De Duitse schilder Hans Baldung Grien (1) (1485-1545) maakte begin zestiende eeuw een aantal opmerkelijke tekeningen en houtsneden van heksen. Zij intrigeren mij enorm omdat zij op een aantal plaatsen afwijken van het stereotype heksenbeeld en daardoor als schokkend kunnen worden ervaren. Voor mij zijn het afbeeldingen van verschillende stadia van trance. De heksen treden uit hun fysieke lichaam en kunnen vervolgens met hun geestlichaam reizen. Laten we ze eens stuk voor stuk goed gaan bekijken!
Heksensabbat 1510
De beroemdste heksenafbeelding van Grien is de houtsnede die we kennen als ‘Heksensabbat’ uit 1510. Dit is direct ook de eerste afbeelding van heksen van Baldung Grien die wij kennen. We zien zes naakte heksen, een kat en twee geiten. Een naakte vrouw zit – tussen drie hooivorken in – naast een dode boom. Zij heeft een pollepel in de hand en opent een kruik met vreemde tekens. Uit deze kruik komt rook of stoom. Een oude vrouw heeft een doek en een schaal met dode vogeltjes in haar opgeheven handen. Het lijkt alsof ze een ritueel gebaar maakt. Een andere vrouw die links zit bekijkt het tafereel en houdt een beker vast. Zij heeft een hooivork voor zich waaraan worsten en een kruik hangen. Boven hen vliegt een jonge vrouw die achterstevoren op een bok zit met een hooivork in haar handen. Tussen de tanden van de vork zit een kruik met (tover)drank waarin beenderen drijven. Linksboven zweeft er nog een vrouw – dit keer zonder hulpmiddelen – door de lucht. De vrouw op de bok lijkt Grien rechtstreeks te hebben ontleend aan een gravure van zijn leermeester Albrecht Dürer. (2) De afbeelding wordt gezien als een voorbereiding op de heksensabbat. De heksen zijn mogelijk bezig met aanroepingen, het brengen van offers en met het aanbrengen van de heksenzalf om daarmee te kunnen vliegen naar de grote heksensabbat. De worsten zou je kunnen opvatten als fallussymbolen. Heksen waren berucht om het het stelen van de penissen (oftewel hun potentie of vruchtbaarheid) van mannen.
Drie naakte heksen 1514
Vier jaar later maakt Baldung Grien vijf of zes afbeeldingen van heksen op rij.
1514 Deze tekening draagt de tekst ‘Der Corcaden ein gut jar’ (De geestelijken een goed jaar). Een tekst die op het eerste gezicht niets met de afbeelding te maken lijkt te hebben. Op een gravure zien wij drie naakte vrouwen. Een vrouw buigt zich diep voorover voor de twee andere vrouwen. Wellicht als een soort van onderwerpingsgebaar. De jonge vrouw benadrukt dit door haar rechtervoet op haar rug te plaatsen. Zij houdt een pan boven zich in haar rechterhand waarin iets zit wat lijkt te branden of walmen. Mogelijk moet de andere vrouw deze substantie innemen als onderdeel van haar inwijding. De derde vrouw is beduidend ouder en heeft haar hand op de rug van de onderworpen vrouw en de andere hand om de tweede vrouw heen geslagen. De woorden ‘ein gut jar’ zijn een nieuwjaarswens en beduiden dat de afbeelding plaats vind met Nieuwjaar. Deze sacrale tijd werd veel gebruikt voor omkeringsrituelen. De buigende jonge vrouw die door haar eigen benen naar achteren kijkt, kan daarom opgevat worden als een symbool voor de omgekeerde wereld. (3) Vanaf nu is zij lid van de heksensekte, maar zij moet haar werkelijke inwijding nog krijgen.
Heksensabbat 1514
Op de afbeelding uit 1514 zien wij vier naakte vrouwen, een naakt kind en een kat. Een staande jonge vrouw draagt op plechtige wijze een schaal met daarop een schedel en een been van een mens. Een knielende vrouw met wapperende haren laat een ketting – met kralen, dobbelstenen en een miniatuurschedeltje – in haar hand bungelen. Ze heeft een hooivork tussen haar benen, waaraan drie worsten en een kruik hangen. Achter haar rug kijkt een oude vrouw scherp toe. Ook wordt ze vastgehouden door een klein kind. De vierde vrouw is jong en naakt. Zij zit op de grond en helt naar de zijkant toe. Zij heeft haar ogen dicht en houdt met haar linkerhand de ketting vast. Mogelijk staat de ketting voor haar levensdraad en levenslot, waarbij de dobbelstenen de onbestendigheid van het menselijk lot laten zien en de schedel de onvermijdelijke dood.
Met haar rechterhand houdt ze een staf vast. Het heeft er sterk van dat ze haar urine of zelfs haar feces heeft laten lopen, maar de stroom van de substantie voert naar boven. Ook de kat voelt zich beroerd en is bezig iets uit te braken. Bij nadere beschouwing lijkt het erop dat ze de staf met opzet bij haar vagina of aars houdt. Er verschijnt een lichtpuntje op de staf. Zij maakt blijkbaar op deze wijze vuur!
Er is één middeleeuws beeld dat hiermee overeenkomt: Het verhaal van de vuurwraak van Virgilius. Deze tovenaar dooft – op magische wijze – alle haardvuren in Rome en vertelt dat het vuur slechts te halen valt bij de nobele dame Phoebille en wel met een kaars of staf tussen haar billen vandaan! En inderdaad elke huisvader weet daar zijn staf weer in brand te krijgen om zo het haardvuur te ontsteken. (4)
Wat is hier aan de hand? Het lijkt er sterk op dat hier een ritueel wordt uitgevoerd, waarin de zittende vrouw een inwijding ondergaat. Zij lijkt onder invloed van de een of andere hallucinogene substantie. Ze kan nauwelijks meer overeind blijven en laat mogelijk de controle over haar sluitspieren gaan. (Iets wat ook bekend is van het huidige gebruik van hallucinogene planten zoals bv. ayahuasca.) Toch kan het ook iets anders zijn, want het stroomt als een soort gas omhoog! Is het hier de geest die in de vorm van rook of damp het lichaam verlaat? Hoe grotesk dit idee ook lijkt, het is vanuit het energetisch beeld van de mens logisch: Er is een uitgang via de kruin naar de hemel toe en een (achter)uitgang via de stuit naar de aarde of de onderwereld toe. Ook via die uitgang kon volgens toen heersende theorieën vitale levensenergie (pneuma= adem/geest) in de vorm van lucht of gas het fysieke lichaam verlaten. (5) Ook in de ‘heksenkeuken’ van Jacques de Gheyn II uit 1604 is een heks te zien waarbij iets uit haar billen komt (gas, vlammen?). Ze is net bezig om met haar bezemsteel door de schoorsteen te vliegen. Als we deze interpretatie hanteren dan verandert ook ons begrip van de kat. Hij braakt dan niet, maar krijgt juist de damp binnen. Hiermee komt de geest van de heks het kattenlichaam in! Dit gegeven wordt ook verbeeld in een afbeelding van Frans Francken uit 1607.
Voor een beter begrip pakken we ook de volgende tekening van Baldung Grien erbij.
De heksensabbat ca. 1515
De pen en inkttekening genaamd ‘de heksensabbat’ uit ca. 1515 lijkt sterk op het voorgaande tafereel. Het toont ons vijf naakte vrouwen en twee katten. De vrouw op de voorgrond is eveneens in onmacht. Het lijkt alsof ze haar feces of urine laat lopen. Ze kijkt omhoog alsof ze daar iets (een visioen) ziet. Daar in de lucht is inderdaad een oudere naakte vrouw bezig te vliegen met een hooivork tussen de benen. Achter haar aan komt een bok die ook door de lucht vliegt. Rechts staat een oude vrouw die op een hoorn blaast. Een vrouw – met een kat in haar handen – kijkt naar het tafereel. Een wat oudere vrouw knielt voorover en roert met een stafje in een potje. Ook zij heeft iets wat uit haar anus en/of vagina komt. Net als bij de andere vrouw op de voorgrond gaat het als rook of stoom de lucht in. Helemaal vooraan zit een kat die klaarblijkelijk aandachtig een (tover)boek bekijkt.
Het gegeven dat hetgeen wat uit beider vrouwen hun vagina komt omhoog stijgt pleit niet voor de theorie dat het om urine of feces gaat. Ook het feit dat de vrouw aan de rechterkant duidelijk niet in onmacht is, maar juist alle aandacht heeft bij haar taak, maakt duidelijk dat het hier toch niet gaat om disfunctionerende sluitspieren. Mogelijk wordt hier het proces van het uit het lichaam treden van een heks weergegeven! De knielende, staande en zwevende vrouw zijn dan drie fasen in een proces waarin eerst de geest het lichaam verlaat via de anus of vagina en dan met behulp van de demon/kat gaat zweven en uiteindelijk al vliegend in de lucht is te zien. Het innerlijk vuur doet de hooivork of – bij de vorige tekening – de staf ontbranden. Het is de energie waarmee gevlogen kan worden! Mogelijk zien we deze staf of kaars ook weer terug in de schilderijen van David Teniers uit ca. 1645. Ook hier ondergaat de jonge naakte heks een inwijding van een oudere heks. Ze staat klaar met haar bezemsteel om de schoorsteen uit te vliegen en als curieus detail is er een brandende kaars in de twijgen van haar bezemsteel gestoken! Met het vurige mannelijke element gestoken in de vrouwelijke twijgen wordt het vliegen mogelijk.
Vertrek voor de sabbat 1514
In een derde gravure genaamd ‘Vertrek voor de sabbat’ uit 1514 zien we vijf naakte vrouwen, twee katten, een geit en een naakt kind. Op de voorgrond zit een jonge vrouw die zich voorover buigt. Ze heeft een papier (met toverformule?) in haar hand en een hooivork op schoot. Haar andere hand doet iets tussen haar benen (wellicht smeert ze zich in met zalf?) Ze heeft haar benen over een tweede vrouw heen. Deze houdt de vork bij een van de tanden vast en heeft in haar andere hand een beker waaruit een vlam- of rookachtige substantie komt. Beiden hebben de ogen dicht. Achter de eerste vrouw zien we een kat en een kruik. De kruik wordt omgeven door een walm of uitwaseming. Achter de andere vrouw bevindt zich een naakt kindje dat op een bok of geit leunt. Op de voorgrond vinden we een bot, schedel en kaars. Een kat en een vrouw in het midden van de voorstelling kijken omhoog hoe een naakte jonge vrouw in de lucht mee wordt gevoerd door een oudere vrouw. In een soort van paniek steekt ze de handen in de lucht. De oude vrouw heeft een hooivork in de hand, maar berijdt deze niet.
In mijn ogen wordt er weer een opeenvolging weergegeven en zijn de drie jonge vrouwen één en dezelfde en zo ook de twee katten. Door de spreuk en de zalf is zij in een trance-bewustzijn geraakt en met behulp van de oude, al ingewijde heks kan ze uit haar lichaam treden en meegevoerd worden. Dit gaat nog wel gepaard met angst en onzekerheid, zoals te merken is uit haar houding en gelaatsuitdrukking. De schedel laat zien dat dit een semi-doodservaring is en de geit dat dit gebeurd onder auspiciën van de duivel. (deze zou je ook kunnen zien als de heidense god van inwijding en wijsheid, die de kunst beheerst om uit het lichaam te treden om in het geestlichaam te gaan).
De heksen van HF 1515
De volgende pentekening uit 1515 is mogelijk niet van Baldung Grien. Hij wordt namelijk niet met HB maar met HF ondertekend. Toch qua datum en stijl sluit hij naadloos aan bij de voorgaande heksentaferelen. Het toont ons vier naakte vrouwen en een bok. Een vrouw ligt slapend of bedwelmd op de voorgrond met een omgekeerde schaal en een gevallen kelk naast haar. De andere vrouw ligt op haar rug en houdt een schedel in haar hand. Boven hen lijkt vlak boven de grond een vrouw te zweven op een hooivork. Ze houdt die stevig vast met haar handen en omknelt die met haar benen. We zien de kop van een bok direct achter haar. Deze heeft – al dan niet bedoeld – geen lichaam. Een staande, naakte, oudere vrouw heeft een staf (hooivork?) in haar hand waar ze een bos hooi mee voor zich houdt. Op de staf zit een vogel. Op haar rug draagt zij een kind.
Ook hier lijkt het dat de drie onderste vrouwen – onder auspiciën van de oudere vrouw als inwijdster – een inwijding ondergaan. Zij worden bedwelmd en verkeren vervolgens in een trance. Met behulp van de bok en de hooivork kan de middelste vrouw leviteren. Het is wel de vraag wat de oude heks met de bos hooi wil, of is het toch een kruik met een walmend goedje?
De heks en de draak 1515
Het wordt tijd voor de meest opzienbarende en scabreuze afbeelding van Baldung Grien! Op een pen en inkttekening genaamd ‘Heks en draak’ uit 1515 zien wij een monsterlijk wezen, mogelijk een demon of een draak. Het heeft een muil met scherpe tanden en het heeft een soort van manen. Verder heeft het geen poten, wat het tot een soort slangachtige maakt. Het beest staat in een hoogst curieuze verbinding met een naakte jonge vrouw. Zij is druk bezig de stengel van een plant in het trompet-achtige open uiteinde van de staart van het monster te steken. Tegelijk komt er een soort rooksliert uit deze opening. Diezelfde stengel komt er bij de muil van het monster weer uit en … gaat er vervolgens bij de vagina van de jonge vrouw weer in! Op het eerste gezicht dacht ik dat het de tong van het draak-monster betrof, maar die bungelt naast zijn mond. Een klein naakt kindje is druk doende om de muil van het beest open te houden en een ander naakt kindje houdt de staart vast. Klaarblijkelijk doet het beest deze dubbele penetratie niet vrijwillig. De kindjes hebben geen vleugels anders zou je aan ‘putti’, engeltjes denken. Wat ze dan wel zijn is niet duidelijk. Het lijkt erop dat wij hier te maken hebben met een zeldzame vorm van seks met de duivel. Toch is dit niet een voldoende verklaring voor alles wat er te zien is.
Als we deze slang-draak interpreteren als de energiestroom van de heks dan begint er een interne logica te ontstaan. In het – uit de Griekse mythologie afkomstige – symbool van de esculaap zien we een slang rondom een staf kronkelen. Door die slang is genezing mogelijk. Je kunt deze zien als de energiestroom die zich kronkelt rondom de wervelkolom. De slang werd in de christelijke mythologie echter een synoniem voor de duivel.
Het is opmerkelijk hoeveel overeenkomsten de tekening van Baldung Grien heeft met de afbeelding van Michael en de draak! Er wordt een lans c.q. staf in de opening van een draak gestoken. Lans en staf staan voor mannelijke daadkracht. Door deze in de aardse energie van de draak te steken wordt deze niet gedood, maar getemd! De energie van de draak komt – bij de heks via de vagina – weer terug in haar systeem. Vanaf dit moment kan zij haar energie op een bewuste manier als draak berijden! Baldung laat geen heksen zien die op slangen of draken rijden, maar dit beeld is wel al bekend uit de Griekse mythologie bij Medea en haar met draken aangespannen wagen. Brueghel beeldt ze in 1565 in de gravure ‘Jacobus bij de tovenaar’ wel af! Ook het berijden van de bok zoals zowel bij Baldung Grien als bij Brueghel te zien is, kan je interpreteren als het berijden van de getemde dierlijke energie die ieder in zich heeft. De heks laat zich meevoeren door deze energiestroom, maar blijft er bewust bij en kan zo nodig bijsturen.
Een zeer expliciete versie van de heks die in trance haar energiestroom als draak en staf berijdt is de pentekening van Jan de Bisschop naar een tekening van Frans Crabbe uit ca. 1500-1552.
Twee heksen 1523
Pas acht jaar later zal Baldung Grien het thema hekserij weer oppakken met het schilderij ‘Twee heksen’ uit 1523. Hier zien we een staande heks die schalks achterom kijkt en een op een bok zittende heks met in haar hand een glazen flesje waarin een duiveltje gevangen zit. Achter hen is de lucht onheilspellend rood en donker. Wellicht zijn de twee dames bezig met weermagie en verantwoordelijk voor de opkomende donkere luchten. (6)
Wederom zijn de heksen geen slachtoffer of dienaar van de duivel, maar hebben ze juist de duivel getemd! Hij zit in een flesje klaar voor gebruik. Ook de bok heeft het kwaad te verduren, hij wordt bijna geplet door de zittende heks. Zij is duidelijk meesteres over de situatie. Deze en de vorige afbeelding staan meer in de beeldtraditie van de verschalkte duivel die onderworpen wordt door de dominante vrouw. Een voorbeeld hiervan zien we in de gravure van Jacob Binck uit 1528.
De behekste stalknecht ca. 1534
De laatste heksenafbeelding van Baldung Grien is ‘De behekste stalknecht’ uit ca. 1534. De stalknecht ligt door toedoen van de met een fakkel zwaaiende heks in een staat van katalepsie. In combinatie met het paard is mijn interpretatie dat de heks zijn geest als rijdier gaat gebruiken om zichzelf naar de sabbat te transporteren. Dit gegeven komen we ook tegen in diverse sagen. Ook de brandende fakkel is te zien als een symbool voor de mannelijke energie die de heks zich op vampiristische wijze toe-eigent zodat ze klaar is om te vliegen.
Conclusie
Bij de meeste zeventiende-eeuwse Nederlandse genreschilders wordt het onderwerp ‘heksen’ nog voornamelijk gebruikt als vorm van entertainment en als een excuus om blote vrouwen af te beelden. Bij de vroeg zestiende-eeuwse schilder Hans Baldung Grien ligt dit anders. Hekserij werd toen nog hoogst serieus genomen en de heksenvervolgingen waren nog in volle gang. Als man van zijn tijd zal Baldung Grien zijn heksenafbeeldingen wel bedoeld hebben als voorbeelden van hoe het niet moet en als afbeeldingen van verdorven vrouwen. Toch denk ik dat we deze afbeeldingen niet moeten zien als pure allegorieën. Het is zeer wel mogelijk dat hier heksenrituelen zijn afgebeeld zo de kunstenaar zich dat voorstelde door wat hij gelezen, gehoord of meegemaakt had.
Abe van der Veen
De noten zijn nog onder constructie.
1) Hij kreeg zijn cognomen ‘Grien’ oftewel groen omdat dit zijn favoriete kleur was. Naar verluid droeg hij alleen maar kleren met een groene kleur. Het kan ook zijn omdat hij veel groen in zijn schilderijen gebruikte. http://personal.rhul.ac.uk/uhle/001/HansBaldung.htm
2) The appearance of witchcraft – Zika p. 27
Over het stelen van penissen door heksen wordt een hoofdstuk gewijd in de Malleus Maleficarum uit 1475.
3)
4) Gender and witchcraft – red. Brian P. Levack p.396
5) https://en.wikipedia.org/wiki/Pneuma
6) The goat, a symbol of the devil, appears too feeble to carry the plump witch who has taken a seat on it – a distinctly ironic commentary on the witch craze of Baldung’s time. The dragon-like creature imprisoned in the flask stands for quicksilver, an element used in salves as an antidote to syphilis, which had been raging in Europe since 1495 on an epidemic scale. One of the witches nevertheless unashamedly looks out at the – male – viewer with a provocative gaze. http://www.staedelmuseum.de/en/collection/two-witches-1523
It is to be feared that Grien wants us to imagine that the witch has just given birth, and it is an umbilical cord that connects her to a monster that has just ingested her baby.
Linda Stone – Terrible crimes and wicked pleasures: Witches in the art
De Givry – Witchcraft, magic and alchemy p.55
https://www.artandpopularculture.com/A_history_of_erotica
Beste Abe,
Als steeds heb ik je laatste artikel, dit keer gewijd aan hekserij, met veel interesse, en dank gelezen. Mijn complimenten hoor, je hebt belangwekkende tekeningen bijeen gebracht.(Hans Baldung Grien (De Groene Man?) Naar mijn overtuiging, zit je beslist op goede sporen als je het hebt over bedwelmende middelen die een belangrijke rol speelden in de oude religie die wij kennen uit de overleverde Keltische cultuur,
en meer bekende noordelijke geloofsopvattingen. Ook zijn er, je weet het en het wordt hier maar even extra voor lezers vermeld, heldere overeenkomsten met de godsdiensten van het oude Oosten, Griekenland en Rome, in vroege tijden door interculturele uitwisselingen veroorzaakt. Terug nu naar je artikel over hekserij. Ik heb veel waardering voor je stellingen, en leer er geïnteresseerd van.( al zijn wij het niet altijd eens) Zelf houd ik mij al lange tijd bezig met onderzoek naar dit oude godsdienstig verleden, en nu… Kom ik tot de volgende positief bedoelde kritische opmerking. Ik vind dat je je nu heel voorzichtig hebt uitgelaten over kennis die, mogelijk ook jou, is toegevallen. In dit geval had ik gehoopt,niet alleen op uiteenzetting, maar ook op, wat helderder, en wellicht daardoor inzichtelijker, voorzichtige conclusies. Heb je dit willen vermijden?
Zelf ben ik hierin al jaren bezig. maar ik denk,in bescheidenheid, dat je,om plausibele redenen, nu niet alles hebt willen berichten. Het is zeker een, voor velen, moeilijk te aanvaarden kennis. Ik hoop wel dat je hierover, in de naaste toekomst meer helderheid wilt verschaffen. Mijnerzijds beloof ik je, binnenkort mededelingen te doen, eerst aan jou persoonlijk, van mijn eigen onderzoek. Dit in de verwachting dat je er, vanuit je eigen persoonlijkheid, aandacht aan kunt schenken. Of het voor meer algemene publicatie openstaat, zullen wij het nog wel hebben. Ik hoop hoe ook, op je belangstelling, en verzeker je van mijn blijvende waardering voor je buitengewoon interessante, veeleisende zoektocht.(queeste) Met hartelijk genegen groeten, Harry
wat ontzettend leuk en boeiend om te lezen! mijn complimenten
Dit is eigenlijk mijn eerste “zoektocht” naar de enige waarheid omtrent alle fabels, mythe en sage betreffende het [voor] oordeel over ” de heks”. Waarom kijkt men zonder te ZIEN… Waarom oordeelt men zonder te zien…? Men trekt een eigen conclusie, zonder te weten…ZIET men dan werkelijk niet, de onmacht, de strijd, die de heks levert aan de duivel??? Ziet men niet hun verscheurde gezichten wanneer de duivel hen hun kracht probeert te ontnemen door hen hun kindjes te moeten laten offeren? Ziet niemand hun smeekbede? Ziet niemand hoe heksen juist TEGEN de duivel strijden? Dat zij uitverkoren zijn om deze strijd aan te gaan… Dat AL het negatieve in de prenten [ overigens absoluut naar waarheid getekend ] dit het werk is van de duivel omdat hij het zwaar heeft met de krachten en machten welke een heks gegeven is… Het is een ondankbare maar noodzakelijke taak om als heks te worden geboren en dat telkens weer opnieuw!!! Oneindig… Dat is de taak van de heks zodat de duivel ook oneindig moet blijven strijden en daarmee niet alles tot een einde kan maken!
Eigen ervaring, Het weten, De gaven, De machten en Krachten bezitten zoals een GOEDE heks het betaamt en deze enkel gebruikt voor het goede!!! Ik hoef nooit iets te lezen om te WETEN. Heks zijn BEN je en kun je nooit leren, zoals ik zo vaak lees.IK kan enkel zeggen: Wees maar blij dat je geen heks bent want het is geen leuk leven[s] en vergt heel veel doorzettingsvermogen want je ten wordt ten alle tijden [ ook nu ] veroordeeld omdat je ” anders” bent. Terwijl je heel veel goede dingen doet, mensen helpt, geneest, tegen het kwaad strijd, wordt je bij voorbaat al door velen veroordeeld en niet positief! Men “voelt” het dat je door hen heen kijkt, dat je weet wanneer zij liegen, de waarheid kent… Sommigen zullen jou als fantastisch zien en het merendeel zal je bij voorbaat haten! IT’S MY LIFE. OVER AND OVER…AGAIN
Leuk en interessant artikel.
een aardig detail om eens te bestuderen.
Zowel de jonge vrouw in het midden op de afbeelding van de heksensabbat uit 1514, als de vrouw in de prent “De heksen van HF 1515 als de jongedame, links op de prent “Twee heksen 1523 hebben de benen gekruist (de ene voet haakt achter de enkel van het andere been. Omdat we dit onder andere ook tegenkomen in de 12e kaart van de Tarot, de gehangene, kan ik mij niet aan het idee onttrekken dat dit een speciale betekenis heeft. Sowieso lijken al deze prenten bol te staan van de symboliek.
Dank voor je reactie. Ik heb de drie schilderijen ook bekeken en je bent een heel intrigerend detail op het spoor gekomen! Ik denk dat je gelijk hebt dat dit niet toevallig is. Je zou het kunnen zien als een teken van het ‘zelfoffer’. Een offer van het ‘lagere’zelf of ego dat noodzakelijk is om in de geest te kunnen reizen. De gehangene is daar een mooi voorbeeld van. Ook Odin reist in de geest en doet dit terwijl hij – mogelijk ondersteboven – hangt aan een boom. Hij kan zo tot de runenwijsheid komen en geheimen ontdekken. Wijsheid vinden en geheimen ontdekken zijn ook voor de heksen redenen om op geestesreis te gaan. Dit kruisen van de benen zou heel goed een geheime code van dit zelfoffer kunnen zijn..
misschien kun je iets met dit? https://en.wikipedia.org/wiki/Pittura_infamante