Wat is mijn kosmologie? Hoe bezie ik de wereld om mij heen? Het gaat mij hier niet om de wereld die met de vijf zintuigen is te ervaren, maar om de geestelijke wereld. Dit hangt voor mij nauw samen met de vraag hoe ik de wereld binnen in mij zie. Hoe bezie ik de innerlijke wereld? Deze vragen hebben mij mijn hele volwassen leven al bezig gehouden. In tegenstelling tot vele ‘zoekenden’ ben ik niet op zoek gegaan naar de bij mij passende religie of wereldbeschouwing, om die in zijn geheel te aanvaarden, maar heb ik gekozen om die kosmologie aan de hand van eigen inzichten en ervaringen, maar met behulp van de symbolen uit vele mythologieën, zelf te componeren. Deze eigen kosmologie is grotendeels geïnspireerd door de mythen en symbolen uit het pré-christelijke heidense Europa – hier en daar – aangevuld met oosterse begrippen. Deze kosmologie is geen dogma, zij verandert mee met mijn persoonlijke ontwikkeling. Zij is allesbehalve in steen gebeiteld en zal waarschijnlijk nog vele malen in mijn leven veranderen. Woorden zijn namelijk maar zeer beperkte hulpmiddelen om iets duidelijk te maken dat komt uit het woordloze bewustzijn.
Ik ga uit van een systeem waarin de energie en het bewustzijn van ieder individu – dit kan je de microkosmos noemen – correspondeert met die van de macrokosmos. Het is goed om te beseffen dat iets waar kan zijn op het bewustzijnsniveau van dualiteit en onwaar op het niveau van non-dualiteit (éénheid) en vice versa. Hierdoor ontstaan er regelmatig schijnbare paradoxen, die op te lossen zijn door er naar te kijken vanuit een dieper bewustzijn.
Het centrum
Verschillende plaatsen op aarde claimen het centrum van de wereld te zijn, zoals bijvoorbeeld Rome, Delphi, Mekka en Jeruzalem. Zo’n plaats wordt gezien als het centrum van de aarde waar de vier windrichtingen samen komen, maar ook de plek waar hemel en aarde samenkomen; het is een heilige plek! Op zo’n plek ligt de navelsteen (dit is de eerste steen van waaruit alle materie is gevormd) en daaronder ligt de ingang naar de onderwereld. Hier vind je pure, onversneden energie. Precies boven het centrum van de aarde ligt de ingang naar de bovenwereld. Daar vindt je het pure bewustzijn. Omdat boven en beneden begrippen zijn die alleen waar zijn in een tijd-ruimte continuüm kan je ook zeggen dat de ingang naar de kosmos niet boven, niet beneden, maar in het exacte centrum ligt. Natuurlijk is deze exacte locatie in gebruik als een sacrale plaats. Het is een tempel of een ander soort heiligdom. Ook kleinere heiligdommen kunnen werken als centrum en verbinding tussen hemel, aarde en onderwereld. Naast tempels en kerken kan het hier ook gaan om (graf)heuvels, megalieten (zoals de hunebedden), bronnen en oude bomen. Al deze plekken worden ervaren als krachtplaatsen. Wanneer de verbinding tussen hemel en onderwereld permanent wordt, kom je terecht in een eenheidsbewustzijn. Dan zal er een paradijs op aarde zijn.
Dit centrum vind je ook in jezelf. Het is de stille plek, de verzamelplek van alle indrukken. Hier begint het bewustzijn en staat de interne dialoog stil. Dit is de plek waar de aandacht (het oogmerk), de intentie van uitgaat. Dit wordt gesymboliseerd door het hart, ook al gaat dit niet om het fysieke hart. Je zou dit ook het punt van het vierde chakra kunnen noemen. Het is de plaats van innerlijke aandacht. Bij de stuit ligt onze persoonlijke ingang naar de onderwereld en bij de kruin de ingang naar de bovenwereld. Als je deze twee centra bij elkaar brengt dan verbind je je hemelpool met je aardepool in je hart. In de symboliek van de mens als een ‘energetisch’ huis is deze centrale plek de haard. Deze heet in het Latijn ‘focus’ (brandpunt, punt van geconcentreerde aandacht) en is etymologisch verwant aan het woord hart.
In het ware centrum bestaat geen boven, onder, links of rechts. Boven kan als onder voelen en onder als boven. Ruimte en tijd zijn begrippen die pas zin en betekenis hebben in een dualistische wereld. In éénheid is energie en bewustzijn continu in overvloed in ons aanwezig. Zodra we ons van onszelf bewust worden moeten we afscheid nemen van dit oercentrum. Vanaf dat moment zijn we verstoten uit het paradijs van eenheidsbewustzijn.
Energie en bewustzijn
Energie is ook te vertalen als levenskracht. In verschillende culturen bestaat er een speciaal woord voor: Ki, Chi, Prana, Mana, Numen, Orgon, Tover. (1) Het is de kracht die de inerte massa tot trilling en beweging brengt. Wat geen energie, geen fut heeft is levenloos, zielloos. Waar is dan de bron van het leven, de fontein van de jeugd? Deze is in het heilige centrum te vinden en wordt in de mythologie onder de kosmische boom geplaatst. Zodra we uit het centrum zijn plaatsen we die bron onder ons. Het water uit de bron stroomt dan uit moeder aarde. Op een dieper niveau stroomt energie van alle kanten. Van binnenuit en van buitenaf. Je zou kunnen zeggen, de energie komt uit de kosmos.
Tegenover energie staat voor mij bewustzijn. Er is een kosmisch eenheidsbewustzijn waar we allemaal uit voort zijn gekomen. Er is een hoger bewustzijn dat zich volledig kan verbinden met andere zielen en processen. En er is ons afgescheiden individuele egobewustzijn dat verbinding erg moeilijk vindt vanwege de angst om zichzelf kwijt te raken. Dit eigen bewustzijn kan je zelf, ziel of geest noemen. Dit is het wat het proces van denken, voelen, doen en fysiek gewaarworden observeert. Dat zelf, ziel of geest kan zich daar dusdanig mee vereenzelvigen dat het vergeet dat het los van deze externe werkelijkheid ook een eigen bestaan heeft. Daarmee is het ver van zijn oorspronkelijke zelf vandaan geraakt. Het is in onze cultuur een beperkt en vernauwd bewustzijn geworden. Het zelfbewustzijn ontstaat door de wisselwerking tussen de ziel en zijn omgeving door middel van aandacht. In dit reflecteren ontstaat het ego. In het bewust aan kunnen sturen van je aandacht en je energie ontstaat een verhoogd bewustzijn en een vergroting van je macht. Met ‘macht’ bedoel ik – in deze context – een persoonlijke beheersing van je energie, aandacht en ‘humeur’. Dit zorgt ervoor dat je een krachtige uitstraling, een charisma krijgt. Met andere woorden; je wordt zelf een krachtplek! Het is dus zaak om meesterschap te krijgen in aandacht zodat het bewustzijn zich kan richten op datgene wat heilzaam, voedend en inzicht gevend is. (2)
De kosmische boom en de drakenstroom
In het heiligdom in het centrum van de wereld staat een boom, pilaar of toren die reikt naar de hemel. Deze boom verbindt de hemel met de aarde. Langs deze weg kunnen engelen en zielen opklimmen naar de bovenwereld. In de symboliek van het huis is dit de stutpaal in het midden van het huis of anders de schoorsteen.
Deze symbolen zijn op een menselijk niveau te associëren met de wervelkolom. Rondom en door deze kolom gaat de energiestroom van de stuit naar de kruin en omgekeerd. We zien dit terug in het beeld van de staf met twee er omheen kronkelende slangen of draken. In de mythologie is dit vooral bekend als de caduceus van de god Hermes. Het is het teken van diegene die langs en door de werelden kan reizen als een psychopompos (zielengeleider) en boodschapper van de goden. In het Indiase Kundalini-systeem worden deze twee energiestromen de ‘ida’ en de ‘pingala’ genoemd. Je kan ze zien als de actieve en passieve, extraverte en introverte, positieve en negatieve, plus en min en witte en rode, mannelijke en vrouwelijke energiestroom. Bij al deze termen is het zaak om ze neutraal te beschouwen en er geen goed en kwaad label op te drukken. Ze zijn beide even nodig.
Het magische getal zeven
Die kosmische of hemelse verbinding wordt traditioneel onderverdeeld in zeven lagen of niveau’s. Deze zijn te verbinden met de zeven sferen, planeten, dagen van de week (vernoemd naar de goden en godinnen; maan, Tyr/Mars, Wodan/Mercurius, Donar/Jupiter, Freya/ Venus, Saturnus, zon), kleuren van de regenboog en tonen van de toonladder. Deze staan elke keer voor de zeven niveaus waar je langs moet reizen om bij het ‘zwarte gat’ oftewel de hemelpoort te komen in het midden van het heelal.
Tegelijk bestaat er ook een weg omlaag langs de zeven hellepoorten en langs de zeven aartsdemonen. (3) Beide keren gaat het om een reis naar de geestenwereld.
In het energetische lichaam vinden we dit systeem terug als de zeven chakra’s of energiewielen en de zeven lagen van de aura. Je kan deze ook zien als zeven vormen van bewustzijn. De zeven chakra’s corresponderen – mijns inziens – respectievelijk met geluk/verbinding (eerste chakra), genot (tweede), kracht (derde), liefde (vierde), schoonheid (vijfde), wijsheid (zesde) en vrijheid (zevende chakra). De hierbij behorende kleuren zijn: rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet.
Het proces om vanuit het eigen centrum in het Goddelijk centrum te komen gaat van zeven maal teveel en zeven maal te weinig naar zeven maal precies in evenwicht. Elke nieuwe activiteit is te zien als een avontuur dat verloopt volgens dit schema. Eerst ben je te actief, dan te passief en vervolgens vindt je door dit leerproces de gulden middenweg. Dit maakt dit tot het proces van de magische drie, die in alle sprookjes en vele ander magische verhalen terug te vinden is! Drie maal zeven vormt het getal 21, het getal van de voleinding van een cyclus uitgebeeld in de 21 grote Arcana van de Tarot. Het is natuurlijk ook het getal van de volwassenheid.
Het centrum van de bovenwereld en het centrum van de onderwereld
Uiteindelijk kom je dan bij het centrum van de bovenwereld (in onze cultuur vaak de hemel genoemd); de plaats waar alle sterren omheen draaien. Deze ligt vlakbij de Poolster en is te zien als het zwarte gat waar de zielen doorheen moeten om in de hemel te komen. In het huis correspondeert deze plaats met het rookgat in het dak of anders de uitgang van de schoorsteen. In het lichaam is deze plaats de kruin. Hier wordt de kosmische boom of paal in gestoken. In de Egyptische mythologie wordt deze gesymboliseerd door de fallus van Geb, de god van de aarde. Het zwarte gat is dan de vulva van de hemelgodin Nut. In de meeste mythologieën heeft de kosmische boom echter zowel vrouwelijke als mannelijke energie in zich. In diepe trance of meditatie kan je deze paal beklimmen en zo de hemel bereiken.
Je kan ook kiezen voor de weg omlaag, waarbij je telkens verder afdaalt naar het hart van de onderwereld (of zo je wilt, de hel). Uiteindelijk zal je het centrum van de aarde/ onderwereld bereikt hebben. De personen die deze kunst bewust beheersen zijn astrale reizigers. Ze worden heksen, druïden, sjamanen, priesters en tovenaars genoemd, al naar gelang de desbetreffende cultuur. Deze reis wordt – meestal – gedaan door middel van een extase-techniek, waarbij het lichaam wordt achter gelaten.
Het kunnen verbinden van deze twee polen – van boven- en onderwereld – is te zien als de oplossing van een grote paradox. Wie dit kan heeft geleerd zich in vrijheid te verbinden. Zo iemand kan zich aan iets of iemand hechten, maar ook weer onthechten. Deze persoon kan een bewuste verbinding aangaan, maar ook weer loslaten.
In ons dagelijkse, gewone bewustzijn zal bewustzijn en energie zich splitsen zodat er een afstand ontstaat tussen het individuele bewustzijn en het denken, doen, voelen en gewaarworden van dat individu. Het ego ervaart zichzelf als apart staand van de ervaring. (Alsof hij het door het raam van zijn ogen, van een afstandje meemaakt.) Door die splitsing ontstaan de vier elementen van onze wereld. Verbinding betekent dan een verlies aan vrijheid en vice versa.
Bewustzijn, energie en de vier elementen
In dit schema komt van boven puur bewustzijn, dat zich splitst in de mannelijke energie van handelen oftewel het element vuur en denken oftewel het element lucht. In handelen stroomt de energie verder. Hij is te symboliseren als een witte draak. Zij kronkelt net als de rode draak rondom de kosmische paal. Als denken stokt zij en vormt de in miljoenen compartimentjes, woordjes en objecten opgedeelde wereld zo wij die kennen.
Van beneden komt pure energie die zich splitst in het vrouwelijke bewustzijn van gevoel oftewel het element water en lichaam plus zintuigen oftewel het element aarde. Zo wordt ons bewustzijn van materie gevormd. Voelen stroomt door en kronkelt rondom de paal. Zij wordt gesymboliseerd door een rode slang-draak. Materie stolt de energie en vormt onze wereld. Dit is de wereld van ‘maya’, van de verschijnselen. (4)
De wereld van afstand
Onze mensenwereld is te zien als een tussenruimte tussen hemel en aarde. Het is onze wereld van materie-in-gedachten, waar de elementen aarde en lucht de overhand hebben. Hiermee hebben wij onbewust afstand genomen tot de ware werkelijkheid. Zij wordt beheerst door JHWH/de demiurg en door Maya/Morgana. Dit zijn de ‘goden’ die deze schijnwereld hebben gecreëerd en die pretenderen dat dit de enige, echte wereld is. (5) Is onze wereld dus slechts illusie? Je kan in ieder geval zeggen dat ze onvolledig is. We hebben, door slechts materie en gedachten als werkelijkheid te accepteren, onze perceptie drastisch beperkt en ingekapseld! Door dit te accepteren verliezen we een groot deel van onze potentie en van onze energie. We hebben daarmee onze macht om onze eigen realiteit te creëren uit handen gegeven. Dit is meer dan een abstract, filosofisch idee, dit is bittere realiteit.
De symbolen der elementen
De wereld van de vier elementen wordt aldus gevormd door de wijze waarop ze in ons energetisch systeem en dus in onze wereld/perceptie terecht komen. De vier elementen aarde, water, vuur en lucht corresponderen ook met de vier lichaamssappen (uit de oude geneeskunde der humeuren van Galenus en Hippocrates), windrichtingen en seizoenen. Zij worden o.a. gesymboliseerd door de mythische schatten van het elfenvolk, de onderdelen van de Graal en de kaarten van de tarot. De schatten zijn de ketel, het zwaard, de lans en de steen. De tarot kent bekers, zwaarden, staven en munten/pentagrammen. Het verhaal van de Graal laat de elementen zien wanneer deze uit balans zijn: de gesluierde graalsbeker, het gebroken zwaard, de bloed druppelende lans en de steen of schotel met daarin het afgehouwen hoofd. Het bij elkaar komen van de vier elementen als ervaren, voelen, doen en denken vormen als geïntegreerd geheel de Graal, de quintessence. Als het zwaard uit de steen is getrokken en de staf in de ketel is gestoken, dan kan het magische brouwsel ontstaan dat inspiratie en wijsheid verleent. Dit zou je het vijfde element kunnen noemen. (De betekenis van de Graal en zijn vier elementen kan je hier lezen)
Het wiel van de Zodiak
De vier elementen zitten niet alleen in ons, maar draaien ook rondom ons. Deze vier maal drie maakt het magische getal twaalf, het getal van de zodiak (oftewel de twaalf tekens van de dierenriem). Deze werd wel gezien als een wiel. (6) Tegenover dit wiel ligt de schijf van de aarde. Tussen de Poolster en het middelpunt van de aarde ligt de as van dat wiel. Hier zit de roterende hemelpilaar, de as die hemel en aarde verbindt. Deze wordt wel vergeleken met de molen van Fenja en Menja bij de Germanen of de Sampo, de wondermolen uit de Kalevala, bij de Finnen. Dit wiel draait en maalt en brengt zo vruchtbaarheid aan de mensen. Het is ook te vergelijken met de Indiase mythe van het malen van de zee met een enorme slang die gewikkeld was rondom de berg Meru om Soma, het maan- of zielenvocht te maken. Deze soma/ madhu was alleen gereserveerd voor de goden, of voor de krijgers die in extase de hemelpoort wisten te bereiken.
Malen, brouwen en karnen
Dit proces om van boven naar beneden en van hemel naar aarde te gaan en vice versa is kosmisch èn menselijk en heet in verschillende symbolische termen: het malen van de sampo (bij de Finnen), karnen van de soma (boter) (bij de Indiërs), brouwen van de mede (of het bier) (bij de Noormannen). Ook vrijen, kussen, dansen, zingen, heilig vuur maken, spinnen van de levensdraad en andere roterende, draaiende en scheppende bewegingen kunnen symbool staan voor dit proces. Dit is een scheppingsdaad die bewuste, vitale energie creëert en bewust verbindt (dit is de oervorm van religie; ‘religare’ betekent weer verbinden). Door ‘positieve’ en ‘negatieve’ energie te verbinden ontstaat bezielde, geanimeerde energie. Eigenlijk worden we ons dan pas bewust van die bezieldheid. Het geluk van dat besef is het drinken van de godendrank soma, mede of ambrozijn of het drinken uit de bron van de Muzen of de bron des levens. Dit wordt ook verbeeld door het vinden van het levenselixer van het eeuwige leven en het vinden van de Steen der wijzen. Dit is werkelijk religie bedrijven zoals het bedoeld is. Dit heilige werk zorgt ervoor dat de ruimte tussen hemel en aarde verdwijnt waardoor deze twee weer met elkaar verbonden zijn en er een hemel op aarde, of anders gezegd; een aards paradijs kan ontstaan!
De dertien ridders op avontuur
Het is bijzonder om te zien hoe vaak de getallen twaalf en dertien voorkomen in de symbolen en verhalen: We noemden al de twaalf tekens van de dierenriem en de twaalf huizen van de horoscoop, maar er is nog veel meer. Natuurlijk zijn er de twaalf maanden en dertien maanmaanden (met de dertien bomen van de Keltische maankalender), maar je hebt ook de twaalf werken van Hercules, de dertien discipelen en apostelen (inclusief Jezus of Judas), de dertien paladijnen (inclusief koning Karel), de dertien ridders van de Ronde tafel (inclusief koning Arthur), de dertien heksen in een ‘coven’ (inclusief de duivel) en de dertien schatten van Merlijn.
Als je scherper kijkt dan is de dertien eigenlijk meer te zien als twaalf plus één waarbij de dertiende – als het ware – de kwintessens is van de twaalf, zoals het vijfde element ‘ether’ dat is voor de vier elementen.
De innerlijke, energetische boom of zuil van energie met de zeven chakra’s maal de vier elementen, maakt één ‘boom’ of (maan)maand van 28 aspecten/dagen. Er zijn dertien verschillende kosmische bomen en/of ridders te paard waarmee astraal gereisd kan worden. Eén van die dertien zal altijd in het centrum staan, als de as van het wiel. Deze is de koning en het stralende middelpunt. De andere twaalf kunnen op avontuur gestuurd worden om op queeste te gaan, om aspecten van het bewustzijn te verkennen, om draken te verslaan, betoveringen te verbreken enzovoorts. Echter de koning moet onherroepelijk uit het centrum gaan om plaats maken voor een nieuwe ridder om het scheppende proces op die manier gaande te houden.
De Gulden Snede
Je kunt deze twaalf ook als drie maal de vier elementen zien, (elk teken van de horoscoop heeft zijn eigen element bijvoorbeeld) waarbij de drie staat voor het proces van zoeken naar de Gulden Snede/het harmonische evenwicht, de balans van de levenskunstenaar op het slappe touw van de levensdraad die van te veel (één), naar te weinig (twee), naar precies genoeg (drie!) gaat. De regenboogbrug heeft in de beleving van veel volken vaak maar drie kleuren en is tegelijkertijd messcherp. Wie deze brug kan oversteken komt terecht in de hemel of beter gezegd de ‘andere wereld’! Wie valt zal opnieuw moeten beginnen waar hij geëindigd was. De balans is alleen te houden door in beweging te blijven en telkens dit proces opnieuw te doorlopen.
Jij bent de één, maar ook alle twaalf, en twaalf keer ga je er op uit om je avontuur te beleven, om je levensjaar, je levenscyclus compleet te maken. Je gaat in de geest reizen naar de ‘andere wereld’, naar de geestelijke wereld. In dit avontuur bevecht je een ‘dier’ of ‘vijand’. Dit is een aspect van je energie dat je nog niet beheerst en dat daardoor tot een monster of draak is geworden. Als het monster wordt gedood kan er energie vrij gemaakt worden. Dit is je schat. Uiteindelijk zal je dertien schatten (symbolen van overvloed en soevereiniteit bij de gratie van de Godin) winnen. Dit is te zien als de – drie maal vier – schatten van de elementen. De schat kan ook bestaan uit het temmen van het monster waardoor dit een eigen kracht wordt. Dan word je zelf de weerwolf, heks, draak, leeuw etcetera. Als de kracht beheerst wordt, dan is het ‘monster’ nobel en wijs geworden!
In dit systeem is aandacht van de grootste importantie. Wie meester is over zijn eigen aandacht, is meester over zijn eigen leven. De aandacht wordt vanuit het persoonlijk bewustzijn op allerlei mogelijke ‘dingen’ gericht, maar tegelijk wordt de aandacht door vele sterke krachten aangetrokken. Waarom zijn er zoveel aandachtstrekkers die concurreren om de aandacht van de mensen? Omdat aandacht ook energie is. Wie de aandacht krijgt, krijgt tegelijkertijd energie van die persoon. Als deze aandacht vooral eenrichtingsverkeer is, dan komt dit neer op een vorm van energetisch vampirisme. Wanneer je er achter komt waar naartoe de meeste aandacht wordt gezogen, weet je ook wie de grootste vampiers in deze wereld zijn.
Er is een concurrentiestrijd gaande wat betreft de aandacht voor alles op het alledaagse vlak. Deze strijd is al allesbehalve eerlijk. De nog meer perfide concurrentie is die tussen de aandacht voor het alledaagse en voor het bovennatuurlijke. (In het sjamanisme uit de boeken van Castaneda wordt dit wel de wereld van de Tonal en die van de Nagual genoemd.) Door het volledig negeren en ontkennen van het bestaan van de geestelijke wereld door de wetenschap en ook door het ontkennen van de mogelijkheid om daar in dit leven al te kunnen komen door de georganiseerde religies is deze dimensie voor de meeste mensen – schijnbaar – onbereikbaar gemaakt.
Het bovenstaande systeem is alleen te gebruiken als je zelf – ten dele – meester bent van je aandacht en kan schakelen tussen het gewone en het ‘hoger’ bewustzijn of anders gezegd tussen de alledaagse en de ‘geestelijke’ realiteit. Het gaat dus niet om het bereiken van een hoger bewustzijn, maar om de vaardigheid om te kunnen schakelen tussen verschillende bewustzijnsniveau’s.
Abe van der Veen
- Met deze woorden wordt wel telkens subtiel iets anders bedoeld, maar altijd een vorm van levensenergie. Dat ‘tover’ ook bij deze rij hoort is puur een speculatie van mijn kant.
- Deze worden de ‘Annunaki’ genoemd bij de Sumeriërs.
- Of komt er toch eerder energie en bewustzijn zowel van beneden als van boven? Het kan ook zo zijn, dat energie meer zit in vuur en water, de oerelementen en dat bewustzijn samen komt met de afgeleide elementen lucht en aarde.
- Goden zijn voor mij grotere energetische constructen die met bewustzijn zijn behept.
- De Italiaanse volksnaam is ‘molenwiel’.