgen. 

Heksensabbat 1514

tumblr_n0rasdfO0n1qm5yeno1_500
Op de afbeelding uit 1514 zien wij vier naakte vrouwen, een naakt kind en een kat. Een staande jonge vrouw draagt op plechtige wijze een schaal met daarop een schedel en een been van een mens. Een knielende vrouw met wapperende haren laat een ketting – met kralen, dobbelstenen en een miniatuurschedeltje – in haar hand bungelen. Ze heeft een hooivork tussen haar benen, waaraan drie worsten en een kruik hangen. Achter haar rug kijkt een oude vrouw scherp toe. Ook wordt ze vastgehouden door een klein kind. De vierde vrouw is jong en naakt. Zij zit op de grond en helt naar de zijkant toe. Zij heeft haar ogen dicht en houdt met haar linkerhand de ketting vast. Mogelijk staat de ketting voor haar levensdraad en levenslot, waarbij de dobbelstenen de onbestendigheid van het menselijk lot laten zien en de schedel de onvermijdelijke dood.

Met haar rechterhand houdt ze een staf vast. Het heeft er sterk van dat ze haar urine of zelfs haar feces heeft laten lopen, maar de stroom van de substantie voert naar boven. Ook de kat voelt zich beroerd en is bezig iets uit te braken. Bij nadere beschouwing lijkt het erop dat ze de staf met opzet bij haar vagina of aars houdt. Er 001verschijnt een lichtpuntje op de staf. Zij maakt blijkbaar op deze wijze vuur!

Er is één middeleeuws beeld dat hiermee overeenkomt: Het verhaal van de vuurwraak van Virgilius. Deze tovenaar dooft – op magische wijze – alle haardvuren in Rome en vertelt dat het vuur slechts te halen valt bij de nobele dame Phoebille en wel met een kaars of staf tussen haar billen vandaan! En inderdaad elke huisvader weet daar zijn staf weer in brand te krijgen om zo het haardvuur te ontsteken. (4)

Jacques de gheyn 1608 heksenkeuken - kopieWat is hier aan de hand? Het lijkt er sterk op dat hier een ritueel wordt uitgevoerd, waarin de zittende vrouw een inwijding ondergaat. Zij lijkt onder invloed van de een of andere hallucinogene substantie. Ze kan nauwelijks meer overeind blijven en laat mogelijk de controle over haar sluitspieren gaan. (Iets wat ook bekend is van het huidige gebruik van hallucinogene planten zoals bv. ayahuasca.) Toch kan het ook iets anders zijn, want het stroomt als een soort gas omhoog! Is het hier de geest die in de vorm van rook of damp het lichaam verlaat? Hoe grotesk dit idee ook lijkt, het is vanuit het energetisch beeld van de mens logisch: Er is een uitgang via de kruin naar de hemel toe en een (achter)uitgang via de stuit naar de aarde of de onderwereld toe. Ook via die uitgang kon volgens toen heersende theorieën vitale levensenergie (pneuma= adem/geest) in de vorm van lucht of gas het fysieke lichaam verlaten. (5) Ook in de ‘heksenkeuken’ van Jacques de Gheyn II uit 1604 is een heks te zien waarbij iets uit haar billen komt (gas, vlammen?). Ze is net bezig om met haar bezemsteel door de schoorsteen te vliegen. Als we deze interpretatie hanteren dan verandert ook ons begrip van de kat. Hij braakt dan niet, maar krijgt juist de damp binnen. Hiermee komt de geest van de heks het kattenlichaam in! Dit gegeven wordt ook verbeeld in een afbeelding van Frans Francken uit 1607.
Voor een beter begrip pakken we ook de volgende tekening van Baldung Grien erbij.

De heksensabbat ca. 1515

hbg8
De pen en inkttekening genaamd ‘de heksensabbat’ uit ca. 1515 lijkt sterk op het voorgaande tafereel. Het toont ons vijf naakte vrouwen en twee katten. De vrouw op de voorgrond is eveneens in onmacht. Het lijkt alsof ze haar feces of urine laat lopen. Ze kijkt omhoog alsof ze daar iets (een visioen) ziet. Daar in de lucht is inderdaad een oudere naakte vrouw bezig te vliegen met een hooivork tussen de benen. Achter haar aan komt een bok die ook door de lucht vliegt. Rechts staat een oude vrouw die op een hoorn blaast. Een vrouw – met een kat in haar handen – kijkt naar het tafereel. Een wat oudere vrouw knielt voorover en roert met een stafje in een potje. Ook zij heeft iets wat uit haar anus en/of vagina komt. Net als bij de andere vrouw op de voorgrond gaat het als rook of stoom de lucht in. Helemaal vooraan zit een kat die klaarblijkelijk aandachtig een (tover)boek bekijkt.

Teniers Hexenszene_1700Het gegeven dat hetgeen wat uit beider vrouwen hun vagina komt omhoog stijgt pleit niet voor de theorie dat het om urine of feces gaat. Ook het feit dat de vrouw aan de rechterkant duidelijk niet in onmacht is, maar juist alle aandacht heeft bij haar taak, maakt duidelijk dat het hier toch niet gaat om disfunctionerende sluitspieren. Mogelijk wordt hier het proces van het uit het lichaam treden van een heks weergegeven! De knielende, staande en zwevende vrouw zijn dan drie fasen in een proces waarin eerst de geest het lichaam verlaat via de anus of vagina en dan met behulp van de demon/kat gaat zweven en uiteindelijk al vliegend in de lucht is te zien. Het innerlijk vuur doet de hooivork of – bij de vorige tekening – de staf ontbranden. Het is de energie waarmee gevlogen kan worden! Mogelijk zien we deze staf of kaars ook weer terug in de schilderijen van David Teniers uit ca. 1645. Ook hier ondergaat de jonge naakte heks een inwijding van een oudere heks. Ze staat klaar met haar bezemsteel om de schoorsteen uit te vliegen en als curieus detail is er een brandende kaars in de twijgen van haar bezemsteel gestoken! Met het vurige mannelijke element gestoken in de vrouwelijke twijgen wordt het vliegen mogelijk.

Vertrek voor de sabbat 1514

departing-sabbath
In een derde gravure genaamd ‘Vertrek voor de sabbat’ uit 1514 zien we vijf naakte vrouwen, twee katten, een geit en een naakt kind. Op de voorgrond zit een jonge vrouw die zich voorover buigt. Ze heeft een papier (met toverformule?) in haar hand en een hooivork op schoot. Haar andere hand doet iets tussen haar benen (wellicht smeert ze zich in met zalf?) Ze heeft haar benen over een tweede vrouw heen. Deze houdt de vork bij een van de tanden vast en heeft in haar andere hand een beker waaruit een vlam- of rookachtige substantie komt. Beiden hebben de ogen dicht. Achter de eerste vrouw zien we een kat en een kruik. De kruik wordt omgeven door een walm of uitwaseming. Achter de andere vrouw bevindt zich een naakt kindje dat op een bok of geit leunt. Op de voorgrond vinden we een bot, schedel en kaars. Een kat en een vrouw in het midden van de voorstelling kijken omhoog hoe een naakte jonge vrouw in de lucht mee wordt gevoerd door een oudere vrouw. In een soort van paniek steekt ze de handen in de lucht. De oude vrouw heeft een hooivork in de hand, maar berijdt deze niet.

In mijn ogen wordt er weer een opeenvolging weergegeven en zijn de drie jonge vrouwen één en dezelfde en zo ook de twee katten. Door de spreuk en de zalf is zij in een trance-bewustzijn geraakt en met behulp van de oude, al ingewijde heks kan ze uit haar lichaam treden en meegevoerd worden. Dit gaat nog wel gepaard met angst en onzekerheid, zoals te merken is uit haar houding en gelaatsuitdrukking. De schedel laat zien dat dit een semi-doodservaring is en de geit dat dit gebeurd onder auspiciën van de duivel. (deze zou je ook kunnen zien als de heidense god van inwijding en wijsheid, die de kunst beheerst om uit het lichaam te treden om in het geestlichaam te gaan).

De heksen van HF 1515

tumblr_kp3rmkn01A1qzhn4uo1_500
De volgende pentekening uit 1515 is mogelijk niet van Baldung Grien. Hij wordt namelijk niet met HB maar met HF ondertekend. Toch qua datum en stijl sluit hij naadloos aan bij de voorgaande heksentaferelen. Het toont ons vier naakte vrouwen en een bok. Een vrouw ligt slapend of bedwelmd op de voorgrond met een omgekeerde schaal en een gevallen kelk naast haar. De andere vrouw ligt op haar rug en houdt een schedel in haar hand. Boven hen lijkt vlak boven de grond een vrouw te zweven op een hooivork. Ze houdt die stevig vast met haar handen en omknelt die met haar benen. We zien de kop van een bok direct achter haar. Deze heeft – al dan niet bedoeld – geen lichaam. Een staande, naakte, oudere vrouw heeft een staf (hooivork?) in haar hand waar ze een bos hooi mee voor zich houdt. Op de staf zit een vogel. Op haar rug draagt zij een kind.

Ook hier lijkt het dat de drie onderste vrouwen – onder auspiciën van de oudere vrouw als inwijdster – een inwijding ondergaan. Zij  worden bedwelmd en verkeren vervolgens in een trance. Met behulp van de bok en de hooivork kan de middelste vrouw leviteren. Het is wel de vraag wat de oude heks met de bos hooi wil, of is het toch een kruik met een walmend goedje?

De heks en de draak 1515

Hans_Baldung_-_Stehende_Hexe_mit_Ungeheuer
Het wordt tijd voor de meest opzienbarende en scabreuze afbeelding van Baldung Grien! Op een pen en inkttekening genaamd ‘Heks en draak’ uit 1515 zien wij een monsterlijk wezen, mogelijk een demon of een draak. Het heeft een muil met scherpe tanden en het heeft een soort van manen. Verder heeft het geen poten, wat het tot een soort slangachtige maakt. Het beest staat in een hoogst curieuze verbinding met een naakte jonge vrouw. Zij is druk bezig de stengel van een plant in het trompet-achtige open uiteinde van de staart van het monster te steken. Tegelijk komt er een soort rooksliert uit deze opening. Diezelfde stengel komt er bij de muil van het monster weer uit en … gaat er vervolgens bij de vagina van de jonge vrouw weer in! Op het eerste gezicht dacht ik dat het de tong van het draak-monster betrof, maar die bungelt naast zijn mond. Een klein naakt kindje is druk doende om de muil van het beest open te houden en een ander naakt kindje houdt de staart vast. Klaarblijkelijk doet het beest deze dubbele penetratie niet vrijwillig. De kindjes hebben geen vleugels anders zou je aan ‘putti’, engeltjes denken. Wat ze dan wel zijn is niet duidelijk. Het lijkt erop dat wij hier te maken hebben met een zeldzame vorm van seks met de duivel. Toch is dit niet een voldoende verklaring voor alles wat er te zien is.

Rod_of_asclepiusAls we deze slang-draak interpreteren als de energiestroom van de heks dan begint er een interne logica te ontstaan. In het – uit de Griekse mythologie afkomstige – symbool van de esculaap zien we een slang rondom een staf kronkelen. Door die slang is genezing mogelijk. Je kunt deze zien als de energiestroom die zich kronkelt rondom de wervelkolom. De slang werd in de christelijke mythologie echter een synoniem voor de duivel.

Draak Schongauer_MichaelAndTheDragonHet is opmerkelijk hoeveel overeenkomsten de tekening van Baldung Grien heeft met de afbeelding van Michael en de draak! Er wordt een lans c.q. staf in de opening van een draak gestoken. Lans en staf staan voor mannelijke daadkracht. Door deze in de aardse energie van de draak te steken wordt deze niet gedood, maar getemd! De energie van de draak komt – bij de heks via de vagina – weer terug in haar systeem. Vanaf dit moment kan zij haar energie op een bewuste manier als draak berijden! Baldung laat geen heksen zien die op slangen of draken rijden, heks rijdt op draak Jan de Bisschop 1628maar dit beeld is wel al bekend uit de Griekse mythologie bij Medea en haar met draken aangespannen wagen. Brueghel beeldt ze in 1565 in de gravure ‘Jacobus bij de tovenaar’ wel af! Ook het berijden van de bok zoals zowel bij Baldung Grien als bij Brueghel te zien is, kan je interpreteren als het berijden van de getemde dierlijke energie die ieder in zich heeft. De heks laat zich meevoeren door deze energiestroom, maar blijft er bewust bij en kan zo nodig bijsturen.
Een zeer expliciete versie van de heks die in trance haar energiestroom als draak en staf berijdt is de pentekening van Jan de Bisschop naar een tekening van Frans Crabbe uit ca. 1500-1552.

20151008_142559

Brueghel 1565 – Detail uit Jacobus bij de tovenaar

Twee heksen 1523 

HBG zweihexen_1523

Jacob Binck - Heks valt de duivel aan 1528

Jacob Binck – Heks valt de duivel aan 1528

Pas acht jaar later zal Baldung Grien het thema hekserij weer oppakken met het schilderij ‘Twee heksen’ uit 1523. Hier zien we een staande heks die schalks achterom kijkt en een op een bok zittende heks met in haar hand een glazen flesje waarin een duiveltje gevangen zit. Achter hen is de lucht onheilspellend rood en donker. Wellicht zijn de twee dames bezig met weermagie en verantwoordelijk voor de opkomende donkere luchten. (6)
Wederom zijn de heksen geen slachtoffer of dienaar van de duivel, maar hebben ze juist de duivel getemd! Hij zit in een flesje klaar voor gebruik. Ook de bok heeft het kwaad te verduren, hij wordt bijna geplet door de zittende heks. Zij is duidelijk meesteres over de situatie. Deze en de vorige afbeelding staan meer in de beeldtraditie van de verschalkte duivel die onderworpen wordt door de dominante vrouw. Een voorbeeld hiervan zien we in de gravure van Jacob Binck uit 1528.

De behekste stalknecht ca. 1534

grien_18

De laatste heksenafbeelding van Baldung Grien is ‘De behekste stalknecht’ uit ca. 1534. De stalknecht ligt door toedoen van de met een fakkel zwaaiende heks in een staat van katalepsie. In combinatie met het paard is mijn interpretatie dat de heks zijn geest als rijdier gaat gebruiken om zichzelf naar de sabbat te transporteren. Dit gegeven komen we ook tegen in diverse sagen. Ook de brandende fakkel is te zien als een symbool voor de mannelijke energie die de heks zich op vampiristische wijze toe-eigent zodat ze klaar is om te vliegen.

Conclusie

Bij de meeste zeventiende-eeuwse Nederlandse genreschilders wordt het onderwerp ‘heksen’ nog voornamelijk gebruikt als vorm van entertainment en als een excuus om blote vrouwen af te beelden. Bij de vroeg zestiende-eeuwse schilder Hans Baldung Grien ligt dit anders. Hekserij werd toen nog hoogst serieus genomen en de heksenvervolgingen waren nog in volle gang. Als man van zijn tijd zal Baldung Grien zijn heksenafbeeldingen wel bedoeld hebben als voorbeelden van hoe het niet moet en als afbeeldingen van verdorven vrouwen. Toch denk ik dat we deze afbeeldingen niet moeten zien als pure allegorieën. Het is zeer wel mogelijk dat hier heksenrituelen zijn afgebeeld zo de kunstenaar zich dat voorstelde door wat hij gelezen, gehoord of meegemaakt had.

Abe van der Veen

De noten zijn nog onder constructie.

1) Hij kreeg zijn cognomen ‘Grien’ oftewel groen omdat dit zijn favoriete kleur was. Naar verluid droeg hij alleen maar kleren met een groene kleur. Het kan ook zijn omdat hij veel groen in zijn schilderijen gebruikte. http://personal.rhul.ac.uk/uhle/001/HansBaldung.htm

2) The appearance of witchcraft – Zika p. 27
Over het stelen van penissen door heksen wordt een hoofdstuk gewijd in de Malleus Maleficarum uit 1475.

3)

4) Gender and witchcraft – red. Brian P. Levack p.396

5) https://en.wikipedia.org/wiki/Pneuma

6) The goat, a symbol of the devil, appears too feeble to carry the plump witch who has taken a seat on it – a distinctly ironic commentary on the witch craze of Baldung’s time. The dragon-like creature imprisoned in the flask stands for quicksilver, an element used in salves as an antidote to syphilis, which had been raging in Europe since 1495 on an epidemic scale. One of the witches nevertheless unashamedly looks out at the – male – viewer with a provocative gaze. http://www.staedelmuseum.de/en/collection/two-witches-1523

It is to be feared that Grien wants us to imagine that the witch has just given birth, and it is an umbilical cord that connects her to a monster that has just ingested her baby.

Linda Stone – Terrible crimes and wicked pleasures: Witches in the art

De Givry – Witchcraft, magic and alchemy p.55

https://www.artandpopularculture.com/A_history_of_erotica

 

The post De gruwelijk wulpse heksen van Hans Baldung Grien first appeared on Abe de Verteller.

]]>
https://www.abedeverteller.nl/de-wulpse-heksen-van-hans-baldung-grien/feed/ 6