Boven ons staat de nachthemel. Vanuit ons huidige wereldbeeld kijken wij naar een welhaast oneindige leegte met her en der een gasbol. In een uithoek van die leegte, draaiend rondom een van die ontelbare gasbollen, bevindt zich dan de aarde. Dit wereldbeeld is echter pas recent. Vanuit het oude wereldbeeld keken we naar het ‘firmament’ of ‘hemelgewelf’. Dit was ‘firm’: een uit vaste materialen bestaande koepel of dak. Binnen die metafoor is de wereld een huis of een tent. Huizen en tenten hadden vroeger één stutpaal in het midden. Ook de wereld zou zo’n stutpaal hebben. Het menselijk oog kon deze niet zien, maar hij was er wel. Waar de kosmische stutpaal in de aarde stond, was de plaats waar de mens zou kunnen reizen naar de Godenwereld. Dit was het middelpunt van de aarde. (1)
In dit wereldbeeld zijn de microkosmos (van het menselijke energetisch systeem) en de macrokosmos (van het ons omringende universum) onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dit is vooral te merken als we uit de vele verhalen en folklore rondom de sterren er die elementen uit pakken die te maken hebben met de zielenreis. Het is een mooie, betekenisvolle ervaring om op zo’n manier naar de nachthemel te kijken!
De poolster: het gat van de kosmos
Via de wereldpaal – ook wel gezien als wereldas of wereldboom – kan je ziel reizen naar het gat in het midden van de nachthemel. Dit is de plaats waar omheen alle sterren van de nachthemel cirkelen. De Poolster – onderdeel van de Kleine Beer – geeft aan waar dit gat ongeveer zit. De pool is het uiteinde van de as, het is de plaats waar omheen iets draait. Die ster werd wel vergeken met de spijker die het tentdoek vastzet aan de tentpaal. De Noormannen noemden de Poolster waarschijnlijk om die reden ‘Veraldar Nagli’, de wereldnagel die de hemel op zijn plek houdt. Zij houdt de wereld op zijn plek en geeft het rookgat van de hemelse tent aan. De plaats waar de geest of ziel van de mens naar de andere wereld kan reizen. De Arabieren noemen de Kleine Beer ‘het gat waarin de as van de aarde past’, of ook wel de as van de molensteen, waarbij de draaiende molensteen symbool staat voor de sterrenhemel. Hierbij zullen ze met name de Poolster op het oog hebben gehad. (2) De Poolster is te associëren met je kruin (plaats van het zevende chakra).
Draco: de slang om de wereldboom
De Kleine Beer zou ontstaan zijn toen de vleugels van Draco werden geknipt. Daarom heeft deze ‘draak’ ook geen vleugels. Het is dan ook niet toevallig dat het sterrenbeeld Draco rondom de Kleine Beer en dus de Poolster kronkelt. Voor de Grieken was dit de draak die de appelen van de boom van de Hesperiden bewaakte of anders de draak die het Gulden Vlies bewaakte. Net als alle mythische draken en slangen rondom levensbomen (Jormungand en Yggdrasil, de slang rondom de boom van kennis van goed en kwaad, Fafnir rondom de lindeboom et cetera) is deze draak een symbool voor de levensenergie die van de hemel naar de aarde stroomt en ook weer van de aarde naar de hemel. Omdat de microkosmos de macrokosmos weerspiegeld, is dit tegelijkertijd de energie die rondom je wervelkolom wentelt. Wie de appelen van deze boom kan plukken wordt onsterfelijk. Hij heeft de kosmische boom (de wereldas of paal) beklommen en kan zo voorbij de sterfelijke wereld komen. (3) Helaas is dit voor de gewone mens bijna onmogelijk. De vleugels van zijn draak zijn geknipt, ze kan langs de wereldpaal omhoog klimmen, maar vliegt niet en komt dus niet voorbij het stoffelijke.
Grote Beer: wilde zielenjager
Rondom de Kleine Beer en Draco cirkelt dan weer de Grote Beer, die zich ook wentelt rondom de Poolster. Door dit wentelen wijst hij de seizoenen en windrichtingen aan. Hij maakt zo een vierkant rondom de Poolster. Dit is de plaats waar de zielen doorheen moeten om in de hemel te komen. Als voor elk seizoen de vorm van de Grote Beer met een lijn verbonden wordt met de Poolster dan wordt zo het oeroude symbool van de Swastika gevormd.
Voor de Romeinen waren de zeven sterren van Ursa Major zeven ossen die de sterrenhemel als molensteen om zijn as deed draaien. Dit sterrenbeeld wordt ook wel gezien als de wagen van de Wilde Jager onder diverse namen zoals: Odin, Irmin, Karel de grote, Arthur of anders. Deze jaagt volgens de folklore vooral in de midwintertijd – als de hemel even op aarde is – op (dolende) zielen, die hij in zijn wagen stopt en ze zo meesleept. Hij berijdt hiervoor de Melkweg die ook wel de Woensweg (Weg van Wodan) wordt genoemd. Het sterrenbeeld dat links naast de Grote Beer ligt wordt de Ossenhoeder (Boötes) genoemd. Hij is de voerman van de Grote Beer als wagen met zijn zeven ossen. De grote beer kan echter ook de vrouwelijke heerseres der dieren (oftewel zielen) Artemis/ Diana zijn. Zij is ook een aanvoerster van de heksen en van de Wilde Jacht. (4)
Ook het – in de winter prominent zichtbare – sterrenbeeld Orion is zo’n Wilde Jager. Bij de Noormannen heet Orion het spinrokken van Frigga. Ook Frigg kan een aanvoerster zijn van de Wilde Jacht. Mogelijk volgt de Grote Beer Orion op als de zomerse en de winterse jager op zielen. (5)
De dierenriem: ridders op avontuur
De mensenzielen zou je kunnen zien als de ‘dieren’ waar de Wilde Jager op jaagt. Ieder is in een bepaald teken van de dierenriem geboren en toen als ziel op aarde gebracht. Hij jaagt dus op mensen als stier, ram, leeuw, steenbok, vissen, kreeft, schorpioen etc. Mogelijk waren oorspronkelijk alle tekens van de dierenriem dieren.
Koning Arthur – die dus ook te zien is als het sterrenbeeld Grote Beer (Art betekent ook beer)- zond vanaf zijn – in het centrum van de kosmos gelegen – vierkante paleis met zijn ronde tafel zijn twaalf ridders als zielen er op uit om het levensavontuur mee te maken. Als ze bleven hangen, of het duurde te lang, dan kwam hij ze weer halen en terugbrengen naar zijn hof. Hier moesten ze verslag uitbrengen van hun avonturen. Hetzelfde kan worden gezegd van Karel de Grote en zijn twaalf paladijnen of anders Odin en de twaalf aan hem gewijde berserkers.(6) Bij al deze krijgers en ridders kan het in zijn oervorm gaan om leerling-sjamanen die – in opdracht van hun leider – uit hun lichaam traden, een zielenreis maakten en zo een avontuur meemaakten. (De Mexicaanse sjamanen noemen zichzelf ook nu nog krijgers.) Het meest duidelijke voorbeeld hiervan in de mythologie zijn de twaalf werken van Hercules/Heracles (glorie van Hera). Ook hij staat prominent aan de sterrenhemel en zo ook een aantal van zijn verslagen dieren. Elk avontuur van Heracles is te zien als een reis naar de Andere Wereld en in bijna elk avontuur moet hij een dier verslaan.
Ieder mens is te zien als één van die krijgers die elk met een eigen opdracht c.q. noodlot er op uit is gestuurd om het levensavontuur mee te maken, om uiteindelijk bij zijn dood terug te keren naar zijn oorsprong. Alleen de astrale reizigers – of je ze nu tovenaars, heksen, ridders of sjamanen noemt – kunnen in hun leven meer dan één opdracht vervullen.
De Zodiak als molenwiel
De Zodiak werd wel gezien als een wiel. De Italiaanse volksnaam voor de Dierenriem is ‘molenwiel’. De roterende hemelpilaar – met daaromheen de 12 huizen – wordt wel vergeleken met de molen van Fenja en Menja uit de Noordse mythologie en met de Sampo; de wondermolen uit het epos de Kalevala van de Finnen. Tussen de Poolster en het middelpunt van de aarde ligt de as van dat molenwiel. Dit wiel dat draait en maalt, brengt zo vruchtbaarheid op aarde. Het is ook te vergelijken met het Indische mythische thema van het karnen van de kosmische oceaan (of de Melkweg) met de berg Mandara om Soma, het maan- c.q. zielenvocht te maken. Deze soma of amrita was alleen gereserveerd voor de goden of voor krijgers die in extase de hemelpoort wisten te bereiken. Soma was de brug waarmee de mensenziel de wereld der goden kon bereiken. (7)
Melkweg: Pad van de zielen naar de Andere Wereld
De Melkweg is in de Griekse mythologie de melk die uit de borst van Hera spoot toen ze de – uit haar borst drinkende – zuigeling Heracles wegduwde. Ovidius noemde het een weg die open ligt naar de hemel.
Verschillende benamingen van de Melkweg duiden er op dat deze gezien werd als de weg of baan die de zielen volgen om in het hiernamaals te komen: Bij de oude Germanen heet zij Manavegr en Wuotanes wec. Dit betekend weg van de maan en weg van Wodan. (De maan staat bekend als een verblijfplaats der zielen.) Later werd de Melkweg in Duitsland soms Jacobs weg of Jacobs ladder of ‘Strasse der Seelen’ genoemd. Een weg die dus naar de hemel leidt. Het oud-Nederlandse Vroneldenstraat betekent waarschijnlijk de straat van vrouw Holle en het Saksische Irmins weg, refereert naar de obscure god Irmin – mogelijk verwant aan Hermes en Odin – aan wie ook de Irminzuil is gewijd. Dit is de hemelzuil. Er is ook een mogelijkheid dat met de Bifrost-brug uit de Edda niet altijd de regenboog, maar ook een aantal malen de Melkweg wordt bedoeld. Ten laatste wordt de Melkweg ook wel Helweg genoemd. (8)
Cygnus de zielengeleider
De zielen worden bij hun reis over de Melkweg begeleid door de zwaan als zielengeleider. Dit is het sterrenbeeld Cygnus. Hij brengt ze over de Melkweg naar het Noordelijke paradijs. Cygnus zit precies in de Melkweg met aan weerszijden zijn vleugels. Het sterrenbeeld Aquila, de adelaar achtervolgt de zwaan om de ziel te kunnen bemachtigen en op te vreten. Echter de adelaar kan ook een zielengeleider zijn. Hij brengt bv. de schone Ganymedes naar de Olympus en haalt in de Indische mythologie het maanvocht Soma voor de god Indra. (9)
De reis langs de zeven sferen en planeten
Als de ziel geboren wordt en afdaalt in een lichaam zal hij bij zijn reis over de Melkweg – langs de zeven sferen moeten, die elk door een planeet geregeerd worden. Bij elke planeet zal iets van het karakter van de persoon indalen. Al naargelang hij in harmonie is met de toon van de muziek van die sfeer. Is hij harmonieus en in balans dan zal hij een van de zeven hoofddeugden opdoen, is hij uit evenwicht dan zal hij een van de zeven hoofdzonden opdoen. Bij zijn dood – of als sjamaan eerder – zal de ziel bij zijn weg naar boven opnieuw langs de zeven sferen gaan. Deze worden verbeeld door de vijf planeten, zon en maan. En wel in deze volgorde: Maan, Mercurius, Venus, Zon, Mars, Jupiter, Saturnus. Dit astrale reizen werd o.a. door de heksen gedaan die hun heksenzalf maakten van de zeven planeetplanten om zo langs de zeven planeten te kunnen reizen. (10) Deze reis is te vergelijken met die langs de zeven chakra’s in het energetische lichaam.
Pegasus
De zielen die door het vierkant van het sterrenbeeld Pegasus gingen waren volgens de oude Grieken klaar met reïncarneren, zij vonden daar achter het paradijs. Als je het gevleugelde zielenpaard Pegasus ziet als de Griekse pendant van Sleipnir dan is het duidelijk dat degene die dit paard berijd, iemand is die volleerd is in het zielenreizen. Hij beheerst het astrale reizen en heeft zijn astrale lichaam in de vorm van een paard volledig onder controle. Er hoeft op het aardse vlak niets meer geleerd te worden.. (11)
Conclusie
Als onze ziel het zware lichaam verlaat moet zij wel opstijgen naar de hemel. Gelukkig hoeft de ziel niet te verdwalen, want zij kan de Melkweg volgen. Zo komt zij langs de zeven sferen, van de zeven (toen bekende) planeten. Uiteindelijk zal de ziel door het vierkant van Pegasus, of anders het vierkant dat gemaakt wordt door de Grote Beer, de materiële wereld compleet verlaten. Zij is aan de andere kant van de sterren terecht gekomen, of wellicht beter gezegd: zij is samengevallen met haar ster.
Abe van der Veen
Literatuur en noten:
M. McDonald – Tales of the constellations 1996
W. Beekman en Bart Brandsma – Wat sterren vertellen 2002
M. Hausmann – Sterrensagen 1965
B. Walker – The encyclopedia of myths and secrets 1983
Santillana en von Dechend – Hamlet’s Mill 1969
Richard Allen – Star names and their meanings 1899
Deze blog is bovengemiddeld speculatief, lees hem als inspiratiebron. Niet als plaats om feitjes op te delven. Ik doe een aantal aannames die niet door primaire bronnen worden ondersteund, maar voor mij kloppen binnen het verhaal.
1) Op dit middelpunt werd vaak een steen gelegd waarvan gezegd werd dat dit een uit de hemel gevallen steen was. Deze meestal zwarte steen die geassocieerd werd met de zwarte godin kwam uit het zwarte gat dat het middelpunt van de hemel is.
http://www.constellationsofwords.com/Constellations/UrsaMinor.html
2) Bij de Noormannen werd hij ook wel ‘troon van Thor’ genoemd (McDonald 59).
M Kaplan en TR Tangherlin – News from other worlds p. 20
McDonald 58
Santillana 139
3) McDonald 74
Ook de Caduceus van Hermes en de Aesculaap van de genezer-godheid Asklepios stammen af van dit beeld van de kosmische (tent)paal. Hermes als gevleugelde zielengeleider gebruikt zijn caduceus-staf met twee slangen om de zielen door de werelden te geleiden. De Aesculaap heeft maar één slang. Hier is het daarom eenrichtingsverkeer; Hij geneest ermee en haalt zo de zieken terug naar het land der levenden.
4) Santillana 138
McDonald 54-57
5) McDonald 112
De ster Rigel in Orion kennen de Noormannen als de teen van Aurvandil. Aurvandil is de man van de zieneres Groa, als Thor door haar – bijna – genezen wordt, verteld hij dat hij haar man uit de reuzenwereld gered heeft. Helaas bevroor zijn teen toen hij een koude rivier overstak. Deze gooide hij de hemel in en deze bleef daar staan als ster.
6) De berserkers waren mannen die zich wijden aan Odin en zich – vanuit de heidense beleving – in beren konden veranderen.
7) Santillana en von Dechend – Hamlet’s mill
http://en.wikipedia.org/wiki/Ocean_of_milk
8) Myths and Fancies of the Milky Way – Wintemberg, W. J.235-247
Beekman – Wat sterren vertellen p. 60
Walker – Encyclopedia of myths and secrets p. 658
De benaming Vroneldenstraat is te vinden in ‘Natuurkunde van het geheelal van broeder Thomas en in de woordenlijst Theutonista uit 1477.
http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article_content&wdb=MNW&id=69317
9) Graves – White Goddess p. 292
McDonald p.99
10) http://en.wikipedia.org/wiki/Celestial_spheres
W. Braekman – Witte en zwarte magie http://www.dbnl.org/tekst/brae003midd01_01/brae003midd01_01_0006.php
In het vertaalde Nederlandse recept van heksenzalf (unguentum Pharelis) uit het 15e eeuwse manuscript van Joannnes Alphensis staat het volgende:
Om snel te reizen waar je maar naar toe wilt. Maan: Ijzerhard, Mars: vuurwerkplant, Mercurius: Bingelkruid, Jupiter: huislook, Venus: valeriaan, Saturnus Betonie, Zon: goudsbloem (of chichorei).
Hier is Pharel dezelfde die genoemd wordt in de Middelnederlandse benaming voor de Melkweg; de vroneldenstraat. het is kort voor Varende Hilde, de varende oftewel reizende vrouwe Holda als aanvoerster van de Wilde jacht..
Bij aankomst in elk van deze sferen wordt de ziel beoordeeld of hij verder mag of niet. Deze beoordeling wordt volgens de boeken van Walker gedaan door de sterren van de Pleiaden, het Zevengesternte in de gedaante van zeven zusters. Deze zouden bepalen of de ziel te zwaar is of licht genoeg om door te gaan. De Pleiaden worden in India de Krittikas genoemd, wat scheermessen of beoordelers betekend. Zij konden haarscherp en kritisch de menselijke ziel beoordelen. Mogelijk gaat het hier juist om de zeven helderste sterren van de Grote Beer. Maar in beide gevallen kan ik bij deze suggestie van Walker geen ondersteuning vinden van betrouwbare bronnen. (B. Walker – Dictionary of symbols and sacred objects 76 Walker – Encyclopedia of myths and secrets 803)
De beroemdste reiziger die langs de zeven sferen ging is de profeet Mohammed. Vanaf de Eben Shettya in Jeruzalem – de eerste steen van de schepping – steeg hij op op de rug van het mythische wezen Al Buraq (half mens, half paard) en begeleid door de engel Gabriël, vloog hij langs de zeven hemelen om in de zevende hemel te converseren met Allah.
Een andere beroemde reiziger is Dante in zijn Paradiso. Ook hij gaat langs de zeven sferen, maar volgens Dante volgen er dan nog de sfeer van de vaste sterren en de negende sfeer van de ‘eerste beweger’. Voorbij die sfeer ontmoet hij God.
11) Mcdonald 38
Andere interessante website over dit onderwerp:
http://www.theoi.com/Cat_Astraioi.html
http://archangels-and-angels.com/misc/seven_heavens.html
http://en.wikipedia.org/wiki/Atlas_(mythology)
http://en.wikipedia.org/wiki/Astral_projection
Voor mij is de sterrenhemel de bron van alle mytische- en godenverhalen op aarde. Voor de tijd van het elektrisch licht was daar veel meer van te zien. De ouden deden waarnemingen, wat al in de oude observatoria in India gedaan werd. Wij kunnen nog maar weinig zien door de tegenwoordige lichtvervuiling maar als je wel eens ‘s nachts in de woestijn naar de
nachtelijke hemel gekeken hebt zie je de grootsheid daarvan. Men ondekte er patronen in en zag de overeenkomst met het gebeuren op aarde en in de mens.
Het zijn geen verzonnen verhaaltjes, maar wijsheid die al dan niet ingefluisterd van binnenuit kwam.
Veel was al bekend vanuit de tijd van Atlantis (de gelukzalige eilanden in het Westen van St.Brandsan?)
Veel van de symboliek vinden we terug in de zeven treden van de tempeltrap en de 33 graden van de vrijmetselarij, evenals in het feit dat het plafond van de maconnieke tempels een gewelf bezaaid met sterren is, terwijl op de wanden de 12 tekens van de dierenriem zijn aangebracht.
Het gaat daarbij om de mensenziel, die deel uit maakt van dat grote kosmische geheel, het uni-versum of heel-al.