Warning: Constant WP_CRON_LOCK_TIMEOUT already defined in /mnt/web617/a0/52/524175852/htdocs/STRATO-apps/wordpress_02/app/wp-config.php on line 109
The post De helpers van Sinterklaas in Europa first appeared on Abe de Verteller.
]]>Hieronder volgt een lijst van al die Duivelse Pieten door Europa heen, waarbij ik met de gruwelijkste begin, genaamd Krampus, en eindig met de verdacht veel op zwarte Piet lijkende Schmützli. Na het bekijken van deze lijst moet het duidelijk zijn dat de helper van sint Nicolaas in vele vormen komt. De Nederlandse ‘Schenkman’ versie als donker knechtje is er maar een van vele. Verderop wordt nog aandacht besteed aan Zwarte Sinterklazen en enkele andere buitenissige cadeaubrengers met de kerst om te eindigen met mijn suggestie voor een nieuwe en verbeterde Piet.
Krampus uit Oostenrijk, Beieren en Zwitserland
Een van de meest gruwelijke helpers van de Sint is Krampus. Deze komt voor in Oostenrijk, Beieren en Zwitserland. Zijn naam komt van ‘klauw’ en hij ziet er uit als een duivel. Hij is gehoornd en harig, vaak met een lange rode tong. Hij draagt soms een stok of een ketting en dreigt daarmee kinderen te slaan. De Krampusduivels maken een rondgang op Sint Nicolaasavond, waarbij ze lawaai maken met bellen en hoorns. Ze krijgen ‘schnaps’ van de omstanders. Ze dreigen kinderen mee te nemen naar de hel en slaan jonge vrouwen op de billen met berkentwijgen. (2)
Klaubauf en Bartl uit Oostenrijk
In Tirol lopen met sint Nicolaas de Klaubaufs rond. Deze Klaubauf ziet er – net als Krampus – uit als een duivel met zijn schapenvacht en duivelsmasker met bokkenhorens. Soms heeft hij een lange, rode tong die uit zijn mond steekt. Hij kan een grote zak of mand bij zich hebben voor stoute kinderen. Ook sleept hij met kettingen rond als teken dat hij een geketende duivel is. Nog vaker draagt hij enorme koebellen bij zich, waarmee hij veel lawaai maakt. Kinderen in Vinzgau probeerden hem op vijf december – met gevaar voor eigen leven – wakker te maken.
In Karinthië (Oostenrijk) wordt dit monster de (Schmütz)bartl genoemd. Hij is in zwarte schapenvellen gehuld, draagt een gehoornd masker en zijn rode tong hangt uit de mond. Soms heeft hij een paardenvoet en hinkt hij. Er bestaat in Oostenrijk de suggestieve uitdrukking ‘hij weet waar Barthel de mosterd vandaan haalt’! De Klaubauf en Bartl lusten graag schnaps en geven veel aandacht aan jonge meisjes. (3)
Cert uit Tsjechië
In Tsjechië winden ze er geen doekjes om; de metgezel van de Sint is gewoon čert oftewel de duivel. Om hem ietwat in toom te houden heeft hij meestal een engel als metgezel. Het woord čert betekent echter ook ‘hert’. Dit duidt erop dat vroeger deze figuur mogelijk op een hert heeft geleken en dus een mens vermomd als dier was.
Bij al deze duivelse figuren vind men naast Nicolaas ook regelmatig een aantal engelen. Deze goede krachten zijn echter duidelijk in de minderheid. (4)
Pelznickel en Pelzmärte uit Duitsland
Pelznickel komt uit Zuidwest-Duitsland en geeft zijn cadeaus zonder bischoppelijke assistentie. Pelznickel betekent zoiets als Nicolaas met de huiden of de afranselende Nicolaas. Hij neemt dus zelf de plaats van sint Nicolaas in of is te zien als een wilde variant van Sinterklaas. Hij is van top tot teen in huiden gekleed. ‘Pelzen’ betekent echter ook afranselen en inderdaad draagt Pelznickel een roede bij zich. Soms heeft hij een masker met een lange tong. Hij maakt kinderen bang, maar gooit ze ook noten en fruit toe. Vroeger, als de kinderen zich bukten om de lekkernijen op te rapen, sloeg hij ze met de roede op de rug.
In de Zuid-Duitse streek Zwaben komt ongeveer dezelfde figuur voor, maar daar heet hij Pelzmärtel. Zijn naam is afgeleid van de bisschop sint Maarten en hij komt meestal al op elf november. Naast huiden draagt hij ook een koebel en vaak heeft hij een zwartgemaakt gezicht. Pelznickel kwam zelfs voor in Penssylvania in de Verenigde Staten, Duitse migranten vermomden zich daar in de vroege negentiende eeuw als deze figuur. Hij had huiden om en een zwart gezicht of een masker op en hij sloeg met een zweep, hij sprak onverstaanbare brabbeltaal. (5)
Knecht Ruprecht uit Duitsland
Ruprecht komt vooral voor in Noord- en midden Duitsland. We komen hem al tegen in zeventiende-eeuwse bronnen. Ruprecht heeft een lange, donkere baard, een roe, een zak en vaak een zwart gemaakt gezicht. Hij is in bont gehuld en heeft ook nog vaak hoorntjes op het hoofd. Op zijn rug draagt hij een mand om stoute kinderen mee te vervoeren. Hij riep: ‘Ich bin der alte böse Mann, der alle Kinder fressen kann‘. Stoute kinderen zou hij in zijn zak meenemen om later op te eten of om in de rivier te gooien. Ruprecht is net als Robin en Robert een veel voorkomende duivelsnaam. Hij werd ook wel Ruklaus genoemd, zeg maar de ruige (Sinter)Klaas. Zijn naam zou komen van ‘Ruhperht’, wat hem één van de lelijke, ruwe Perchten zou maken. (zie beneden voor de Perchten) Hij komt samen met Sinterklaas of het kerstkind, maar ook wel alleen. (6)
De Buttnmandl uit Zuid-Duitsland
In Zuid-Duitsland in Berchtesgaden lopen er in de sint Nicolaasoptocht de ‘Buttnmandl’ mee. Het zijn jongemannen die zich onherkenbaar hebben gemaakt met bossen stro en met zogenaamde ‘larven’ (pels- of houten maskers met hoorns, lange tanden en uitstekende tongen). Ze zijn vaak behangen met klokken die de hele tijd moeten blijven luiden tijdens de optocht. Er loopt ook een Nicolaasvrouw (Nikoloweib) mee . Zij gaan in een optocht door het dorp en gaan ook op huisbezoek. (7)
Le père Fouettard uit Frankrijk
In delen van Oost-Frankrijk wordt de Sint vergezeld door een oude bekende van hem. Deze heet ‘le père Fouettard’ wat ‘de zweep slaande vader’ betekent. Hij is vaak gekleed in het zwart en met een zwarte baard. Hij heeft een zweep, mand en kettingen bij zich. Mogelijk is deze figuur al heel oud, want al in de vroege middeleeuwen gaat er het verhaal dat de Sint eens drie scholieren redde die door een herbergier vermoord waren en in stukken gehakt. Deze waren door deze moordenaar in een vaatje met pekel gestopt. Sint Nicolaas deed alsof hij juist wat vlees wou uit dat vaatje en klopte met zijn staf drie maal op het vat. Prompt sprongen de drie jongens er levend en wel uit! Deze booswicht wordt in Frankrijk ‘le père Fouettard’ genoemd en mag de Sint vergezellen om de stoute kinderen met zijn zweep te slaan. (8)
Hans Trapp uit de Elzas
Hans Trapp heeft ooit echt geleefd en was een beruchte ridder uit de vijftiende eeuw. Hij moet maar liefst twee meter lang zijn geweest en kreeg het aan de stok met de kerk. Hij stierf kort na zijn excommunicatie en in het volksgeloof werd hij een kinderetende, Satan vererende boeman. Hij zou rondzwerven in de bossen, waar hij zich als vogelverschrikker vermomde om zo kindertjes te kunnen pakken en op te eten. Dit ging door tot God hem verzengde met een bliksemschicht. Gelukkig voor hem deed Sint Nicolaas hem herleven en nam hem onder zijn hoede. Toch heeft hij nog steeds zin in kindervlees. Zeker als het gaat om het vlees van stoute kinderen! Hij neemt ze mee in zijn mand en laat ze los in een donker woud. De kinderen worden nooit meer terug gezien..
Hans Trapp heeft een zwart gezicht en een grote zwarte baard, hij is gehuld in dierenvellen en kondigt zich aan door met kettingen te rammelen en hard op de grond te stampen. Aan dat stampen heeft hij de bijnaam Trapp te danken. Na de reformatie begeleidde Hans niet meer sint Nicolaas, maar het Christuskind. Vreemd genoeg is dit meestal een jong meisje met een witte jurk en een witte sluier. (9)
Schmützli uit Zwitserland
De gezel van Sami Klaus (de Zwitserse naam voor de Sint) heet Schmützli. Deze Piet uit Zwitserland is volledig in het zwart of bruin gekleed en heeft een zwart gezicht. Schmütz betekent viezigheid. Zijn gezicht is dus zwart van viezigheid. Hij heeft een zweep, ketting en roe bij zich, maar ook een zak met cadeaus en snoep. Pas na een examen in braafheid krijgen de kinderen de presentjes. Werden ze stout bevonden dan kregen ze met de roe. Er werd ook gedreigd dat ze mee moesten in de zak om dan in het woud opgegeten te worden. Tegenwoordig laat Schmützli de zweep en ketting thuis en dreigt niet meer. (9)
Hadji Firoez uit Iran
Hadji is een man met een zwartgemaakt gezicht met rode lippen en een felrood kleed. Hij is degene die het Nieuwjaar aankondigt in Iran. Dit doet hij met zang, tamboerijn en dans. Zo zorgt Hadji ervoor dat iedereen blij en gelukkig het nieuwe jaar ingaat. Hij heeft een zwart gezicht omdat hij zo dichtbij de Nieuwjaarsvuren staat of anders omdat hij uit de onderwereld komt. Hij is de trouwe kameraad van Amu Nowruz, een figuur met een lange, grijze baard. Zij zouden al uit de tijd van het Zoroastrisme komen – dus nog voor de komst van de Islam – wat ze dan minstens 1500 jaar oud zou maken! (10)
Duistere Klazen in Nederland en Zwitserland
Als we dan toch bezig zijn, is onze bisschop wellicht ook aan een make-over toe. Welk kind weet tenslotte tegenwoordig nog wat een bisschop is? Ook hier geeft een duik in de geschiedenis en in de gebruiken van enkele geïsoleerde gebieden veel alternatieven.
Nog in de negentiende eeuw gingen Zwarte Klazen rond in Amsterdam. Ze maakten lawaai met rammelende kettingen en waren op zoek naar stoute kinderen. Ook in Wessinge aan de Veluwezoom trad een Sinterklaas op met een zwartgemaakt gezicht. Aan zijn linkerbeen droeg hij een ketting met een steen. In Grou in Friesland wordt geen Sinterklaas gevierd, maar sint Pieter. Voor 1903 had deze sint Pieter nog een ketting aan zijn been en een oude jas om, waarop lekkernijen waren genaaid. Hij had een doek voor zijn gezicht die alleen zijn ogen onbedekt liet. Dit duurde voort tot de plaatselijke kleuterjuf daar een einde aan maakte en hem omvormde tot de ‘tweelingbroer’ van Sinterklaas. Aan het begin van de negentiende eeuw liepen in Franeker op sinterklaasavond gemaskerde schippersknechten rond in lelijke gewaden. Zij toeterden met hoorns en maakten ketelmuziek. Een van hen was verkleed als duivel met een zwarte ketting aan zijn been. Zo moeten er over heel Nederland verspreid meer van dit soort optochten zijn geweest. (11)
In Nederland zijn van de ‘wilde’ Klazen alleen de Sunderums van Terschelling en de Klaasomes of Sunneklazen van Ameland nog over. Zij lopen rond op vijf december. Oorspronkelijk hadden zij een witte broek en een wit hemd aan en een masker met wit gaas. Verder hadden zij een stok en een toeter bij zich. (12)
In Zwaben en Zwitserland gaan de Kläuse rond op Sinterklaasavond. dit heet Klausjagen. Ze zijn in het wit gekleed met een zwarte kap. Verder zijn ze met bellen behangen en dragen vreemde maskers gemaakt van boombast. Vaak hebben ze enorme mijters op en gaan rond met veel lawaai van koebellen, zweepknallen en hoornblazen. (13)
Conclusie
Deze korte opsomming moet voldoende zijn om een indruk te krijgen van de helpers van sint Nicolaas en aanverwanten. Wat opvalt is dat ze allemaal spannend eng zijn. Ze roepen een aantrekkelijk soort angst op. Bijna allen hebben de uitstraling van een sater of een wildeman van het woud. Ze doen de dingen die wij niet durven. Ook al worden ze meestal niet zo genoemd, toch zou je ze het eerste associëren met duivels. Toch de duivel als symbool voor alle kwaad zijn ze ook niet. Daarvoor zijn deze wezens te ondeugend en spannend. Mogelijk zijn we met deze duistere helpers van sint Nicolaas late exponenten van de gehoornde God op het spoor gekomen. In Nederland zijn deze wezens – die in de negentiende eeuw nog in volle glorie rond doolden – van hun engheid ontdaan en lief en schattig gemaakt voor de kinderen.
Er zijn bij de helpers van Sinterklaas – zoals ik het zie – minstens drie lagen te ontdekken: de heidense natuurgeest die sterke connotaties met de dodencultus heeft, vervolgens de christelijke duivel die ‘geknecht’ is door de bisschop en zo voor het ‘goede’ gebruikt kan worden en ten derde bij de Nederlandse variant komen daar nog bovenop associaties met donkere knechten uit de koloniale negentiende eeuw. Dit laatste past niet meer in onze tijd en het is logisch dat er veel moeite is gedaan om dat element uit de Piet te halen. Dit zou echter ook anders kunnen dan het ‘roetveeg’ compromis. Met een paar flinke aanpassingen is dit probleem op te lossen. Ik hoop van ganser harte dat onze Piet niet zal verwateren tot een politiek correcte, commerciële, halfzachte kerstelf, maar zal uitkristalliseren tot het beste wat de Piet door de tijden heen te bieden had.
Wat mij betreft kunnen we prima zonder het clowneske pagepakje van de huidige Pieten. Het mag van mij wel wat stoerder en wilder met pelzen of huiden en hoorns op het hoofd bijvoorbeeld. Als je de Pieten dan ook nog een baard geeft dan zou ook de kleur zwart prima weer kunnen. In deze combinatie is er namelijk nauwelijks meer een associatie met racisme te maken. Zwart is dan weer de kleur van de donkere aarde, de nacht, de winter en de dood. De kleur zwart heeft zoveel meer associaties dan die met huidskleur, als je dit combineert met een ander pak is voor mij de kwalijke associatie met huidskleur verdwenen. (20)
Abe van der Veen
1) http://nl.wikipedia.org/wiki/Zwarte_Piet
2) http://www.krampus.com/
The upside down Christmas tree and other stories – D. Scott p. 129 e.v
http://www.youtube.com/watch?v=bnfeWKyaiws&feature=player_detailpage Bewijs van het billen slaan..
http://vimeo.com/16878465
Janssen p. 60
3) Janssen p.63
Farwerck – Noordeuropese mysteriëen p. 260
Grimm – Teutonic mythology p.515
http://www.dbnl.org/tekst/stoe002nede01_01/stoe002nede01_01_0042.php
http://www.sagen.at/texte/sagen/oesterreich/tirol/alpenburg/klaubauf_paznaun.html
4) http://www.myczechrepublic.com/czech_culture/czech_holidays/saint_nicholas.html
5) http://www.udi.germanistik.uni-wuerzburg.de/pdf/presse/Nikolaus_Volksblatt.pdf
https://de.wikipedia.org/wiki/Pelzm%C3%A4rtel
Clement, M. – Christmas in ritual and tradition 211 1912
Siefker, P – Santa Claus, last of the wild men 19-23
6) Farwerck 256
Janssen 151
http://en.wikipedia.org/wiki/Companions_of_Saint_Nicholas
http://en.wikipedia.org/wiki/Knecht_Ruprecht
7) http://de.wikipedia.org/wiki/Buttnmandl
https://de.wikipedia.org/wiki/Buttnmandllauf
8) http://en.wikipedia.org/wiki/P%C3%A8re_Fouettard
9) https://historycollection.com/ten-terrifying-christmas-customs-legends-around-world-will-give-chills/7/
9) Upside down Christmas p. 133
http://www.youtube.com/watch?v=GW–OM_pj1s
10) en.wikipedia.org/wiki/Hajji_Firuz
11) Nicolaas, de duivel en de doden – Janssen 39, 150
Farwerck – Noordeuropese mysteriëen p. 255
Als net niet meer gelovige jongen in het Friese dorpje Ryptsjerk ging ik te ‘Sinterklaazjen’. Dit hield in dat je verkleed als zwarte Piet of Sint de straat op ging om bij huizen aan te kloppen, waarvan je wist dat er kleine kinderen woonden. Je riep zijn er hier nog stoute kinderen? En gooide pepernoten in het rond. Daarna verwachtte je een beloning in de vorm van snoep. Nog eerder hadden deze jongens puur een wit laken om en een masker op, de Piet sleepte nog met een ketting.. (Farwerck 255) Nu is het gebruik helaas uitgestorven.
12) http://www.jefdejager.nl/sint.php
http://en.wikipedia.org/wiki/Companions_of_Saint_Nicholas
Janssen p. 48
13) http://www.feestenalmanak.nl/feest/sinterklaas
Janssen p. 55
http://en.wikipedia.org/wiki/Klausjagen
14) http://en.wikipedia.org/wiki/Christkind
15) http://deflipside.com/?p=4157
http://en.wikipedia.org/wiki/Joulupukki
16) Farwerck 285, 328
W. Samson – Christmas p. 79
17) http://nl.wikipedia.org/wiki/Befana
17b) https://fr.wikipedia.org/wiki/Tante_Arie
18) Farwerck – Mysteriën 256, 287
http://jol.ismennt.is/english/gryla-terry-gunnell.htm
Sluijter – Ijslands volksgeloof p.111
Bedell – Hildur queen of the elves p. 73
19) Ginzburg – Extacies
http://books.google.nl/books?hl=nl&id=xSrjsgvCu8YC&q=ruprecht#v=snippet&q=ruprecht&f=false Siefker – Santa Claus – Last of the Wild Men
Schrijnen – De H. Nicolaas in de folklore
20) Ik moet helaas erkennen dat het diepere aspect in de betekenis van Zwarte Piet allang niet meer wordt herkend en dat dit ook niet snel terug zal komen. Het feest in zijn huidige vorm is dusdanig geseculariseerd en geciviliseerd dat het niet meer uitmaakt of Piet zwart is of roetvegen heeft of anderszins. De kinderen zullen er niet minder van genieten en alle mensen met een Afrikaanse oorsprong of met een donkere huidtint zullen er dan naar alle waarschijnlijkheid meer van kunnen genieten. De volwassene met een bleke teint had al bijna de sint in de uitverkoop gezet en was dan overgelopen naar de kerstman, ware het niet dat met het Sinterklaasjournaal en de vele bioscoopfilms de Sint weer ‘hip’ was gemaakt. Die ‘normale’ volwassen Nederlander keek ook al niet om naar meifeesten, oogstfeesten en andere allang verdwenen gebruiken en die maalt zeker niet om de diepere, esoterische betekenis van het feest. Dus waarom die hakken in het zand? Het sinterklaasfeest blijft een prachtig feest wat velen dierbaar is, maar het zal niet verdwijnen. Sint verdwijnt niet als Piet roetvegen krijgt, het kinderfeest blijft bestaan, maar verandert weer een stukje en zo is dat alle vele malen eerder zo gegaan. Dit doen is niet impliciet toegeven dat je fout zat en al die tijd racist was, maar dat je erkent dat er elementen van racisme in het uiterlijk van Zwarte Piet zitten en dat je dus over je eigen schaduw heen kan stappen. Ik zou persoonlijk kunnen leven met een roetpiet. Dit zou een mooie handreiking zijn naar degenen die moeite hebben met het racistische element dat gaandeweg toch ook in Piet is geslopen. En toch snap ik dat dit verrekte moeilijk is voor velen. Dit komt omdat de Piet-discussie onlosmakelijk verbonden is geraakt aan een breder racismedebat.
Het toegeven aan verandering wordt namelijk lastiger gemaakt doordat het lijkt dat je toe moet geven aan een leugen. De oorsprong van Piet ligt een stuk complexer dan het negerslaaf verhaal en de liefhebber van Piet doet dit geenszins vanuit racistische motieven (al zitten er zeker racisten tussen). Door zwart op te geven lijkt het dat je leugens moet accepteren als alternatieve waarheden omdat de ‘tegenpartij’ heeft gewonnen en de winnaar heeft altijd gelijk! De blanke/witte is schuldig ad infinitum, want de erfzonde van slavernij en kolonisatie blijft eeuwig aan hem plakken. Toegeven zou betekenen dat je deze erfzonde accepteert en zo maak je je eeuwig schuldig! Deze polarisering is om triest en soms ook om woedend van te worden. Pas als je je aan laat spreken door al deze beschuldigingen wordt het doen van een kleine geste – roetveeg bv. – een enorm moeilijke stap. Juist als je dit koud van je af laat glijden, omdat het werkelijk niets met jou als persoon te maken heeft, kan je grootmoedig zijn. Dan wordt het aanpassen van het uiterlijk van Piet weer een bagatelle, een kleinigheid. Je kunt een voorkeur uitspreken, maar hé waar doen we eigenlijk moeilijk over?
Maar mag dit toegeven dan ook van twee kanten komen? Wie donker van tint is kan er ook voor kiezen om zich niet te laten beledigen of te laten kwetsen. Als er duidelijk geen intentie daartoe is, is dat vrij makkelijk. Als het gaat om een licht pesterijtje – hé daar loopt zwarte Piet! – dan is dat ook prima van je af te schudden. [ik doe hetzelfde als ik weer eens nageroepen wordt met ‘hé daar loopt Jezus’ vanwege mijn lange haar en baard] Er zijn meer en belangrijkere redenen om je zwart te schminken dan ‘blackface’ en daarom mag je moeite doen om die associatie van, zwart gezicht is denigrerend naar gekleurde mensen toe, kwijt te raken. Dat betekent dat negatieve gevoelens je niet meer aangedaan worden, je hebt het zelf in de hand. De ander eeuwig schuldig maken, betekent jezelf eeuwig slachtoffer maken en wie doe je daar in godesnaam een plezier mee? Hiermee ophouden is waarschijnlijk de belangrijkste handreiking naar het ‘andere kamp’. De veel gehoorde zinsnede ‘zwarte Piet is racisme’ is veel te kort door de bocht. Racisme zit niet in het wezen van de zwarte piet maar in de hoofden van mensen die bij dit symbool een negatief geladen mentaal plaatje maken.
Het lijkt mij dat iedere organisatie zelf mag bepalen welke vorm en kleur van Piet hij zal kiezen. Er is in deze tijd geen voor iedereen goede keuze te maken. Er is wel de mogelijkheid om persoonlijk ervoor te kiezen om je niet gek te laten maken, je niet op de kast te laten jagen, je niet te laten kwetsen of beledigen om elkaar als medemensen te zien in plaats van ‘hullie van het pro- dan wel contra- zwartepieten-kamp’. Dat betekent naar argumenten luisteren ook al zinnen ze je niet, daar inzichten over opdoen en je oude mening soms bijschaven, ook al doet dat even pijn, zodat je nader tot elkaar komt en dit kan en moet zelfs van twee kanten komen.
https://havegermanwilltravel.com/documents/n-z/hgwt_nikolaustag-knecht21.pdf
The post De helpers van Sinterklaas in Europa first appeared on Abe de Verteller.
]]>The post De horrorsint: Sinterklaas als boeman first appeared on Abe de Verteller.
]]>Er waren goede redenen om kinderen bang te maken. Vele kinderen verdronken voortijdig, het vertrappen van het koren betekende letterlijk minder brood op de plank. De sint was echter meer dan een gewone boeman. Hij deed de afrekening van een jaar. De goede en de slechte daden kwamen in het grote boek te staan en de hamvraag was; komt er een plus of een min na de eindstreep. Werd het de koek of de gard? Werd het lekkers voor het zoete of de roe voor het stoute kind? Want ‘wie zijn kind liefheeft die kastijdde het’, tenminste zo dacht men en zo stond het geschreven. (2)
De sint was streng, doch rechtvaardig en daardoor ontzagwekkend en angstaanjagend. Want hoe zeker was je van je zaak? Had je energie gegeven of energie genomen? De grens tussen goed en kwaad ligt niet zo helder.
Nicolaas en de duivel
Nicolaas komt waarschijnlijk van Nikè. Het Griekse woord voor overwinning. Laas komt van ‘laos’, het volk. (3) In dit geval kan dit duiden op de overwinning van de sint op het volk der geesten of demonen. Dit volk werd later gezien als toebehorend aan de duivel. De kerk bestempelde ze als kwaad. In enkele van zijn heiligenlegenden overwint Nicolaas de duivel en sindsdien heeft hij hem in zijn gevolg als dienaar. De zwarte Pieten zijn te zien als duivels, demonen of dolende geesten.
De stam ‘nic’ in Nicolaas kan ook etymologisch verwant zijn aan ‘necro’ (=dood) en ‘niger’ (=zwart) wat duidt op zijn band met doden en geesten en – in hun verlengde – met demonen. Luther noemt in de zestiende eeuw al Nicolaas en het larvenvolk in één zin. (4) Larf is het Romeinse woord voor een ronddolende kwade geest . De nigromancïer is degene die de doden of de geesten kan oproepen en bevelen. In feite doet de sint niets anders met zijn volk van zwarte Pieten.
(links Knecht Ruprecht met de hoorns van de duivel en rechts de Sint met Krampus een Oostenrijkse duivel)
Piet als duivel
Vroeger waren de Pieten beter te herkennen als duivels. Ze hadden de roede om te bestraffen, de ijzeren ketenen waarmee ze rinkelden als teken van hun gebondenheid aan hun meester – de geestenbedwinger sint Nicolaas – en ze hadden de zak waarmee ze de verdoemde zielen (en later de stoute kinderen) mee verzamelden om naar de hel te brengen. In Duitsland en Oostenrijk is het duivelse van de Piet beter te herkennen. In sommige streken in Duitsland wordt hij Beëlzebub genoemd of Ruprecht en heeft dan beestenvellen om en hoorns op het hoofd. In 1663 zei zijn knecht Ruprecht nog het volgende rijmpje: ‘Ich bin der alten bösen Man, der alle Kinder fressen kan‘. Hij is de zielenvreter, hij is de duivel. (5) In Oostenrijk heet hij Klaubauf of Krampus. Hij draagt een duivelsmasker, heeft een zak en ketenen bij zich en wordt vaak duivel genoemd.
Zwarte Klaas
Zelfs Nicolaas kon iets demonisch krijgen als je kijkt naar de zwarte klazen van Amsterdam die vroeger met ketenen en lawaai makend de straten onveilig maakten of de omineuze Klaasomes van Ameland. Old Nick is niet voor niets een bijnaam voor de duivel. (6) Moet je dus bang zijn voor Sint en Piet? O ja, absoluut! Het is beter om kinderen en jezelf te leren hoe met angst om te gaan dan de angst te ontkennen en de angst die veroorzaakt wordt door de wetenschap dat je niet zuiver op de graat bent en dat je op een dag ontmaskerd zal worden is een van de grootste angsten.
Elk jaar is er een afrekening. Heb je gegeven of genomen? Ben je over de bank genomen goed of kwaad? Zolang je leeft betekent dit moment zoetigheid of een zakje met zout. Een vruchtbare of een onvruchtbare tijd voor de boeg. Maar aan het einde van het leven komt de grote afrekening. De sint blijkt werkelijk te bestaan en zijn staf is een zeis. Achter zijn baard, snor en wenkbrauwen zie je een schedel met holle ogen. Hij snijdt je levensdraad door en voert je ziel met zijn schip naar Spanje. Spanje is hier te zien als een metafoor voor het land der doden. Daar woont iemand die nog groter en ontzaglijker is dan hij. Want de dood zelf is de opperboeman. (7)
1) Mijn ouders lazen nog het boekje “mee in den zak” waar de stoute kinderen naar Spanje werden gebracht om tot pepernoten vermalen te worden of om te werken op de landerijen van Sinterklaas. Zij lieten het mij zien als een kostbaar bezit waar ze nog vol nostalgie aan terug dachten.
2) Of anders: ‘Wie zijn kind liefheeft spare de roede niet.’ Beide gezegden naar aanleiding van teksten uit de Bijbel.
http://www.biblija.net/biblija.cgi?Bible=Bible&m=2+Sam+7%3A14%3B+Spr+13%3A24%3B+19%3A18%3B+22%3A15%3B+23%3A13-14%3B+29%3A15%3B+Heb+12%3A6-7&compact=1&id16=1&id18=1&pos=0&set=1&l=en
3) http://en.wikipedia.org/wiki/Nicholas
4) http://books.google.nl/books?id=838KAQAAIAAJ&pg=RA1-PA148&lpg=RA1-PA148&dq=Larvenvolk+und+Niclas+Bischoffe&source=bl&ots=g8UynfdDpE&sig=ImIQk7xJw2EKunIwPOjUr-mVawU&hl=nl&sa=X&ei=bXOyUOqqLaeH0AWE9IGQAQ&ved=0CDEQ6AEwAA#v=onepage&q=Larvenvolk%20und%20Niclas%20Bischoffe&f=false
5) Nicolaas de duivel en de doden – Louis Janssen (1993 Utrecht) p. 151 Dit is absoluut hèt standaardboek over de folklore van Sinterklaas in Nederland.
6) Janssen p. 33
7) Wie boe zegt wil je bang maken en laten schrikken. Hij maakt zichzelf tot een boeman of in het Engels de ‘bogeyman’. ‘Bog’ is het oude Slavische woord voor God. Maar welke god?
Lees ook: http://www.sinterklaasmythen.nl/
The post De horrorsint: Sinterklaas als boeman first appeared on Abe de Verteller.
]]>