Met Halloween, op de avond van de 31e oktober gaan er in vele landen kinderen langs de deuren met uitgeholde pompoenen met een lichtje erin. Ze roepen: ‘trick or treat’ of iets dergelijks, en zijn vermomd als engerds, als vampiers, spoken, heksen of skeletten. Zo gaat de maskerade van deur tot deur tot er genoeg lekkers is verzameld en eindigt bij een groot vuur, waar er nog een griezelig verhaal wordt verteld. (1) Achter deze schijnbaar onschuldige kindermaskerade gaat een oud heidens feest schuil met de naam Samhain. De gebruiken van dit feest hebben een diepere betekenis die ik probeer te achterhalen door het analyseren van het verhaal van Jack ‘o lantern.
Het verhaal van Jack ‘o lantern
Die uitgeholde pompoen – waar de kinderen mee lopen – wordt in de Angelsaksische landen de ‘Jack ‘o lantern’ genoemd. De herkomst van die naam is te vinden in een Ierse sage over een aartsschurk genaamd Stingy (=gierige) Jack. Stingy Jack was een man die tijdens zijn leven niet wou deugen, maar wel de duivel een aantal keren te slim af was. Met Halloween komt de duivel naar zijn stamkroeg om zijn ziel te halen. Jack weet de duivel zo ver te krijgen dat hij zich in een muntstuk verandert om de waard te kunnen betalen en zet hem vervolgens gevangen in zijn geldbuidel waar een kruis op staat. De tweede maal – opnieuw met Halloween – smeekt hij de duivel om een appeltje voor hem te plukken. De duivel doet dat en kan vervolgens niet uit de boom vanwege het kruis dat Jack in de boom heeft gekerfd. Pas als hij belooft om Jack voor altijd met rust te laten bevrijdt Jack de duivel uit de boom. Als Jack na zijn dood bij de hemelpoort aanklopt wordt hij niet toegelaten. Maar ook de duivel houdt zijn belofte en ziet het absoluut niet zitten zo’n slimmerik toegang tot de hel te verlenen! Hij smeekt dan de duivel om een gloeiend kooltje voor wat warmte en om zijn weg door de wereld te verlichten. Jack krijgt het kooltje en beschermt het kooltje tegen weer en wind door het in een uitgeholde raap te plaatsen. Zo dwaalt hij met zijn lichtje als een dwaallicht door de wereld tot aan het einde der tijden. (2)
Het dwaallichtje
Jack ‘o lantern is dus één van de vele namen voor het dwaallichtje. (3) In het Engels wordt dit verschijnsel ook wel ‘will-of-the-wisp’ en ‘corpse candle’ genoemd. De laatste naam verraadt waar het om gaat: het is een lichtje voortgebracht door de ziel van een dwalende dode. In de meeste gevallen gaat het om een ongedoopt kind, een brandstichter of een grenssteenverzetter. In het Halloween verhaal gaat het om iemand die te goed is voor de hel en te slecht voor de hemel. Deze dwalende dode wordt hiermee een soort van elf. Elfen werden wel gezien als gevallen engelen die te slecht waren voor de hemel, maar te goed voor de hel. In een variant van het Jack ‘o lantern verhaal klimt de slimme man zelf de appelboom in, waar de duivel hem niet kan bereiken. De appel is een elfenboom (denk aan Avallon en Tir-na nÓg). Je zou kunnen zeggen dat Jack op deze wijze naar de elfenwereld vlucht. (4)
Samhain
Juist met Halloween staan de elfenheuvelen wijd open en kunnen de geesten vrijelijk rondspoken. Dit komt doordat het een scharnierpunt in het jaar is. Het is een periode tussen de jaren in. Vroeger werd het feest in Schotland en Ierland Samhain genoemd. (5) Dit betekent letterlijk ‘einde van de zomer’. In Wales noemen ze ditzelfde feest ‘Calan Gaef’; het begin van de winter. Het is het begin van de donkere helft van het jaar. De Kelten zagen de avond, dus de komst van de duisternis als het begin van de nieuwe dag en naar analogie daarvan kan je aannemen dat Samhain als begin van de duistere periode ook het begin van het nieuwe jaar was. Op dit soort drempelmomenten zijn de sluiers tussen deze en de Andere wereld dun. Geesten, elfen en andere wezens kunnen op deze nacht ook in onze wereld ronddwalen of anders gezegd; wij zijn gevoeliger voor hun aanwezigheid en nemen ze eerder waar!
De geest te gast
Juist met Halloween – op de drempel tussen twee seizoenen – zouden de dolende geesten een versterkt contact kunnen maken met de wereld van de levenden. Gedreven door de komst van de koude verlieten ze de desolate plekken, de moerassen en heidevelden om terug te gaan naar de bewoonde wereld. Wellicht terug naar het huis waar ze ooit zelf woonden. Op die nacht vroegen de dolende geesten – en dus ook Jack ‘o lantern – om gastvrijheid. Wie weigert om hen binnen te laten zal verwenst worden en onheil over de hoofden van het gezin brengen. Wie de gast welkom heet wordt gezegend. Als je hem binnenlaat kan je hem mogelijk zelfs verlossen. Het woord gast is dan ook etymologisch verwant aan geest. Gastvrijheid is een heilige plicht, zelfs tegenover de doden!
Elk kind dat met Halloween rondloopt met een lichtje in een pompoen kan je zien als de verbeelding van zo’n dolende ziel. In Engeland benoemde men dit rondgaan met de veelzeggende term ‘to go a-souling’, de ‘treat’ werd een ‘soul-cake’ genoemd. (6) Het kind komt met zijn (dwaal)lichtje en met zijn vermomming als geest aankloppen op zoek naar gastvrijheid, om binnen genood te worden voor een beetje warmte en een versnapering en vraagt ‘trick or treat’. De ‘trick’ is te zien als het onheil wat de geesten kunnen brengen. Na het krijgen van een ‘treat’ zal de geest juist zijn zegen brengen. De gemaskerde optocht is zo te zien als een geestenoptocht. Masker komt van ‘masca’ dat staat voor heks of geest en ‘mom’ in het woord vermomming staat ook voor geest!
De laatste oogst
Deze maskerades werden vroeger door volwassenen gehouden. Zij wisten van de achtergrond en wilden – voor die ene keer in het jaar – als een dode zijn om de verwantschap met de vereerde geesten van de voorouders te voelen. Zo hielpen zij mee met de derde en laatste oogst. Vlak voor Halloween werden op het veld de laatste restanten binnengehaald zoals knollen, rapen en in latere tijd pompoenen. Maar op Halloween zelf volgde de allerlaatste oogst die binnengehaald werd door de Dood zelf. Magere Hein: het skelet met zeis en zandloper – vaak gehuld in een mantel – hij die ook wel de ‘grim reaper’ wordt genoemd, kwam zielen oogsten. (7) Dit maakt Halloween tot zowel een oogstfeest als een feest van de doden!
De god van de dood
Sommigen beweren dat Samhain vernoemd is naar een Arische god van de dood Samana. Daarbij wordt dan ook verwezen naar de engel des doods in de Joodse Talmud genaamd Samael. Voor deze theorie zijn er echter geen harde bewijzen. (8) Toch is het erg toevallig dat in de voodoo van Haïti de ‘loa’ of god van de dood ‘Baron Samedi’ heet. Zijn feest wordt ook nog gevierd in de halloweentijd. Samedi is Frans voor zaterdag, de laatste dag van de week.
(Kaart XIII, de dood in middeleeuwse tarotspelen afgebeeld als een zielen oogstend skelet.)
De grimmige, dus gemaskerde oogster snijdt met zijn zeis de laatste hechtingen af die de ziel aan deze wereld bindt. Hij neemt de zielen van het afgelopen jaar mee naar de geestenwereld. Het gaat hier om de nog ronddolende zielen, de dwaallichtjes. Deze zielen hebben de weg naar beneden of naar boven nog niet gevonden of zijn nog te gehecht aan het aardse om deze wereld te verlaten. Met Samhain/Halloween worden deze zielen overgebracht naar de andere kant. De mensen hielpen – door middel van de maskerade van Halloween – mee met de god van de dood. Uit dankbaarheid daarvoor zouden zielen vanuit de andere wereld overvloed en vruchtbaarheid brengen aan de levenden. (9) In de christelijke tijd werd dit gebruik zo veel mogelijk vervangen door het bidden voor de arme zielen in het vagevuur met Allerheiligen en Allerzielen. Gemaskerd rondlopen werd gezien als heulen met demonen. Het lichtje waar je mee rondliep was hellevuur. Toch was het gebruik niet volledig uit te roeien.
Bon(e)fire en needfire
In het verhaal van Jack ‘o lantern had Jack zijn lichtje uit de hel gehaald. Het is de vraag of dit een duivels lichtje was. Het zou ook afkomstig kunnen zijn van de ‘bon(e)fires’ die op de heuvels werden aangestoken met Samhain, zodat ze van verre te zien waren. (10) Hierbij moest op een rituele manier vuur gemaakt worden, het zogenaamde noodvuur. Dit was vuur dat werd gemaakt door middel van wrijving van hout tegen hout. Voor een nieuw zuiver begin van het jaar was het nodig om de vuren in de haarden van alle huizen te doven. Elke huisvader moest naar het grote vuur op de heuvel dat in heidense tijden door de druïden – en later door gewone huisvaders – werd aangestoken met dit noodvuur. Hier kregen ze – waarschijnlijk in ruil voor een dierenoffer – een gloeiende kool mee, om in eigen huis de haard mee aan te steken. Het woord ‘Bonfire’ is mogelijk afkomstig van ‘bonefire’. Het is dan een ritueel vuur waarin de beenderen van de geofferde dieren werden verbrand. (11)
Om dit vuur tegen wind en regen te beschermen stak men het in een uitgeholde raap (pompoenen hadden ze in die tijd nog niet in Europa). Met dit licht wezen ze mogelijk de dolende geest van de voorouder ook de weg. Door deze uit te nodigen in het huis en met dit licht een nieuw vuur in de haard te ontsteken, kon de vooroudergeest via de haard rust vinden en naar de boven- of onderwereld reizen. Van daaruit kon hij een beschermgeest zijn voor zijn familie. Hij hield zijn familie in de gaten en kon vanuit de haard geluk en voorspoed bezorgen als hij vond dat ze dat verdienden. Zo wordt onbewust met de Jack ‘o lantern van Halloween een oeroud ritueel in ere gehouden.
Abe van der Veen
Noten:
1) Ik gebruik hier het woord Halloween in plaats van Samhain omdat dit beter bekend is bij het algemene lezerspubliek.
De bronnen die ik gebruik zijn voornamelijk afkomstig uit Ierland, Schotland, Wales en Engeland. Natuurlijk wordt dit feest – maar dan onder andere benamingen – ook op diverse plaatsen gevierd buiten dit gebied.
2) Lauvrijs – Halloween p.49
http://en.wikipedia.org/wiki/Stingy_Jack
De duivel staat o.a. voor onmatigheid en disbalans. Het kruis kan je zien als een centrerend teken dat je bij jezelf houdt. Daar kan de duivel je niet raken. Als de duivel er niet bij kan komen, zou je hem er zelfs mee kunnen vangen!
3) http://en.wikipedia.org/wiki/Jack-o’-lantern
De naam Jack ‘o lantern wordt het eerst genoteerd in 1663.
4) Graves – The white goddess p.246 Hier is het een Welsh verhaal over ene Sion Kent. Er is ook een Ierse versie van dit verhaal over ene Billy Dawson (die ik al vele malen heb verteld) en een versie over de ketellapper van Tamlacht. Bij deze versies wordt er echter geen aandacht besteedt aan de connectie met Halloween.
5) Bijzonder is dat de Romeinen in deze periode ook hun Mania vierden waarin de put naar de onderwereld open werd gezet en de geesten van de overledenen vrijelijk rond konden dwalen.
De meeste heidenen noemen dit feest nu Samhain (Meestal uitgesproken als Zou-In http://en.wiktionary.org/wiki/Samhain#Pronunciation)
6) Lankester – De acht jaarfeesten p. 52
7) Grim is een oud woord voor masker. (http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=results&wdb=wnt%2Cvmnw%2Conw%2Cmnw&uitvoer=HTML&lemmodern=%22grim%22)
Een andere variant van de zielenoogst is het volksgeloof omtrent de ‘Wilde Jacht’.
8) Mark Oxbrow – Halloween en Lauvrijs p. 14
Als er toch geen dodengod Samana blijkt te bestaan is er in ieder geval nog de wintergodin Cailleach wiens heerschappij begint met Samhain..
9) Lankester – De acht jaarfeesten p.51
10) Lauvrijs p.63 vuur
Oxbrow – Halloween p. 149-152 needfire
Mogelijk gebeurde dit zelfs op plaatsen zoals grafheuvels waar van gezegd werd dat de elfen er woonden.
11) http://en.wiktionary.org/wiki/bonfire
mooi en duidelijk stuk abe,
Heerlijk verhaal om te lezen!
zeer interessant, ik ben dingen te weten gekomen die ik nog niet wist en die ik dus kan gebruiken voor schoolwerk
Heel interessant! Maar wat is er zo erg aan een grenssteen verzetten?
Grenzen zijn heilig, de steen of de boom die die grens aangeeft is een liminale plek, een plaats tussen twee werelden en/of bewustzijnstoestanden. Wie deze grens stiekem verzet steelt niet alleen, maar pleegt ook een soort heiligschennis, al helemaal als deze persoon – wat meestal gebeurt in de sagen – dit met een plechtig zweren, heftig ontkent..