Warning: Constant WP_CRON_LOCK_TIMEOUT already defined in /mnt/web617/a0/52/524175852/htdocs/STRATO-apps/wordpress_02/app/wp-config.php on line 109
The post Doornroosje en de ‘kus’ van de prins first appeared on Abe de Verteller.
]]>Doornroosje lijkt het soort van sprookje dat ooit begonnen is als mythe. Het zit boordevol elementen die ook in mythes voorkomen. Ook zijn de gebeurtenissen in het sprookje te zien als de symbolische verbeeldingen van de bewustzijnsveranderingen die elk meisje individueel, maar ook de mensheid in het algemeen, heeft doorgemaakt. In feite zitten we nu nog midden in deze bewustzijnsproblematiek. Ik probeer hier de diepere betekenis van dit sprookje te duiden.
Twaalf borden, dertien feeën
In het sprookje wordt er een prinses geboren en de dolblije ouders nodigen alle feeën uit die er in het land zijn. In de versie van Perrault zijn dat er zeven en blijkt er een achtste oude, lelijke te zijn. In de versie van Grimm zijn het er dertien maar er zijn slechts twaalf gouden borden voor de feeën om uit te eten. Daarom besluit de koning om de dertiende fee niet uit te nodigen. Deze twaalf gouden borden zijn te zien als de twaalf aan de zon gerelateerde maanden die de dertien maanmaanden vervangen. Zo verdween het cyclische, vrouwelijke tijdsbesef gebaseerd op de maan uit ons bewustzijn en werd vervangen door een lineair en mannelijk tijdsbesef. (2) De dertiende werd taboe zoals dertien nog steeds ongeluk brengt omdat zij staat voor de laatste maanmaand die het jaar afsluit en daarmee ook de dood brengt. Het is deze zwarte, vernietigende, afbrekende kant die niet erkend wordt. Toch is die dertiende maar al te nodig om het cyclische jaarwiel te doen blijven draaien. Anders zal de levensdraad knappen en het wiel stoppen. De dood moet onder ogen worden gezien, anders heeft het een fatale consequentie: de levende aarde word tot dode materie gemaakt!
Deze feeën zijn een mythisch element in het sprookje Doornroosje. Als sprookjesfiguren zijn zij afstammelingen van de schikgodinnen. Fee komt van het latijn ‘Fatum’ wat noodlot betekent. Deze noodlotsgodinnen heetten de drie Fatae of Parcen bij de Romeinen. Bij de Grieken heten ze de Moiren (toedelers) en bij de Noormannen zijn het de Nornen. Het zijn de drie schikgodinnen die het lot van ieder kind beschikken. Zij zouden – volgens de Romeinen – bij de wieg verschijnen op de dag dat het kind zijn naam krijgt. De derde van dit drietal is altijd de zwarte die de levensdraad doorknipt. Zij wordt Morta bij de Romeinen en Atropos bij de Grieken genoemd; Zij is de onafwendbare dood. Het duidelijkst is deze afkomst te zien in de oudste versie; ‘Troilus en Zellandine’. Hier zijn drie Godinnen uitgenodigd op het doopfeest: Lucina (geboorte), Venus (liefde) en Themis (noodlot). De laatste is ook de moeder van de Moiren en brenger van de Goddelijke wetten. Zij spreekt de vloek uit over het meisje omdat zij geen mes bij het doopmaal krijgt. Wellicht kreeg zij die niet omdat de ouders vreesden dat zij het zou gebruiken om de levensdraad door te snijden. Het is duidelijk dat de laatste (derde of dertiende) fee een vorm van Morta of Atropos is. (3)
De prik van het spinnewiel
Het meisje krijgt van deze zwarte godin haar noodlot te horen: ze zal op haar vijftiende levensjaar sterven door zich te prikken aan een weefspoel (Grimm), een vlasdop tijdens het spinnen (Basile) of de spindel van het spinnewiel (Perrault). De wol of het vlas wordt op een spoel geprikt en daar zal zij zich ook wel aan hebben geprikt. Deze weefspoel of spindel is enigszins fallisch gevormd. Dat zij zich hieraan ‘prikt’ is pregnant als je het ‘slang’ woord voor penis ‘prick’ hierbij voegt. Het vijftiende levensjaar is traditioneel het moment waarin een jong meisje huwbaar/ vruchtbaar wordt en waarin dus de tweede van de drie schikgodinnen haar levensdraad zal verweven met die van een jongeman. Zo is het zich ‘prikken’ aan het fallisch gevormde spinrokken te zien als een eerste kennismaking met de eigen seksualiteit of mogelijk de eerste menstruatie. (4)
Het torenkamertje
Dit idee wordt nog verder ondersteund door haar situatie. Doornroosje wordt helemaal alleen gelaten op haar vijftiende verjaardag en gaat dan uit verveling alle kamertjes van het paleis bezoeken. Dit op onderzoek uitgaan en ‘stout’ gaan experimenteren is te vergelijken met het van het pad afgaan en bloemetjes plukken dat Roodkapje doet. (5) Het paleis is te zien als haar eigen energetische huis, haar lichaam op energieniveau. Qua seksualiteit zou je dan verwachten dat zij een slaapkamer of wellicht kelder ontdekt, maar zij vindt juist een nauwe wenteltrap die omhoog leidt naar een torenkamertje. Dit is de ‘bovenkamer’, de zetel van het verstand. Het is het hoofd die via de nauwe wenteltrap van de hals te bereiken is. Voordien zat het meisje met haar bewustzijn nog helemaal in haar lijf, door de ontdekking van haar seksualiteit ontstaat er de wereld van de dualiteit en afgescheidenheid, die haar uit haar lichaam in haar hoofd drijft.
Spinnen
Een ander aspect van dit proces vinden we in het ‘spinnen’. De oude vrouw in het torenkamertje verleidt haar om eens te oefenen met spinnen. Dit woord betekent niet alleen draad uit wol of vlas maken, maar ook piekeren, bezig zijn met een gedachte, malen. Het Duitse gezegde ‘der spinnt wohl‘ betekent hij is malende, hij is gek. (6) Hij maalt zolang rond in zijn brein dat hij het contact met de werkelijkheid verloren heeft! Als zij eenmaal in die toestand is gevangen, verkeert ze in een soort van slaaptoestand. De werkelijkheid, het leven wordt niet meer rechtstreeks ervaren, maar gefilterd door de hersenen en vertolkt in gedachten. Daardoor lijkt het voor haar alsof alles rondom haar in slaap is gevallen. Dit proces waarin het bewustzijn verandert van onbewuste eenheid, via onbewuste dualiteit naar bewuste dualiteit vindt in onze maatschappij – ergens in ieders jeugd – plaats. De voorspelde wraak van de zwarte godin heeft plaatsgevonden.
De dood wordt echter verzacht door de twaalfde of zesde fee, die bij Perrault uit het land Mataquin komt. Zij laat iedereen rondom Doornroosje in slaap vallen en zorgt ervoor dat er rondom het paleis (het energetische lichaam) een enorme doornenhaag groeit. Mata betekent dood en quin is vijf. (7) Zij brengt Doornroosje (net als de Fata Morgana en de schone schijn van de Indische godin Maya dat doen) in de schijndood van de met de vijf zintuigen ervaren materie, als enige bestaande werkelijkheid. Op mythisch niveau is zij zelf die dode materie geworden! Zo krijgt de mens de opdracht mee om – als de tijd rijp is – vanuit zijn mannelijke kant, zichzelf uit de illusie van slaap en doornenhaag te bevrijden. Tegelijk is dit de ultieme test voor elke man om voorbij de materie en de vergankelijke schoonheid van zijn geliefde te kunnen zien om zo tot de kern van de ware liefde te komen.
De doornenhaag
Uit de naam Doornroosje kan je afleiden dat de doornenhaag een rozenhaag is, maar Perrault heeft het over bramen en doornstruiken (zoals sleedoorn en meidoorn). Hier kan je de doorn waarmee zij geprikt wordt zien als de eerste abstracte gedachte die los staat van het object. Deze maakt het mogelijk om de materie te beheersen. Een prik van een stekelig object gaf de betovering, maar onvermijdelijk volgden er meer stekels tot ze als een dichte doornhaag rondom het meisje lagen. Al deze abstracte woorden en gedachten die geen band meer hebben met de beleefde werkelijkheid vormen een ondoordringbare muur tussen het zelf en de ander. Doornroosje word een ijzig, kille prinses die in een semi-dode toestand is gebracht, ver van haar echte gevoelens vandaan. De prinsen die haar liefde zoeken lopen zich stuk op haar intellectuele distantie. Zij is een ijzeren maagd, een roos met doorntjes die wacht op het juiste moment om geplukt te worden. Menig aspirant minnaar prikte zich zo hevig aan haar doorns dat ze er aan stierven. Grimm schrijft daarover: ‘de jonge prinsen bleven er aan hangen, konden niet meer loskomen en stierven een jammerlijke dood.’ Hierbij is de roos het symbool voor de vrouwelijke genitaliën. De gesloten knop is van de maagd, met opengevouwen blaadjes staat zij voor de vrouw op het toppunt van haar aantrekkelijkheid. (8) Hoe liet dan de ware prins Doornroosje uit haar slaap ontwaken, om zo de echte lente te doen ontstaan? Hoe kon hij doordringen tot haar hart, de doorntjes als vanzelf doen laten wijken, haar ontdooien, haar kussen en tot leven wekken?
De kus van de prins
Een kus op de mond is een symbolische, rituele en toch o zo echte handeling die als zij in het hier en nu met een volledige, liefdevolle intentie gedaan wordt, datgene wat harde materie lijkt doet smelten tot het weer een energetisch proces is. De kus van de prins kan de ijzige Doornroosje ontdooien en onttoveren! De zoen is de verzoening van het mannelijke en het vrouwelijke waarmee de verbinding tussen die polen tot stand wordt gebracht. Dat maakt een intense, liefdevolle, passionele zoen zo elektrisch geladen, waardoor je je daarna wakker en als herboren kan voelen! Zelfs de wereld rondom je heen krijgt daardoor meer glans alles wordt wakker en een nieuwe lente kan beginnen!
Dit moment kan ook letterlijk op een nieuwe lente slaan. De allervroegste versie van Doornroosje; de historie van Troilus en Zellandine uit de Perceforest werd in de veertiende eeuw in Duitsland en Frankrijk als drama opgevoerd met Vastenavond! De februaritijd sluit goed aan bij rituelen om de aarde door de hemel of de zon te laten kussen en zo de vorst te doen ontdooien. (9)
Doornroosje verkracht
In de Perceforest versie uit 1340 en de versie van Basile uit 1634 blijft het niet bij een kus. De koning (hier is hij geen prins) maakt haar – terwijl ze nog slaapt – tot de zijne, oftewel hij heeft seks met haar. Als realistisch verhaal zou dit een ziekelijk iets zijn, een verkrachting. Het gaat hier echter om de dieperliggende symboliek van het ‘Hieros Gamos’; het huwelijk of de eenwording van god en godin. In Troilus en Zellandine wordt Troilus door Venus zelf geadviseerd om haar te genezen door de ‘vrucht van haar spleet te plukken’. (10) Seks, maar dan wel in de vorm van eenwording, van dualiteit naar eenheid, is duidelijk het medicijn voor de kwaal van het slapende meisje!
Hier worden geen gewone kinderen uit geboren. Thalia baart Sole en Luna, oftewel zon en maan. Thalia is de naam van een (half)godin. Het is ook de naam van een van de muzen of een van de gratiën. Het betekent de bloeiende of de jeugdige. Thaleia is de muze van de komedie en betekent dan bloeiende feestvreugde en als gratie is zij een personificatie van het bloeiende geluk. (11) Zij is als een jonge bloem die de lente brengt, te vergelijken met de maagdelijke bloemengodin zelf. Zo moet de koning wel een godheid zijn. Als hemel en aarde brengen zij dan Sole en Luna, zon en maan voort. (12)
Conclusie
Toen Doornroosje nog sliep en de ware prins haar nog niet had gewekt, waren het mannelijke en het vrouwelijke incompleet. Na de prik van de spoel van het spinnewiel konden zij slechts half ervaren worden als materie vastgeklonken in gedachten en vice versa. Met de kus (of meer) van de koning kon de ware mannelijke en vrouwelijke energie zich met elkaar verbinden. Hieruit konden kinderen geboren worden; de daadkracht van de zon en het gevoel van de maan. In Perceforest en Thalia wordt Doornroosje pas echt wakker als een van haar kinderen de vlasnaald uit haar vingers zuigt! Ook bij Perrault zijn haar kinderen ‘larger than life’. Zij heetten daar Aurora (dageraad) en Dag. Passende namen voor kinderen die ontstaan zijn uit een wedergeboorte, een nieuwe lente, en een nieuw bewustzijn! (13)
Abe van der Veen
Noten:
1) http://talesoffaerie.blogspot.nl/2013/07/perceforest-early-sleeping-beauty.html
http://www.beleven.org/verhaal/sole_luna_en_thalia
http://www.beleven.org/verhaal/de_schone_slaapster_in_het_bos
http://www.beleven.org/verhaal/doornroosje
2) Lüthi, Max (1970). Once Upon A Time: On the Nature of Fairy Tales. New York: Frederick Ungar. p. 33
3) http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/fee
http://en.wikipedia.org/wiki/Parcae
Opie – The classic fairy tales p. 83
Nigel Bryant – Perceforest: The prehistory of King Arthur’s Britain p.386 http://books.google.nl/books?id=B_gc1P52bToC&printsec=frontcover&hl=nl&source=gbs_ge_summary_r&cad=0#v=onepage&q=zellandine&f=false
of: Perceforest – / A Perceforest reader: Selected episodes from Perceforest p. 75 http://books.google.nl/books?hl=nl&id=MnFpOeBq7fcC&q=zellandine#v=snippet&q=zellandine&f=false
4) Deze prik is te ook te vergelijken met de prik met de slaapdoorn die Odin als magiër-godheid toebracht aan de Walkure Brünhilde/Sigrdrifa in de Edda en de Volsunga saga. Ook zij lag in een betoverde slaap – in dit geval – omringd door een vlammenwal en ook zij wachtte op een held die dapper genoeg zou zijn om haar te bevrijden.
5) Zie mijn artikel over Roodkapje: http://www.abedeverteller.nl/sexy-roodkapje/
6) Prisma Duits-Nederlands woordenboek op ‘spinnen’
7) http://www.matiere-esprit-science.com/pages/breves/belle.htm
Hierbij is het de vraag of wij in de werkelijke of in de droomwereld verkeren. Zijn wij net zo slapende als Doornroosje?
8) De heg is de poort, maar nog meer het obstakel tussen deze wereld en de Andere wereld.
Sprookjes van Grimm p.161
Compendium van rituele planten p. 928
9) http://en.wikipedia.org/wiki/Perceforest: Oxford Companion to Fairy Tales
10) Nigel Bryant – Perceforest: The prehistory of King Arthur’s Britain p.389 http://books.google.nl/books?id=B_gc1P52bToC&printsec=frontcover&hl=nl&source=gbs_ge_summary_r&cad=0#v=onepage&q=zellandine&f=false
11) http://nl.wikipedia.org/wiki/Thalia_(voornaam)
http://nl.wikipedia.org/wiki/Thaleia
12) Dit vertoont overeenkomsten met de Griekse mythologie, met het verhaal waarin Zeus slaapt met Leto, die hem Apollo en Artemis baart, de zonnegod en de maangodin.
13) Ook na de geboorte van de kinderen gaat het sprookje nog door met een episode waarin de vrouw of moeder van de prins/koning de kinderen van Doornroosje wil opeten en daarna Doornroosje zelf wil vermoorden. Zij weet dit uit te stellen door langzaam stuk voor stuk haar kleding uit te doen. Net op tijd komt de prins terug om haar te redden.
Ook interessant: http://www.meertens.knaw.nl/medewerkers/theo.meder/sprookje/doornroosje.html
The post Doornroosje en de ‘kus’ van de prins first appeared on Abe de Verteller.
]]>