Warning: Constant WP_CRON_LOCK_TIMEOUT already defined in /mnt/web617/a0/52/524175852/htdocs/STRATO-apps/wordpress_02/app/wp-config.php on line 109
The post De symbolische betekenis van de Ka’aba, de Eben Shetyya en andere stenen van het begin en het centrum first appeared on Abe de Verteller.
]]>In dit artikel wil ik een aantal belangrijke stenen onder de aandacht brengen die een grote invloed hebben gehad op de religie van vele culturen. Ik heb het dan over de Egyptische Benben steen van Heliopolis, de Griekse Omphalos van Delphi, de Keltische Lia Fail te Tara, de Romeinse Lapis Manalis en de steen van Cybele (beiden in Rome), de Joodse Eben Shetyya te Jeruzalem en de Arabische steen in de Ka’aba van Mekka. Deze heilige plaatsen werden gezien als het centrum van de wereld en juist op zulke plekken ligt of lag een ‘baetyl’, een heilige steen. Enkele van deze stenen werden ook gezien als het begin en de oorsprong van alle materie. Je kunt deze stenen zien als gigantische krachtcentra die de mens uit zijn dualiteit terug naar de éénheid en daarmee het centrum en het oerbegin kunnen brengen. Het is niet voor niets dat met name Jeruzalem, Mekka en Rome de centra zijn geworden van de drie belangrijkste monotheïstische religies! Om de reden hiervan duidelijk te maken zal ik de eigenschappen van de verschillende heilige stenen behandelen. Vervolgens beschrijf ik de verschillende heilige stenen nader in detail.
Het oerbegin
Ergens is het allemaal begonnen, ergens is er een plaats waar de allereerste materie van het universum zich gevormd heeft. Omdat mensen een directe relatie hebben met materie moest dat volgens de oude beschavingen wel ergens op aarde zijn. Deze materie kwam volgens de Egyptenaren als een berg oprijzen uit het Nun, hun naam voor de kosmische oceaan. Op dat eerste stukje materie zat al een god, de god Atoem. Zijn naam betekent ‘berg’ waardoor je kunt veronderstellen dat hij zelf die berg is. Zijn naam zou ook alomvattend en compleet betekenen. Dit maakt hem een wezen dat beide geslachten in zich heeft. Die berg, dat eerste stuk steen, heette Benben, wat ‘er uit vloeien’ betekent. Dit slaat mogelijk op het moment waarop Atum door middel van een orgasme de wereld schiep. (1)
Volgens de Joodse folklore begon de schepping van de wereld door Jahweh met de Eben Shetyya. Hij gooide deze steen als het eerste brok materie in de ‘Tehom’, de afgrond. De Eben Shetyya is een platte geelbruine rotssteen die gezien wordt als het fundament of de hoeksteen waar rondom God de wereld heeft gebouwd. Dit maakt de Tempelberg van Jeruzalem – waar de Eben Shetyya ligt – tot een centrum van de wereld. Ook paus Urbanus verklaarde in de elfde eeuw dat Jeruzalem het heilige centrum van de wereld was. (2) Oude wereldkaarten maken Jeruzalem inderdaad tot het midden van de wereld.
Volgens de Arabieren kwam de zwarte steen van de Ka’aba in Mekka uit de hemel afgedaald. De steen was door God al in het begin tijdens de scheppingsweek aangewezen als de steen voor zijn altaar. Adam deed toen al de rondgang rondom deze steen.
De meteoriet
De steen in de Ka’aba wordt vanwege zijn ‘afdaling uit de hemel’ gezien als een meteoriet. Volgens de overlevering was de steen zo wit als melk toen zij uit de hemel kwam, maar doordat zij de zonden in zich opnam van de vele gelovigen is zij zwart geworden. Ook de steen van de godin Kubaba/Cybele te Pessina en die van Artemis te Efeze werden omschreven als stenen die uit de hemel kwamen gevallen. Zelfs in de middeleeuwse Graallegenden wordt de Graal soms beschreven als een edelsteen die uit de kroon van Lucifer is gevallen toen hij uit de hemel viel. Het is mogelijk dat de vondst van een meteoriet – nadat deze zichtbaar uit de dampkring omlaag was gevallen – de aanleiding is geweest om een dergelijke steen als heilig te zien.
Het centrum van de wereld
Het begin van de wereld moet logischerwijze ook het centrum van de wereld zijn. Van daaruit breidde de wereld zich uit en als je daar naar teruggaat moet je weer bij het exacte middelpunt uitkomen. Dit middelpunt moet ook exact onder het centrum van de hemel liggen. Voor de Grieken was dit exacte middelpunt het heiligdom Delphi en om preciezer te zijn de Omphalos, de navelsteen die aan de ingang van de tempel van Delphi was geplaatst. Door twee adelaars vanaf de Olympus elk een andere kant op te laten vliegen vond Zeus dit middelpunt op de plaats waar zij elkaar uiteindelijk weer ontmoetten. Hij plaatste er de steen die ooit door Kronos was ingeslikt in de veronderstelling dat hij het kind Zeus opat en die hij later weer had uitgebraakt.
Voor de heidense Arabieren en later voor alle moslims is Mekka het centrum van de wereld. Het centrum van de wereld is ook de plaats waar je het dichtst bij God bent. De hemelpoort zou recht boven Mekka liggen. De grote moskee van Mekka; de ‘Al-Masjid al-Haram’, zien zij als een aardse replica van de hemelse moskee waar alle engelen God aanbidden. Zij bidden echter niet puur naar de stad Mekka of zijn moskee, maar naar het meest heilige der heiligen in de moskee: de zwarte steen in de Ka’aba. In het centrum van de grote moskee van Mekka staat deze Ka’aba. Dit is een vierkant stenen gebouw – meestal in een zwarte doek gehuld – met daarin als oostelijke hoeksteen een zwarte meteoriet in een ovalen setting genaamd ‘Al-hajar Al-aswad’. Ka’aba betekent kubus en Al-hajar Al-aswad’ betekent zwarte steen.
Een vierde centrum van de wereld is Rome. Alle wegen leiden naar Rome en op de Palatijnse heuvel die gezien werd als het centrum van Rome lag een tempel gewijd aan Cybele. Zij werd vereerd in de vorm van een zwarte meteoriet. Ook lag er naast de Palatijnse heuvel de Lapis Manalis; een steen die de ingang naar de onderwereld zou afdekken. Deze plek werd gezien als de ‘umbilicus urbis’, de navel van de stad. (3)
Poort naar de hemel
Het beginpunt en middelpunt van de wereld kan je zien als een poort naar een ander bewustzijn of een andere dimensie. Het kan zo een ingang naar de hemel èn naar de onderwereld vormen. Ook al is er rondom die oersteen met ons gewone bewustzijn niet meer dan materie te ontwaren, hier was en is toch het contactpunt met die andere niet-zintuiglijk ervaarbare wereld. Dit is een heilige plaats, een plaats waar eenheidsbewustzijn mogelijk is. Ook de Eben Shetyya is zo’n plaats waar je dichtbij de hemel bent. De profeet Mohammed is ooit vanaf deze steen ‘ten hemel opgestegen’. Een andere steen waar een directe connectie met God was te maken was de steen van Bethel. Bethel betekent huis van El, oftewel huis van God. Het was het heiligdom dat Jacob vond toen hij op de vlucht was en buiten ging slapen met een steen als hoofdkussen. Hij zag daar in zijn visioen de engelen van God opstijgen en afdalen door een opening in de hemel (de zogenaamde Jacobsladder). Toen hij wakker werd besefte hij: ‘ik heb geslapen bij een poort naar de hemel!’ Ten teken daarvan richtte hij de steen op als een altaarsteen en zalfde die en noemde de plek Bethel. Een met olie gezalfde, heilige steen heet een ‘baetyl’ of ‘baetylus. Dit woord is verwant aan Bethel. Zo is de heilige steen een plaats waar je de aanwezigheid van God kan ervaren!
Toegang tot de onderwereld
Zo’n begin van materie kan alleen uit de oerchaos zijn ontstaan. Er is geen andere materie, dat zou een paradox zijn. Als vanuit deze allereerste materie het land zich naar alle kanten toe verspreidt dan is het logisch dat als je teruggaat naar dit eerste begin, dat je daar ook het dichtst bij de andere dimensies bent. Zodra materie zich vormt – of het nu uit een kosmisch ei komt of als een steen uit de chaos oprijst – ontstaat er een boven en een beneden, (daarvoor is er nog geen ruimte om een boven en beneden in te hebben) een hemel en aarde. (De Bijbel zegt het al: In het begin schiep God hemel en aarde.) Al heel snel schept de Egyptische god Atoem dan ook Shu en Tefnut, lucht en vocht en uit deze twee ontstaan weer Nut en Geb, hemel en aarde.
Direct onder de oersteen moet de ingang naar de onderwereld zijn. Volgens de folklore der moslims zou er dan ook onder de Eben Shetyya de bron der zielen liggen. In Rome zou op de Palatijnse heuvel de ingang van de onderwereld liggen. Hier was een put gegraven. Deze put werd afgedekt door de Lapis Manalis. Dit is de steen van de Manes; de geesten van de overledenen. De Lapis zou de poort naar Hades, oftewel de ingang van de onderwereld afdekken. Deze put werd wel de ‘Mundus Cerreres’ genoemd en stond op de plaats die gezien werd als het symbolische centrum van Rome; de ‘umbilicus urbis Romae’ (de navel van de stad Rome). Verder is Delphi een duidelijke ingang naar de onderwereld. Het heiligdom was gewijd aan de aardegodin Gaia en de priesteressen ontvingen hun orakels van de slang Python die tot hen sprak vanuit een spleet in de aarde.
Plaats van eenheidsbewustzijn
De plaats waar hemel en aarde samenkomen moet wel een plaats zijn waar het mannelijke en het vrouwelijke samengaan. Dit kan je verbeelden door middel van seksualiteit. Dit zien we terug in de betekenis van de naam Benben voor de eerste steen in Egypte. Dit woord betekent waarschijnlijk orgasme. Volgens een legende moeten ergens in de voor-Islamitische tijd eens een paar genaamd Isaf en Naila de liefde hebben bedreven binnen het heiligdom van de Ka’aba. Ze werden voor straf terstond veranderd in twee stenen. Deze stenen werden in de heidense tijd nog aangeroepen door onvruchtbare vrouwen in de hoop dat zij zo toch zwanger zouden worden. Dit laatste is een teken dat het hier niet om een straf gaat. Het geeft eerder de connectie aan tussen de Ka’aba als het heilige der heiligen en de eenwording die daar plaats vindt. In een Griekse mythe wordt Atalanta en haar man Hippomenes betrapt door Cybele terwijl ze seks bedrijven in haar tempel. Cybele verandert ze als straf in twee leeuwen. Deze krijgen vervolgens wel de eer om haar strijdwagen te trekken. (4)
Ook wordt er van een aantal heilige stenen beweerd dat ze een mannelijk of vrouwelijk geslachtsdeel voorstellen. De Benbensteen is volgens één versie het topje van de fallus van de aardegod Geb, het zou ook kunnen gaan om het versteende zaad van Atoem. De Lia Fail van Tara in Ierland had de bijnaam ‘penis van Fergus’. Van de Omphalos van Delphi wordt meestal gezegd dat zij een navel voorstelt, maar er wordt ook gesuggereerd dat het om een clitoris zou gaan. De steen in de Ka’aba heeft weer een yoni-vormige omlijsting. Al deze dingen zijn maar hints en suggesties maar het zijn er wel een heleboel! (5)
De God(in) in de steen
De heilige steen was het huis van God en in enkele gevallen was het de godheid zelf! Bij deze steen had men het gevoel dichtbij het goddelijke te zijn. De zwarte steen van Pessinus was Cybele en de zwarte steen van Emesa was de zonnegod Elogabalus, Atoem was de Benbensteen en de god Dusares werd vereenzelvigd met zijn steen in Petra. Ook de Ka’aba was in de heidense tijd de godin zelf. Dit zien wij tegenwoordig als extreem bijgelovig, maar als er op de plaats zelf een intens sterke verbinding te leggen valt met het heilige en er een gevoel van éénwording plaats vindt, dan is de entiteit van die plaats vele malen groter dan die van de mens en derhalve goddelijk te noemen. Hiervoor hoefden de stenen niet tot mensvormige beelden gebeeldhouwd te worden. Zodra de steen gebeeldhouwd wordt veranderd hij in een verwijzing naar iets anders wat niet op die plek zelf is, maar wat misschien wel opgeroepen kan worden. De ongehouwen steen als aniconisch beeld van de god of godin is geen verwijzing. Het is de godheid zelf.
De paradox
Zodra men door deze steen in een ander bewustzijn is gekomen telt onze logica niet meer. We betreden de wereld van de paradox. Onder en boven als materiële plaatsbepalingen kloppen niet meer, het is boven èn onder, het besef van tijd verdwijnt, de steen is zwart èn wit, en de god van de plaats is mannelijk èn vrouwelijk! Atoem is dan ook de grote hij-zij, de god is in deze staat nog van beide geslachten! Ook Cybele was als Agdistis een wezen met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsdelen. De steen van de Ka’aba zou eerst wit zijn geweest en zwart zijn geworden door het opnemen van alle zonden der moslims. De steen van Aphrodite op het eiland Paphos zou wit zijn geweest, maar is nu te bewonderen als een zwarte steen. Dit zijn allemaal tekenen dat op die plaatsen een eenheidsbewustzijn bereikt kan worden.
De allergrootste paradox is dat de plaats waar je terug kan gaan naar éénheid en verlichting tegelijk de plaats is waar alle materie uit ontsproot. Daardoor staat de steen van het centrum en de oorsprong ook voor de steen van de materie. Zeker als het om een kubusvormige steen of plaats gaat. De Ka’aba betekent kubus en is ook kubusvormig. Cybele werd oorspronkelijk Kubaba genoemd, oftewel vrouwe van de kubus. Het heilige der heiligen in de tempel van Jeruzalem was in de vorm van een kubus. (6) Ook het altaar van de vrijmetselaars heeft meestal de vorm van een kubus. De kubus staat symbool voor de bouwblokken van de materiële wereld en ook de tweedimensionale vorm, het vierkant is een symbool voor de materie. Zijn vier hoeken staan voor de vier elementen waaruit de materie is gevormd.
De vier elementen
Een aantal beroemde heilige stenen wordt gezien als staande voor één van de vier elementen. De kroningssteen Lia Fail is één van de vier schatten die door het elfenvolk naar Ierland is gebracht. De andere drie zijn een zwaard, een ketel en een speer. Elk van deze schatten staat voor één van de vier elementen, de Lia Fail staat voor de aarde. De Graalsteen is één van de vier verschijningen tijdens de processie van de Graal, naast de beker, het zwaard en de lans. Ook deze vier zijn te associëren met de elementen. Beide keren vertegenwoordigt de steen het element aarde of anders gezegd de meest vaste materie. Dit doet mij denken aan de ‘nemeta’, de heiligdommen in de natuur die meestal zeker drie van de vier elementen op hun terrein hadden: een bron die naar de onderwereld reikt (water), een boom die met zijn toppen naar de hemel reikt (vuur) en een steen die boven en beneden met elkaar verbindt (aarde).
Conclusie
Het onderwerp van de steen van het begin en van het centrum is zeer interessant. Al was het maar vanwege het grote belang dat zowel de Joden, de heidenen, als de moslims aan een dergelijke steen hechten. Voor mij gaat het om de esoterische betekenis van deze steen. Het is de fundatiesteen waarop alle andere materie rust. Wie deze steen weghaalt kan de vernietiging van onze wereld veroorzaken. De wateren van de afgrond, oftewel de kosmische oceaan zouden onze wereld weer overstromen, zoals het ooit gebeurde ten tijde van Noach/Utnapishtim. De mens kon overleven dankzij de Ark, zijn kubusvormige doos, waar zijn kiem van bewustzijn in kon overleven. (7)
Wie naar de steen van het centrum en het begin gaat, kan de ervaring ondergaan wat bewustzijn is zonder materie en gedachten. Meestal is zoiets voorbehouden aan ingewijden. Mensen die dit doen zonder de vereiste inwijding lopen het risico dat de chaos hen overweldigt, oftewel ze worden gek. Toch is het een risico wel waard, want hier is ook de plaats van het heilige der heiligen, de plaats waar je in rechtstreeks contact kan komen met het goddelijke. Dit is ook het contact met de godin van het noodlot, Manat de onafwendbare. Zij toont je dat eenheidsbewustzijn heel dicht bij een bijna-doodervaring komt. Alles waarmee je je kunt identificeren verdwijnt, je wordt opgeslokt in een zwart vierkant gat. Van alle materie en gedachten om je heen blijft precies één zwarte kubusvormige steen over. Daarin – als in de ark – zit je, met rondom chaos of éénheid.
De godin of priesteres, de god of priester is te zien als de goede incubus die op je gaat liggen (=incubare) tijdens de incubatie of tempelslaap in dit heilige der heiligen. Dit verandert je bewustzijn en bezorgt je de nachtmerrie dat je dood gaat én/of de droom van seksuele eenwording. De Godin van de zwarte kubus Kubaba/Cybele, is ook de grote moeder. Net als haar Griekse evenknie Rhea komen alle belangrijke goden uit haar voort. En samen met alle goden, komt er weer orde in de chaos. De eenheidsparadox verdwijnt: hemel en aarde, onder en boven vinden hun plaats weer terug. Als jij opgenomen of opgeslokt wordt door de zwarte steen en daarna weer uitgespuugd, dan zal dood en chaos weer tot orde worden. Een geordende kosmos die nooit meer doods en afgescheiden kan zijn omdat je weet uit welke levende materie hij is opgebouwd. Je bent een ingewijde geworden.
Hieronder zal ik de twaalf belangrijkste heilige stenen uit de oudheid behandelen:
1) De Benben-steen uit Heliopolis Egypte
In de Egyptische mythologie is de Benben de eerste steen of heuvel die oprees uit de diepten van Nu. De god Atoem zat op deze steen of was deze steen. Vanuit deze steen kwam ook de allereerste keer de zon op. Benben zou mogelijk copulatie betekenen. Als de rimpelingen die een steen veroorzaakt in het water zo breidde de materie zich uit, met de zwarte Benben-steen als epicentrum. Zo bleef deze steen het centrum van de kosmos. Volgens de priesters van Heliopolis lag deze steen in hun tempel van de zonnegod Ra. Hij had daar de vorm van een kleine piramide. Dit was daarmee het centrum van de wereld.
De piramide werd wel gezien als de per-neter; het huis van de natuur of van de energie. Mogelijk werden de priesters daar ingewijd in de kracht van de zwarte Benben-steen. Deze steen kon echter ook in het Heilige der heiligen van de tempel liggen om daar de eerste stralen van de zon op te vangen en om daar te dienen voor inwijding. In de mythen van de Egyptenaren leefde de phoenixvogel op de Benbensteen en werd daarom de Bennu vogel genoemd. De fallus van Geb wordt door de Egyptenaren verbeeld door middel van een obelisk. Het bovenste topje van de eerste obelisk werd ook gezien als de Benben-steen en de ‘piramidion’ oftewel de bovenste steen van een piramide werd de ‘benbenet’ genoemd. De piramidion was verguld of juist van zwarte graniet. (8)
2) De Eben Shetyya uit Jeruzalem
De Eben Shetyya is de heiligste plaats voor het Jodendom. Het is een platte geelbruine rotssteen die door God in de ‘tehom’, de afgrond werd gegooid. Eben Shetyya betekent fundament- of hoeksteen omdat hij het fundament of de hoeksteen werd waar rondom God (Jehova) de wereld bouwde. (vgl. de Egyptische Benben-steen) Koning David had de steen opnieuw gevonden tijdens de bouw van de eerste tempel. Toen hij deze probeerde te verwijderen begonnen de wateren uit de diepte op te rijzen. De steen mocht toen op zijn plaats blijven. Het zou de wateren van de afgrond (Abzu) op zijn plaats houden. De steen zou volgens de rabbi’s ook het centrum – de navel – van de wereld zijn. Op deze (altaar)steen heeft Abraham – volgens de Joodse folklore – zijn zoon Isaäk bijna geofferd en hierop heeft ook Noach zijn eerste offer geplengd na de zondvloed. Het is het meest tastbare bewijs van het verbond tussen mens en god. Het is een teken van de mogelijkheid voor de mens om ten hemel op te stijgen.
Deze steen stond in het centrum van het heilige der heiligen van de tempel van Jeruzalem op de Tembelberg Moriah. Dit was het voetstuk waarop de ark van het verbond was geplaatst. Binnen in de ark zaten onder andere de twee stenen tafelen van de tien geboden. Dit meest heilige deel van de tempel was altijd in duisternis gehuld en – net als de Ka’aba – kubusvormig en omgeven door zwarte gordijnen. De Eben Shetyya was in de tempel ook de altaarsteen waarop de offers plaatsvonden. Na de vernietiging van de tempel bleef de rots over.
Deze rots is ook heilig voor de moslims. In de zevende eeuw n.o.j. werd in Jeruzalem op de plaats van de tweede tempel van Jeruzalem en rondom de Eben Shetyya de moskee van de rotskoepel gebouwd. Onder de Eben Shetyya zou volgens de moslims de ‘bron der zielen’ liggen (te vergelijken met de ‘wateren van de afgrond’). Het was erg belangrijk dat deze steen niet verwijderd zou worden. Dit zou chaos op aarde brengen. Vanuit deze plaats is Mohammed ooit ten hemel opgestegen. Hij bezocht toen samen met de engel Gabriël de zeven hemelen. Een afdruk in de Eben Shetyya wordt nog steeds aangewezen als de voetafdruk van Mohammed. Daarnaast zijn de vingers van de engel Gabriël te ontwaren die de rots tegenhield toen die ook net als Mohammed ten hemel wilde varen. Dit gebeuren maakt Jeruzalem de op twee na heiligste plaats voor de moslims, na Mekka en Medina. (9)
3) De steen van Bethel
Deze steen wordt alleen in de Bijbel genoemd. Bethel betekent huis van El, oftewel huis van God. Het was het heiligdom wat Jacob ontdekte toen hij sliep met een steen als hoofdkussen. Hij zag in zijn visioen de engelen van God via een ladder opklimmen en afdalen door een opening in de hemel (de zogenaamde Jacobsladder). Ook hoorde hij hoe God tot hem sprak. Deze sloot daar met hem een verbond en beloofde hem stamvader van een volk te maken als hij hem goed zou dienen. Toen hij wakker werd besefte hij; ‘deze plek is het huis van God en de poort van de hemel!’ Ten teken daarvan richtte hij de steen op als een altaarsteen en zalfde die en noemde de plek Bethel. Een met olie gezalfde steen heet een ‘baetyl’ of ‘baetylus’. Die steen zelf is het huis van God of in ieder geval een manier om het goddelijke te aanschouwen. Later ging Jacob naar die plaats terug en kreeg er een nieuwe naam; Israël. Hij richtte een stenen zuil op die hij ook zalfde en als altaar gebruikte. De steen van Bethel is natuurlijk veel te groot en te oncomfortabel om werkelijk als hoofdkussen te dienen. Ook zegt de Bijbel dat de plek al door Abraham als altaar werd gebruikt. Jacob zal er naar toe zijn gegaan om door te slapen bij de steen een openbaring mee te maken of een inwijding te krijgen. Zoals gebruikelijk met inwijdingen verandert hij daarna zijn naam. (10)
4) De Ka’aba met de Al-hajar Al-aswad in Mekka
Alle moslims horen vijf maal per dag tot Allah te bidden. Dit doen zij in de richting van Mekka. Mekka zien zij als het centrum van de wereld. Het centrum van de wereld is ook de plaats waar je het dichtst bij God bent en de hemelpoort zou recht boven Mekka liggen. De moskee van Mekka, de ‘Al-Masjid al-Haram’ zien zij als een aardse replica van de hemelse moskee waar alle engelen God aanbidden.
Zij bidden echter niet puur naar de stad Mekka of zijn moskee, maar naar het meest heilige der heiligen in de moskee: de zwarte steen in de Ka’aba. In het centrum van de grote moskee van Mekka staat deze Ka’aba. Dit is een vierkant stenen gebouw – meestal in een zwarte doek gehuld – met daarin als oostelijke hoeksteen een zwarte meteoriet- of agaatsteen in een ovalen setting genaamd ‘Al-hajar Al-aswad’. Ka’aba betekent kubus en Al-hajar Al-aswad’ betekent zwarte steen. De vorm van de omranding van de steen wordt door niet-moslims wel geassocieerd met de vulva van de godin. De steen wordt door de moslims de ‘rechterhand van God op aarde’ genoemd. (Dit doet sterk denken aan de Egyptische godin Iusaaset wat ‘de hand van Atoem’ betekent.) De steen zou uit de hemel zijn afgedaald in de tijd van Adam. De steen was toen nog zo wit als melk, maar hij is in de loop van de tijd zwart geworden door de ‘zonden’ die het van de gelovigen heeft opgenomen. Dit idee dat de steen de zonden van de gelovige moslim kan opnemen en hem zo zuivert is niet officieel, maar velen geloven in zijn weldadige werking. De steen wordt gezien als een meteoriet.
Volgens een middeleeuwse legende zou de steen er al zijn voor de schepping van de aarde. Hij dreef duizend jaar op de wateren en kwam te rusten in Mekka toen de wateren zich terugtrokken om plaats te maken voor de aarde. De steen was door God al in het begin tijdens de scheppingsweek aangewezen als de steen voor zijn altaar. Adam deed toen al de rondgang rondom de steen. Later zou Ibrahim (Abraham) er een tempel (de Ka’aba) omheen hebben gebouwd. Hij noemt deze Bait-ul-Allah, oftewel huis van god. Dit woord is etymologisch verwant aan Bethel en baetyl, oftewel heilige steen.
Twintig meter ten oosten van de zwarte steen in de moskee van Mekka was nog een ander wonder te aanschouwen: de Zamzam bron. Elke pelgrim wil minstens een teug van het water van de bron die nooit op zou drogen. Zij zien het water als zuiverend en genezend. De bron werd door Ishmail gevonden, de zoon van Abraham en de stamvader van het volk der Arabieren. In navolging van zijn moeder Hagar lopen de pelgrims nog zeven maal heen en terug naar de bron, zoals ook zij zeven maal deed, op zoek naar water voor haar – bijna stervende – kind.
In de pre-islamitische tijd werd de steen in de Ka’aba als een vrouwelijke godheid gezien. De Ka’aba was een schrijn voor drie godinnen. Dit zijn Al-Lat (de aarde of onderwereld), Al-Uzza (de sterke) en Manat (fortuin of noodlot). Hun namen worden ook in de Koran genoemd (Sura 53:19-20). Na de overname van het heiligdom door de moslims werden zij wel de dochters van Allah genoemd. Al-Lat kan ook de melkgevende of voedende Godin betekenen. Mogelijk is zij een drievoudige godin, waarbij haar namen als maagd, moeder en oude vrouw Q’re, Al-Uzza en Al-Menet (Manat) zijn.
Volgens een andere theorie zouden er veel meer goden vereerd worden in de Ka’aba. Er zouden in de pre-Islamitische tijd 360 verschillende afgodsbeelden in hebben gestaan. Dit getal kan echter ook verwijzen naar de dagen van het jaar. (Net als in de Egyptische kalender zitten er in de Arabische kalender slechts 360 dagen, de overige vijf zijn heilige dagen buiten het jaar). De grootste god van deze 360 was Hubal. Een god vereerd in de vorm van een mens met een gouden rechterhand op de plaats waar zijn oorspronkelijke hand afgebroken was. Hij wordt geïdentificeerd met Saturnus, die als bijnaam ‘de zwarte’ heeft. De naam Hubal betekent ‘hij die met geweld de moeder van haar kinderen berooft’. Zijn beeld werd op de opening van een bron in de Ka’aba gezet als teken dat hij de ondergrondse wateren kon tegenhouden. Zijn vrouw was Manat, de godin van het noodlot. Beiden werden ook aanbeden door de Nabateeërs van Petra.
In de pre-Islamitische tijd kwam het voor dat mannen en vrouwen naakt rondom de Ka’aba gingen. Waarschijnlijk gebeurde dit toen ook al zeven keer. Dit gebruik gaat daarmee terug tot de tijd dat de godin Al-Lat nog in Mekka vereerd werd. Mogelijk hebben haar priesteressen zeven maal naakt om de steen gedanst als teken van de trance-reis langs de zeven planeten en de zeven sferen die uiteindelijk leidt tot de (sterren)hemel. Dit doet sterk denken aan de afdaling van Inanna naar de onderwereld om telkens een sluier af te doen tot zij naakt voor Ereshkigal, de koningin van de onderwereld stond. Ereshkigal is ook wel bekend onder haar Hebreeuwse naam Allatu. Er is geen documentatie is van de trance-reis van de priesteressen van Al-Lat. Dat ligt volkomen anders met de hemelreis van Mohammed..
Ook met de komst van Mohammed bleef de steen ‘Al-hajar-al-aswad’ heilig. Volgens de legende van de Mi’raj sliep de profeet in de Ka’aba. In die nacht kwamen de aartsengelen Gabriël en Michaël bij hem en openden zijn lichaam en zuiverden het van alle onreinheden. Vervolgens kon hij met het magische rijdier Buraq vliegen naar de Eben Shettya te Jeruzalem. Vanaf die rots kon hij – onder begeleiding van Gabriël – langs de zeven hemelen opstijgen tot hij zelfs bij God kwam. Tegenwoordig gaan de – kuis geklede – gelovigen zeven maal tegen de klok in rondom de Ka’aba. Dit doen zij als onderdeel van de rituelen van de Haj, de heilige pelgrimage naar Mekka. De ‘Al-hajar Al-aswad’ moet gekust en aangeraakt worden. Een enkele gelukkige krijgt werkelijk de kans om de steen te kussen, maar men mag volstaan met het wijzen naar de steen. Door dit wijzen of kussen bezegel je je verbond van trouw aan God, zoals Allah ooit zijn verbond maakte met Abraham. (11)
5) De zwarte steen van Dusares te Petra
De Nabateeërs van Petra (een volk uit de laatste paar eeuwen voor christus in het huidige Jordanië) hadden twee belangrijke goden: Al-Uzza (ook wel Chaabou genaamd) en haar zoon Dusares. De dondergod Dusares (Duchares of Dhu Shara) vereerden ze in de vorm van een ongehouwen blok steen. Deze steen was zwart en ongeveer kubusvormig, vier voet hoog en twee voet breed. Deze steen werd te Petra op 25 december zeven maal om de tempel heen gedragen. Er werden bloedoffers op geplengd. Ook nu nog wordt er in de buurt van Petra in een moskee een zwarte heilige steen bewaard. Hiervan wordt beweerd dat het een scherf is van de zwarte steen van Mekka. Dit correspondeert opmerkelijk goed met de bewering dat de zwarte steen van Mekka oorspronkelijk uit Petra zou komen. (12)
6) De Omphalos van Delphi.
De Omphalos of navelsteen van het orakel van Delphi werd gezien als de navel, oftewel het centrum van de wereld. Aan de vorm en de naam te zien zou het net zo goed om een clitoris kunnen gaan. Om-phalos betekent fallus van de buik of baarmoeder en de vorm van het object lijkt ook wel enigszins op de top van een penis. Maar een uitpuilende navel zou ook mogelijk zijn. Met Delphi als woord voor baarmoeder en als oorspronkelijk heiligdom van de aardemoeder Gaia, is het passend om bij de ingang van deze ‘baarmoedergrot’ een dergelijke steen te hebben. De mythologie rondom deze steen is opmerkelijk. Het zou de steen zijn die Kronos opslokte toen hij dacht de baby Zeus op te eten. Hij kreeg een braakmiddel toegediend en spuugde alle goden, maar ook de steen weer uit. Het gouden tijdperk van Kronos was daarmee voorbij. Vervolgens plaatste Zeus de steen bij de ingang van het heiligdom van Delphi. Later nam Apollo het heiligdom over van Gaia, maar daarvoor moest hij wel eerst de draak-slang Python verslaan. Hij begroef het beest onder de Omphalos. Geheel en al dood zal het beest niet geweest zijn, want de pythia, de orakelende priesteressen, claimden dat ze hun orakels van de python ontvingen.
7) De witte of zwarte steen van Aphrodite van Paphos
Aphrodite zou in Paphos op het eiland Cyprus geboren zijn of daar aan land zijn gestapt toen zij geboren werd uit het schuim van de teelballen van de gecastreerde Ouranos. Op Paphos werd zij vereerd in de open lucht in de vorm van een witte piramide- of kegelvormige steen van een onbekend materiaal. Deze steen stond direct naast een altaar voor Aphrodite. De steen had zo’n bijzondere uitwerking dat als het regende het altaar en de steen niet nat werden. Tegenwoordig is de steen in het Kouklia museum te bewonderen. Echter de steen is nu zwart in plaats van wit. (13)
8) De zwarte steen van Cybele te Rome
Cybele is de grote godin van de Phrygiërs en later ook van de Romeinen. Zij is de Magna Mater, de grote moeder van de Goden. Zij wordt vereerd als een getroonde vrouw met leeuwen als armleuningen. Haar troon is kubusvormig en zij heeft een kubusvormig bankje onder de voeten. Maar zij wordt ook aanbeden in de vorm van een zwarte steen. Zij wordt Agdos genoemd als het om haar verschijning in de vorm van een rots of steen gaat. Dit zou ook de steen zijn waarmee Deucalion en Pyrrha – na de Griekse zondvloed – een nieuw mensengeslacht vormden. Zeus masturbeert op de rots Agdos en zo wordt zij zwanger van het dubbelgeslachtelijke wezen Agdistis.
Toen het Romeinse rijk zijn grote strijd voerde tegen de Carthagers vreesde het zijn positie als machtscentrum van de wereld te verliezen. Op advies van de Sibille werd de godin Cybele in het jaar 204 v.o.j. naar Rome gebracht uit Pessinos Phrygië. Zij werd vereerd in de vorm van een zwarte kleine meteorietsteen. Deze werd eerst in de tempel van Victoria en later in de aan Cybele gewijde tempel op de Palatijnse heuvel gebracht. De steen werd later gebruikt als het gezicht van het beeld van Cybele.
Andere bronnen vertellen dat er een massieve zware ijzeren meteorietsteen van Pessinos naar Rome werd gebracht die de Godin Cybele zou herbergen. Ter ere van de godin en haar steen werd het Phrygianum gebouwd. Deze tempel stond op de heuvel van het Vaticaan. Hier vond ook het Taurobolium plaats, waarbij een inwijdeling in een put ging zitten toegedekt met een rooster waarboven een stier geofferd werd. Hij werd zo besprenkeld met stierenbloed. In die tijd was deze heuvel in gebruik als begraafplaats. Een teken van haar aanbidding op deze heuvel werd nog in de zeventiende eeuw gevonden in de vorm van een aantal altaren van Cybele onder de Sint Pieter. Het is onbekend wat er na de vernietiging van de tempel van Cybele met haar steen is gebeurd. Maar sommigen beweren dat zij in het geheim nog steeds door het Vaticaan bewaard wordt. (14)
9) De Lapis Manalis te Rome
Volgens de overlevering zou, toen Rome werd gesticht, Romulus op de publieke vergaderplek van het Forum Romanum bij de Palatijnse heuvel een put hebben laten graven. Deze put werd afgedekt door de Lapis Manalis. Dit is de steen van de ‘manes’; de geesten van de overledenen. De Lapis zou de poort van Orcus (de Romeinse god van de dood), oftewel de ingang van de onderwereld afdekken. Deze put werd ook wel de ‘Mundus Cerreres’ genoemd; de wereld van Ceres, de graangodin, omdat de vruchten van de eerste oogst er als offer in werden gegooid. Dit gebeurde drie maal per jaar op 24 augustus, vijf oktober en acht november. Dit waren ongeluksdagen waarin de doden tijdelijk werden vrijgelaten om rond te kunnen spoken. Dit zou volgens Plutarchus ook de plaats zijn van waaruit Rome was ontstaan en daarmee de Umbilicus Urbis Romae oftewel de navel van de stad Rome. (15)
10) De zwarte steen van Elagabalus in Rome
In Emesa te Syrië stond de heilige steen van de zonnegod Elagabalus. Dit was een conische zwarte steen waarvan geloofd werd dat hij uit de hemel was komen vallen. Hij werd symbolisch beschermd door de adelaar als vogel van de zon. De Romeinse keizer Marcus Antoninus liet zich naar deze god ook Elagabalus (218-222 n.o.j.) noemen. Hij zag Elagabalus als dezelfde als de Romeinse zonnegod Sol Invictus. Hij bracht deze steen naar Rome en installeerde deze in een nieuwe tempel; het Elagabalium. Deze stond aan de oostkant van de Palatijnse heuvel. In deze tempel werd – in zijn regeerperiode – ook het Palladium en de steen van Pesinnus van Cybele geplaatst. Met midzomer werd de steen van Emesa op een wagen door Rome gevoerd, de keizer liep dan achterwaarts door de straten voortdurend kijkend naar de steen. Zijn opvolger Severus Alexander liet de steen terugbrengen naar Emesa. (16)
11) Het Palladium van Troje
Het Palladium is een – mogelijk – aniconisch en zwart beeld van Pallas dat volgens de klassieke teksten uit de hemel was gevallen. Zeus gooide het uit de hemel en op de plaats waar het viel werd de stad Troje gesticht. Ook Troje werd gezien als een middelpunt van de wereld. Later werd het beeld – volgens de mythe – door Aeneas naar Rome gebracht. Het werd daar bewaard in de tempel van Vesta. Als er iets met dit beeld zou gebeuren dan zou dit direct verschrikkelijke gevolgen voor de stad Rome hebben. Een belangrijk verschil met de andere objecten is dat het Palladium waarschijnlijk niet van steen, maar van hout was. (17)
12) De Lia Fail in Tara, Ierland
De Lia Fail – steen van het noodlot – was één van de vier schatten die het mythische volk van Danu naar Ierland meenam. Uit de naam van de steen valt ook te halen dat het om een gewijde steen gaat, mogelijk beschermd door een heg. Op deze steen werden de Ierse koningen uit de heidense tijd gekroond. De steen zou bij die gelegenheden een brul geven. Het eiland Ierland werd naar de steen ‘Inis Fail’ genoemd. Het eiland van het noodlot of het eiland beschermd door een heg.
De Schotse steen van Scone wordt in het Gaelic ook Lia Fail oftewel (gewijde) steen van het noodlot genoemd. En volgens Schotse kroniekschrijvers uit de dertiende eeuw zou dit dezelfde steen zijn als die van Tara, die uitgeleend zou zijn in de zesde eeuw om koning Fergus van een Schots deelkoninkrijk te kronen, hij zond de steen echter niet terug. Hij werd ook wel het kussen van Jacob genoemd naar het verhaal over Bethel in de bijbel. De steen was uitgehold om als stoel te dienen en bedoeld voor de kroning van de Schotse koningen. Hij is ook bekend als de ‘hag of Scone’. Hiermee bestaat er een associatie tussen de steen en de zwarte godin. De steen van Scone werd door de Engelsen naar Londen gevoerd om daar de kroningssteen in de kathedraal van Westminster voor de Engelse koningen te worden. Echter anderen beweren dat Edward nooit de juiste steen vond. In een curieus negentiende-eeuws verslag wordt melding gemaakt van een meteorietsteen die bij opgravingen werd gevonden op de plaats waar koning Macbeth ooit zijn kasteel had. Dit zou dan de begraven en verstopte echte steen van Scone zijn. (18)
13) De Graal als steen uit de hemel
Ook de Graal -het beroemde mystieke voorwerp uit de Arthurromans – wordt een aantal keren beschreven als een steen. Natuurlijk kennen wij dit voorwerp het beste als de beker die Jezus gebruikte tijdens het Laatste Avondmaal, maar toch wordt de Graal ook beschreven als een steen uit de kroon van Lucifer! In de Parzifal van Wolfram von Eschenbach (vroeg dertiende eeuw) wordt de Graal ‘lapsit excellis’ genoemd. Mogelijk betekent dit de verworpen steen, of steen uit de hemel; ‘ex caelis’. ‘En deze steen is zowel puur als kostbaar – heb je de naam ooit gehoord? Mensen noemen hem Lapis Exilis – door zijn magie wordt de wonderbaarlijke vogel, de Phoenix, tot as, en toch vloeit er zo’n deugd uit deze steen dat hij fris uit de gloed van de as tevoorschijn komt.´
Het verhaal van Lucifer en de steen van smaragd die uit zijn kroon viel toen hij neerstortte uit de hemel, staat ook in het gedicht de ‘Wartburg Krieg’. (een Duits gedicht uit de dertiende eeuw)
So höre von der Krone Pracht:
Nach sechzigtausend Engel Wunsch ward sie gemacht,
Die wollten Gott vom Himmelreiche drängen.
Sieh Lucifer, so ward sie dein!
Wo irgend werthe, weise Meisterpfaffen sei’n,
Die wüsten wohl, daß ich die Wahrheit sänge.
St. Michael sah Gottes Zorn um solchen Hochmuths Pralen:
Die Krone brach sein Schwert im Saus
Ihm von dem Haupte: Seht, da sprang ein Stein daraus,
Der ward hernach auf Erden Parzivalen.
Den Stein, der aus der Krone sprang,
Den fand, der stäts mit hohem Preis nach Würde rang,
Titurel, der oft die Ritter streute (19)
1 https://en.wikipedia.org/wiki/Benben
Pyramideteksten 587 en 600
Assmann – The search for god in ancient Egypt 120
Alford – Pyramid of secrets 7
2 Chidester – Christianity: a global history
3 Vermaseren, M.J. – Cybele, Attis and related cults 363-364
https://en.wikipedia.org/wiki/Lapis_manalis
4 https://en.wikipedia.org/wiki/Isaf_and_Na%27ila
http://www.eslam.de/begriffe/i/isaf_und_naila.htm/ http://en.wikipedia.org/wiki/Hippomenes
5 McKillop, J. – Myths and legends of the Celts
Walker, Barbara – Dictionary of symbols and sacred objects 100
6 Matthews, C. – Sophia 16
https://en.wikipedia.org/wiki/Holy_of_Holies
7 In dit artikel vertel ik meer over de kubusvormige ark en hoe deze ‘t laatste stukje materie was in de ‘wateren der chaos’. https://www.abedeverteller.nl/de-betekenis-van-de-ark-van-noach/
8 http://nl.wikipedia.org/wiki/Benben
http://robertbauval.co.uk/articles/articles/DE14.html
http://en.wikipedia.org/wiki/Pyramidion
Broek, R. van den – The myth of the Phoenix 15-17
Zie ook mijn artikel: http://www.abedeverteller.nl/kosmos-en-chaos-in-de-egyptische-scheppingsmythe-van-on/
9 http://www.scribd.com/doc/59002769/Origin-and-significance-of-the-Magen-Dawid#scribd Lewy – the origin and significance of the magen dawid 343ev
Ahimaaz – ‘The book of king solomon’ 240 http://books.google.nl/books?id=mtRoULYvvQ4C&pg=PA240&lpg=PA240&dq=Eben+Shetiyyah&source=bl&ots=aU-R1TTiml&sig=8lKghiRT9_a–IP0lVYD2sz5bCo&hl=nl&sa=X&ei=mSxfUIiRKenJ0AWysoCwAQ&ved=0CGIQ6AEwCQ#v=onepage&q=Eben%20Shetiyyah&f=false
http://en.wikipedia.org/wiki/Foundation_Stone
10 http://en.wikipedia.org/wiki/Bethel
Armstrong – Een geschiedenis van God 31
Bijbel Genesis 12, 28 en 35
11 http://www.crystalinks.com/blackstone.html
http://en.wikipedia.org/wiki/Black_Stone
http://nl.wikipedia.org/wiki/Ka’aba
http://en.wikipedia.org/wiki/Kaaba
http://www.indigogroup.co.uk/edge/blstone.htm
http://www.indigogroup.co.uk/edge/blston2.htm
http://eshaykh.com/ibadat-worship/hajj-umrah-ziyarah/what-is-hajar-al-aswad/
http://nl.wikipedia.org/wiki/Al-Masjid_al-Haram
Karen Armstrong (2000,2002). Islam: A Short History 10
Naakt rond de Kaaba: Ibn Ishaq’s Sirat Rasul Allah – The Life of Muhammad Translated by A. Guillaume 87-89
https://www.britannica.com/event/Miraj-Islam
http://www.aramcoworld.com/issue/197406/the.ka.bah.house.of.god.htm
Camphausen, R. – ‘The Ka’bah at Mecca’, Bres(Holland) No.139, 1989.
12 http://www.dhushara.com/book/orsin/dhushara.htm
http://en.wikipedia.org/wiki/Khaabou
http://www.ccg.org/weblibs/study-papers/p054.html
http://www.indigogroup.co.uk/edge/blstone.htm
13 http://en.wikipedia.org/wiki/Kouklia
Picardi, L. ed. – Myth and geology 220
14 http://saintpetersbasilica.org/Necropolis/MG/TheTombofStPeter-3.htm
http://en.wikipedia.org/wiki/Cybele
http://one-evil.org/entities_locations/location_vatican.htm
Forlong – encylopedia of religions: Pausanias 7-17, Arnobius
Picardi, L. ed. – Myth and geology 219
15 http://en.wikipedia.org/wiki/Lapis_manalis
http://en.wikipedia.org/wiki/Umbilicus_urbis_Romae
Zeus: a study in ancient religion 429-433
16 http://firstlegend.info/3rivers/thetreeoflifeomphalos.html
http://www.forumancientcoins.com/moonmoth/baetyl_coins.html
http://www.livius.org/ba-bd/baetyl/baetyl.html
http://nl.wikipedia.org/wiki/Elagabalus
Picardi, L. ed. – Myth and geology 220-221
17 http://en.wikipedia.org/wiki/Palladium_(classical_antiquity)
Picardi – Myth and Geology 222
18 http://www.danann.org/library/symb/lia.html
http://en.wikipedia.org/wiki/Lia_F%C3%A1il
http://www.philipcoppens.com/stone_destiny.html
The encyclopaedia of celtic myth and legend – John and Caitlin Matthews p. 45
Ik heb hier uitgebreid over geschreven in mijn artikel: de ware koning en de brul van de lia fail
http://www.abedeverteller.nl/de-ware-koning-en-de-brul-van-de-lia-fail/
Ook interessant over heilige stenen:
Myth and Geology – ed. Luigi Piccardi,W. Bruce Masse
Guardians of the Holy Grail – Mark Amaru Pinkham
Symbols, sex and the star – Ernest Busenbark
http://firstlegend.info/3rivers/thetreeoflifeomphalos.html
http://en.wikipedia.org/wiki/Baetylus
A hexagon is actually a flattened out cube when viewed at it three dimensionally En de hexagon is het binnenste van het Salomonszegel (merkabah)
n) Ook de tempel te Efeze in Klein-Azië (achtste eeuw v.o.j.) die aan Artemis was gewijd zou een heilige steen bevatten die uit de hemel was gevallen. Om deze reden wordt er gespeculeerd dat het bij deze steen om een meteoriet gaat. Dit gegeven is gehaald uit het Bijbelboek Handelingen 19 vers 35. Dit is echter gebaseerd op een foutieve vertaling.
http://articles.adsabs.harvard.edu//full/1936PA…..44..514W/0000514.000.html
The post De symbolische betekenis van de Ka’aba, de Eben Shetyya en andere stenen van het begin en het centrum first appeared on Abe de Verteller.
]]>The post De ware koning en de brul van de Lia Fail first appeared on Abe de Verteller.
]]>Bij de inhuldiging van een nieuwe koning is het interessant om te kijken, wat in heidense tijden een koning tot koning maakte. Net als nu waren de koninklijke regalia erg belangrijk als tekenen van zijn macht. De regalia in Nederland bestaan tegenwoordig uit: kroon, scepter, rijksappel, banier en zwaard. Maar een koning kan natuurlijk niet gekroond worden op een ordinaire stoel! Ook de troon is een teken van zijn macht. De Engelse koningen werden gekroond op de troon in de kathedraal van Westminster. Onder die troon lag een opmerkelijke steen genaamd de steen van Scone. Deze werd ook wel de Lia Fail oftewel de steen van het noodlot genoemd. Om er achter te komen waarom die steen tot op de dag van vandaag zo belangrijk wordt gevonden voor het legitimeren van de macht van de Engelse koning, moeten we een reisje in de geschiedenis maken. Te beginnen met de gelijknamige kroningssteen Lia Fail van Ierland.
De Lia Fail
Ergens in de prehistorie van Ierland was er een invasie van een volk genaamd de ‘Tuatha de Danann’. Een bron zegt dat zij met schepen uit het noorden kwamen. Een andere beweert dat ze uit de lucht arriveerden in een mistbank. (1) Uit hun landen brachten zij vier schatten met zich mee. De speer van Lugh uit Gorias, het zwaard van Nuada uit Findias, de Ketel van de Dagda uit Murias en de steen (Lia) van Fal uit Falias. Elke schat heeft een imposante geschiedenis. Zeker het verhaal van de ‘Lia Fail’ is zeer intrigerend. Zij werd naar de heuvel van Tara gebracht. Deze werd gezien als het mystieke middelpunt van Ierland en een heilige plaats van moeder aarde. Tara is linguïstisch verwant aan Terra; aarde, en Tea; godin. Vanuit dit sacrale centrum heerste de hoge koning. Bij elke nieuwe koning die over Ierland ging heersen gaf de steen een brul. In de Cath Mag Tuiread uit de twaalfde eeuw staat het als volgt: ‘Uit Falias werd de steen van Fal gebracht. Deze stond in Tara. Hij pleegde te brullen onder elke koning die het koningschap van Ierland op zich wou nemen.’ (2)
Ook de ‘Milesiërs’, het volk dat kwam na de Tuatha Dé, lieten hun koningen hier kronen. Dit ging zo door tot de held Cuchulain de onwaardige Fiach tot koning wou laten kronen. De brul van de steen bleef uit, wat Cuchulain zo woedend maakte dat hij de steen in tweeën spleet met zijn zwaard. (3) Daarna bleef zij lange tijd stil. Omgevallen en genegeerd lag ze in Tara op de grond, tot Conn van de honderd veldslagen per toeval op de steen stapte. De steen schreeuwde prompt weer en niet slechts één keer, maar zij schreeuwde voor elke Ierse koning die van Conn afstamde. Daarna verscheen er voor hem een visioen van Lugh en de godin van de soevereiniteit, die elke latere koning nog bij name noemde. Conn was de eerste koning die van de steen een profetie hoorde over zijn glorieuze stamboom. Het inaugureren van koningen van Ierland op de Lia Fail zou door zijn gegaan tot circa 500 n.o.j. (4)
Lia Fail zou ‘profetische steen’ betekenen of ‘steen van het noodlot’. Mogelijk wordt bedoeld dat zij het noodlot van de koning profeteerde. Uitgebreider staat het woord ‘lia’ niet voor zomaar een steen, maar voor een steen met een cultische betekenis zoals een dolmen, cromlech of grenssteen. Fail is ook een woord voor een beschermende barrière, zoals een muur of een heg. In dat geval is hij bedoeld om profane ogen te weren van het sacrale ritueel. In een aantal teksten is de steen de Lia Faileas, dit betekent geest of schaduw. Het woord voor schreeuw in de brontekst is ‘geissid‘ wat niet zomaar een schreeuw, maar een luide gezagvolle uitroep is. Het is verwant aan ‘geasa‘, het woord dat staat voor de heilige verplichtingen en taboes van de sacrale koning. (5)
De brullende steen
Uit dit verhaal blijkt dat bij elke inauguratie van een heidens koning een ritueel hoorde waarop de koning op de steen moest staan (of zitten). Als de steen brulde dan was dit mogelijk een goedkeuring van de steen en daarmee van moeder aarde. De herkomst van dit geluid heeft velen geïntrigeerd. Er wordt wel gespeculeerd dat dit geluid gemaakt werd met behulp van een snorrebot (‘bullroarer’). Het zou een imitatie van het geluid van de donder zijn. Andere teksten beweren dat de steen uit vreugde brult omdat het om een koning gaat met het goede Keltisch bloed dat door zijn aderen stroomt. Niets van dit al is in de primaire bronnen terug te vinden.
Het is wel opmerkelijk dat Tara waarschijnlijk ook koningin betekent, en dat op deze plaats volgens de middeleeuwse wettekst ‘seanchas mor‘ een symbolisch huwelijk plaatsvond tussen de koning en Maeve, de godin van het land. Een van de legendarische minnaars van Maeve was koning Fergus. Naar hem werd de Lia Fail, de ‘bod feargais‘ oftewel de penis van Fergus genoemd. Dit laatste is echter negentiende-eeuwse folklore. (6) Toch rijst hierdoor bij mij het vermoeden dat de geheimzinnige brul er wel eens één van genot zou kunnen zijn. De steen Lia Fail zou dan de fal(lus) van de hemelgod zijn die in de vulva van Tara als middelpunt van Ierland wordt gestoken. Als de koning optrad als vervanger van de dondergod Taranis dan zou de eenwording prima geklonken kunnen hebben als het tromgeroffel Taran-Tara, Taran-Tara wat nog steeds gebruikt wordt als onomatopeïsch geluid voor het tromgeroffel dat een grootse gebeurtenis aankondigt! In ieder geval is de Lia Fail een gewijde steen, mogelijk beschermt door een heg, die op een luide wijze de nieuwe koning proclameert. (7)
Het eiland Ierland werd naar de Lia Fail wel Inis Fail genoemd. Het eiland van het noodlot, of het eiland beschermd door een heg. Dit maakt het hele eiland tot een sacrale plek!
De steen van Scone
De steen van Scone wordt – net zoals de steen van Tara – in het Gaelic ook Lia Fail, oftewel steen van het noodlot genoemd. Volgens Schotse historici vanaf de dertiende eeuw (o.a. Boëtius en de ‘Rhythmical Chronicle’) zou dit om een en dezelfde steen gaan. Deze zou uitgeleend zijn in de zesde eeuw om koning Fergus van Dalriada – een Schots deelkoninkrijk – te kronen. Hij zond de steen echter niet terug. (8) De kans is groot dat dit verhaal gefabriceerd is om de claim op de troon van bepaalde Schotse koningen te versterken. Ierse bronnen uit de tiende eeuw zeggen namelijk dat de Lia Fail in die tijd nog gewoon op zijn plaats in Tara stond, ook al werd zij toen niet meer als kroningssteen gebruikt. (9) De Schotse steen stond oorspronkelijk in Argyll en daarna pas in de hoofdstad van Dalriada; Scone.
De heilige steen van Bethel en de vervloekte ‘hag of Scone’
Over de steen van Scone gaan de meest wilde verhalen: Zij werd wel het kussen van Jacob genoemd, naar de steen van Bethel. Aartsvader Jacob droomde daar over een ladder naar de hemel. Jozef van Arimathea (degene die de Graal naar Glastonbury had gebracht) of anders de profeet Ezechiël zou de steen van Bethel meegenomen hebben uit het Heilige land naar Ierland en vervolgens naar Schotland. Ook de heilige Columba zou zijn hoofd erop hebben gerust. In de versie van de Scottichronicon (vijftiende eeuw n.o.j.) werd zij door een prinses genaamd Scota uit Egypte, via Spanje en Ierland, naar Schotland gebracht. Zij zou haar naam aan Schotland hebben gegeven. Scota (schaduw) wordt wel gezien als een naam voor de godin van het land. De steen is ook bekend als de ‘hag of Scone’. In een oude Deense ballade wordt verteld van een zeereis van sint Olave. Hij zeilt zelfs over de heuvels van Scone, maar een oud wijf (‘hag’) met haar spinnewiel is hierover ontstemd. Ze zegt: ‘je bent door mijn kelder gevaren!’. Sint Olave verandert haar vervolgens in een steen. De kans is groot dat deze ‘hag’ altijd al vereerd werd in de vorm van een steen. Zeker als steen van het noodlot en verbonden met Scota, de godin van het land, hoort de steen bij de ‘hag’, de donkere kant van de Godin. (10)
De steen onder de troon van de Engelse koningen
De steen van Scone werd tot 1296 door diverse Schotse koningen voor hun kroningsceremonie gebruikt. Zij werd echter door Edward I in dat jaar gestolen en naar Engeland gebracht. Daar lag hij lange tijd als kroningssteen onder de kroningsstoel in de kathedraal van Westminster. Zo deed hij dienst om de kroning van de Engelse koning kracht bij te zetten en – en passant – zijn claim op Schotland te legitimeren. Anderen beweren dat Edward nooit de juiste steen vond. Zijn vorm komt inderdaad niet overeen met beschrijvingen van de steen uit de dertiende eeuw. Zij zou uitgehold zijn om als stoel te dienen en versierd zijn met inscripties. Deze kenmerken ontbreken bij de huidige steen. (11) Toch blijven vele historici van mening dat de steen van Westminster en die van Scone één en dezelfde is. Deze steen is in 1996 – met veel ceremonieel – vertoon terug gebracht naar Schotland en ligt nu in Edinburgh Castle.
(links de steen onder de kroningsstoel van Westminster, rechts de steen zo die er uit zou moeten zien volgens de middeleeuwse beschrijvingen.)
Symbolische duiding van de steen
Als een van de vier schatten van het mythische volk van Danu wordt de steen gezien als de vertegenwoordiger van één van de vier elementen. Zij is het vrouwelijke element aarde dat verbonden is met het noorden. Aarde staat als element voor de vijf zintuigen waarmee wij de materie kunnen ervaren, dus voor de zintuiglijke waarneming en al het lichamelijke. Dit is weer verbonden met moeder aarde in haar meest materiële vorm als moeder van de materie. Als zodanig is zij ook ‘Maya’ de moeder van de illusie van materie, van de uiterlijke verschijningsvormen waarin wij vastzitten tot onze dood. Zij wordt geassocieerd met de dood en omdat de dood onherroepelijk is wordt zij ook gelinkt aan het noodlot (‘destiny’ of ‘fate’ in het Engels) als het lot dat wij allen uiteindelijk onder ogen moeten zien.
Gewone mensen worden pas bij hun dood uit deze betovering gehaald. Van sacrale koningen werd verwacht dat zij – na de inwijding van hun kroning – een connectie konden maken tussen hemel en aarde. Bij de Grieken betekende het woord troon naast zetel voor een God of koning ook hemelsteun of hemelpilaar. Zo is de troon (en de steen eronder) te zien als een kosmische as, een verbinding tussen hemel en aarde. (12) De beste Keltische koningen konden door deze verbinding hun land tijdelijk tot een paradijs op aarde maken. Hiervoor moesten zij eerst op de steen van het noodlot staan of zitten. De Lia Faileas (van Scota) als steen van de geest of schaduw, zal de koning tijdelijk tot een geest gemaakt hebben. De steen van Scone als ‘hag’ van Scone is dan een voorbeeld van de oudste wijze waarop de godin werd verbeeld: als een aniconisch blok steen! De koning werd tijdelijk ‘opgeslokt’ door deze godin – via de steen – om zo beproefd te worden, en werd vervolgens weer ‘uitgespuugd’ in de materiële wereld. Overleefde hij deze test zonder dood te gaan of waanzinnig te worden, of – nog erger – zonder er iets van te merken, dan zou er een schreeuw of brul of luide uitroep klinken van onder de koning vandaan. Dit is het kosmische orgasme, de schreeuw van goedkeuring van het land zelf. De koning had bewezen de soevereiniteit van Ierland of Schotland waardig te zijn. (13)
Abe van der Veen
1 Dit betekent het volk van Danu. Danu is waarschijnlijk de naam van hun godin. Over dit volk gaan vele verhalen, zij worden gezien als de oude goden van de Ieren, maar ook wel als een benaming van het elfenvolk.
The encyclopaedia of celtic myth and legend – John and Caitlin Matthews p. 45
2 The encyclopedia of myths and secrets – B. Walker p. 976
The encyclopaedia of celtic myth and legend – John and Caitlin Matthews p. 45
In de Lebor Gaballa Errenn staat bijna hetzelfde: §57. It is the Tuatha De Danann who brought with them the Great Fal, [that is, the Stone of Knowledge], which was in Temair, whence Ireland bears the name of “The Plain of Fal.” He under whom it should utter a cry was King of Ireland; until Cu Chulainn smote it, for it uttered no cry under him nor under his fosterling, Lugaid, son of the three Finds of Emain. And from that out the stone uttered no cry save under Conn of Temair. Then its heart flew out from it [from Temair] to Tailltin, so that is the Heart of Fal which is there. It was no chance which caused it, but Christ’s being born, which is what broke the owners of the idols.
3 A guide to Irish mythology – D. Smyth 96
4 http://en.wikipedia.org/wiki/Conn_of_the_Hundred_Battles ‘Baile in Scail’
5 http://www.danann.org/library/symb/lia.html
The encyclopaedia of celtic myth and legend – John and Caitlin Matthews p. 461
6 The encyclopaedia of celtic myth and legend – John and Caitlin Matthews p. 83
Van de penis van Fergus werd gezegd dat hij zeven vuisten lang was en zijn scrotum was de grootte van een ‘bushel bag’. Hij had zeven vrouwen nodig om zijn lust te kunnen stillen. Het ‘epithet’ van Maeve, ‘met de willige dijen’ zegt genoeg over haar onstilbare lusten..
http://en.wikipedia.org/wiki/Hill_of_Tara
7 The encyclopedia of myths and secrets – Barbara Walker (p. 976) Ook zij omarmt deze prachtige – zij het zeer speculatieve – theorie dat het gebrul van de steen, als geluid van de donder, ook het geluid was van de eenwording van moeder aarde met de hemelvader. Dit geluid zou dan ongeveer klinken als Taran-Tara.
8 http://en.wikipedia.org/wiki/Lia_F%C3%A1il
9 http://www.libraryireland.com/Wonders/Lia-Fail-2.php
10 Folklore myths and legends of Britain – Readers Digest p. 448
Walker – Dictionary of symbols and sacred objects p. 523 + encyclopedia p. 941
http://www.thesonsofscotland.co.uk/thestoneofdestiny.htm
Het bepalen van het noodlot is een van de taken van de godin, vooral in haar duistere aspect. De andere naam voor Schotland, Caledonia, betekent door de Cailleach gegeven. Ook de Cailleach is een donkere godin.
Ancient Danish ballads volume 1 p.361
‘they saild across the hills of Scone, and turned the swarthy elves to stone,
there stood a hag with spinning wheel, and why should we thine anger feel?,
Saint Ollave, thou with ruddy beard, thy ship has through my cellar steered,
The saint looked back, thou hag of Scone, stand there and turn to granite stone.’
11 http://www.his.com/~rory/stone.html
http://www.philipcoppens.com/stone_destiny.html
In een curieus negentiende-eeuws krantenverslag wordt melding gemaakt van een meteorietsteen die bij opgravingen werd gevonden vlakbij de plaats waar koning Macbeth zijn kasteel had. Dit zou dan de begraven en verstopte echte steen van Scone zijn. Vooral het detail van meteoriet is erg interessant, gegeven het feit dat ook andere sacrale stenen – zoals de Ka’aba van Mekka – van meteorietsteen zouden zijn.
12 http://en.wikipedia.org/wiki/Throne
13 Het beeld van opslokken en weer uitgespuugd worden is niet een traditionele omschrijving, maar een verwoording van mijn eigen ervaring met de kracht van de godin in de steen.
Als de Lia Fail van Tara toch meer stond voor een fallus dan nog blijft de conclusie intact. Ook dan is er in het centrum van het land een moment van éénwording tussen koning en Godin. Nu niet met de rituele dood als inwijding, maar door middel van het ‘heilig huwelijk’.
Verder: Ook in het middeleeuwse Zweden en Slovenië werden koningen op een steen gehesen als onderdeel van het kroningsritueel. In de oudheid moesten in ieder geval de Perzische koningen op een steen gekroond worden (volgens Plinius).
Ook interessant: In the second place the coronation stones used so generally by the Gaelic tribes all over Ireland and Scotland, were comparatively small and portable, like that now under the Coronation chair at Westminster which is a flag 25 inches by 15 inches by 9 inches thick. But the present pillar-stone at Tara is 12 feet long by nearly 2 feet in diameter. It would be very unsuitable for standing on during the ceremonies of installation and coronation
The post De ware koning en de brul van de Lia Fail first appeared on Abe de Verteller.
]]>