Een van de belangrijkste symbolen van het Noordse heidendom is de hamer van Thor; Mjölnir. Dit teken werd eeuwenlang als amulet door heidenen in Europa gedragen. Er zijn meer dan duizend amuletten in de vorm van Mjölnir gevonden in Scandinavië, Engeland, Rusland en de Baltische staten. De meesten dateren van de negende tot en met de elfde eeuw, maar er zijn ook vroegere voorbeelden gevonden. (1) Met zo’n amulet verkreeg men de bescherming van Thor. De populariteit van het teken van Thor neemt de laatste jaren behoorlijk toe. Door middel van de verhalen over Mjölnir hoop ik in dit artikel iets dichter bij de betekenis van dit krachtige symbool te komen.
Mjölnir wordt meestal vertaald als de ‘verbrijzelaar’ van het werkwoord mölva; verbrijzelen. Het kan echter ook bliksem betekenen, wat natuurlijk goed past bij het wapen van een dondergod. Ondanks dat het wapen in de IJslandse teksten ‘hamarr’ wordt genoemd zien we het voorwerp altijd afgebeeld met een kleine steel en op de kop twee vierkante uiteinden. Een dergelijk wapen noemen wij een moker. (2)
Mjölnir is de belangrijkste van de drie krachtvoorwerpen van Thor. Dit wapen werd naar aanleiding van een weddenschap met Loki door de twee dwergen Brokkr en Eitri gemaakt. Zij legden een brok ijzer in de oven en Brokkr pompte er met de blaasbalg lucht in. Loki probeerde te verhinderen dat de magie van de dwergen zou slagen en stak Brokkr als vlieg in beide ogen, zodat hij de blaasbalg even los moest laten. Zijn list slaagde niet: De moker werd heel uit de oven gehaald, alleen de steel was iets korter dan de bedoeling. Brokkr vertelde aan de goden dat de moker – die ze aan Thor schonken – onbreekbaar was, altijd doel zou treffen en ook altijd de weg naar de hand van Thor terug zou vinden. De goden besloten unaniem dat dit het beste geschenk was. Mjölnir werd het belangrijkste wapen van de goden in hun strijd tegen de reuzen. De moker in de handen van Thor zou ervoor zorgen dat de reuzen de gewijde plaats van de Asengaard niet durfden te bestormen en hield zo de Godenwereld veilig. (3)
Mjölnir als brenger van donder en bliksem
De naam Thor betekent ‘de donderaar’. Volgens de elfde-eeuwse kroniekschrijver Adam van Bremen is Thor degene die bij de Noormannen heerst over lucht, wind, regen, donder en bliksem. Het lijkt voor de hand liggend dat Thor zijn moker gebruikte om die donder (en bliksem) te veroorzaken. Of dit in de heidense tijd ook zo werd ervaren is echter niet duidelijk. Ik ken slechts een bron die dit gegeven noemt. Saxo Grammaticus vertelt in zijn ‘Gesta Danorum’ dat er in 1125 grote, zware hamers uit een tempel van Thor in Zweden werden gehaald:
‘hij zorgde ervoor dat zekere hamers met een ongebruikelijk groot gewicht naar huis werden gebracht, die zij hamers van Jupiter noemen, zo de mannen van het eiland die gebruikten in hun heidense geloof. Want de mensen vroeger – in hun verlangen om de oorzaken van donder en bliksem te begrijpen door middel van de gelijkenis van dingen – namen grote bronzen hamers, waarvan zij dachten dat zij het geluid van donder in de lucht veroorzaakten, daarbij denkende dat deze heftige geluiden heel goed geïmiteerd zouden kunnen worden door het werk van een smid, als het ware.’
Wanneer deze hamers Mjölnir moesten voorstellen dan is dit een indirecte bron dat de oude Germanen de oorzaak van donder en bliksem zochten bij het slaan door Thor met zijn moker op de wolken of op de lucht. (4) De associatie met onweersbuien (goed voor het gewas) maken de moker van Thor ook tot een symbool van vruchtbaarheid.
Mjölnir als wapen tegen monsters en reuzen
Mjölnir is vooral bekend als de verbrijzelaar van schedels van reuzen. Meestal slaat Thor niet alleen met de moker, maar hij werpt hem ook naar het hoofd van de vijandige reus. Wonderbaarlijk komt de moker direct na de worp terug bij Thor. Daarnaast bezit Thor een gordel die – als hij deze omgespt – zijn kracht verdubbelt en een paar ijzeren handschoenen, die hij volgens de Edda van Snorri Sturluson, nodig heeft om de moker te hanteren. Wellicht geven deze handschoenen ook kracht of mogelijk is de hamer (als symbool van donder en bliksem) te heet om zonder handschoenen aan te pakken.
Een klassiek voorbeeld van het gebruik van Mjölnir in een gevecht tegen een reus is het duel van Thor tegen Hrungnir: ‘Meteen daarop zag hij het geweldig bliksemen en donderen. Toen zag hij Thor, in Asenwoede ontstoken, die er met een geweldige vaart aankwam, zijn moker zwaaide en deze van een grote afstand naar Hrungnir slingerde. Hrungnir wierp zijn wetsteen in de tegenovergestelde richting. De wetsteen trof de moker in zijn vlucht en brak in tweeën. De moker kwam midden in het hoofd van Hrungnir terecht en verbrijzelde zijn schedel.’ (5)
Thor vocht met het machtige wapen en symbool van de moker, maar ook Hrungnir had een machtig symbool tot zijn beschikking: het magisch geritste teken ‘hart van Hrungir’. Dit is hoogstwaarschijnlijk het teken van de ‘valknut’. Toch won Thor de strijd en sindsdien is een kenning van Mjölnir ‘doder van Hrungnir’. Thor wordt zelf ook wel ‘doder van Hrungnir’ genoemd. Dat juist dit een kenning voor de hamer werd, is een teken van het belang van deze strijd en de rol van de moker daarin.
Thor vecht ook met zijn moker tegen monsters: In de strijd van Thor tegen de Midgaardslang roeit Thor de boot van de reus Hymir ver de zee op en gaat dan vissen met een stierenkop als aas. Het monster bijt in het aas en Thor tilt hem uit het water: ‘Op het moment dat Thor zijn moker greep en ermee omhoog ging, greep de reus Hymir zenuwachtig zijn vismes, sneed de vislijn door en de slang zonk terug in zee. Thor slingerde de moker achter hem aan en men zegt dat hij op de bodem zijn kop eraf sloeg.’
Zo is Thor beschermer van de orde en harmonie van de goden tegen reuzen en monsters die je kan zien als symbolen voor chaos en disbalans. (6)
Mjölnir als voorwerp om mee te zegenen
Minder bekend is het gebruik van de moker van Thor als een voorwerp om mee te zegenen. Dit komt in de Edda’s drie maal voor: ten eerste toen Thor te gast was bij een arm boerengezin. Ze hadden geen eten genoeg, dus slachtte Thor zijn eigen bokken om deze te laten braden en vervolgens op te eten. De beenderen en de huiden van de beesten moesten wel alle bewaard worden. De botten werden in de bokkenvellen gegooid en ’s-ochtends stond Thor op en hief zijn hamer in de hoogte en zegende zo de bokkenhuiden en hun inhoud. Prompt werden de dieren weer levend! Blijkbaar kan de moker de doden weer tot leven brengen! Deze zegening kan duiden op het gebruik van de moker tijdens een brandoffer. (7)
Het tweede voorbeeld vinden we in het Edda-gedicht Thrymskvida: Thor is zijn moker kwijt, deze blijkt in het bezit van de reus Thrym die hem acht vademen diep in de grond heeft verstopt. Hij wil hem alleen terug geven als hij met de godin Freya mag trouwen. Thor verkleedt zich als vrouw en doet zich voor als Freya. Tot grote verbazing van de reus eet en drinkt de bruid enorm veel, onder andere drie vaten met mede. Loki verklaart dat zij negen dagen niet heeft gegeten uit verlangen naar Thrym. Daardoor gerust gesteld zegt Thrym: ‘breng mij de moker om de bruid te zegenen, leg Mjölnir in de schoot van het meisje, zegen uit naam van Vàr (dit betekent trouw en is de godin die erop toeziet dat eden nagekomen worden) de band van ons beiden.’ Thor grijpt naar de moker en slaat er alle verzamelde reuzen mee dood. Zo weet Thor zijn moker terug te winnen. (8)
Hier is de moker blijkbaar een instrument bij een huwelijksinzegening. Je zou de moker hier kunnen zien als een vruchtbaarheids- of fallussymbool. Je kan hem ook zien als wijdingssymbool voor een ‘heilig huwelijk’ tussen hemel en aarde. Tot slot is deze hele mythe te interpreteren als het verdwijnen van de vruchtbaarheid (de hamer) in de winter en het herrijzen ervan in de lente. (9)
Het laatste voorbeeld in de Edda’s vinden we bij de ceremonie rondom de verbranding van het lijk van de god Balder. Thor gebruikt dan zijn moker om het schip met de brandstapel te zegenen. Net als bij de (weder)geboorte en het huwelijk speelt de hamer dus ook een rol bij de ceremonieën rond de dood. Ook buiten deze mythe is er bewijs te vinden dat Thor gezien werd als beschermer en wijder der doden. Onder anderen op de runenstenen van Stenqvista en Laeborg wordt de moker afgebeeld. Dit is te zien als teken dat de dode onder bescherming van Thor staat. Op andere gedenkstenen staat geschreven: ‘Mag Thor deze gedenksteen wijden’. (10) Ook zijn moker zal klaarblijkelijk de steen wijden.
Thor als god die beschermt en wijdt
De moker werd – getuige de mythen – gebruikt voor het wijden van de bruid tijdens een huwelijk, en het wijden van een dode en het dodenvuur tijdens een crematie. Vanuit de saga’s is bekend dat de moker of hamer ook gebruikt werd om nieuwgeborenen te zegenen en zo in de gemeenschap te verwelkomen. (11) Dit zegenen, heiligen of wijden wordt in het Oud-IJslands ‘vigja’ genoemd. Zegenen betekent letterlijk niet meer dan een teken geven (Lat. signare), waarbij impliciet gedacht wordt aan het maken van het christelijke kruisteken. Thor of zijn priesters en aanhangers zullen een teken gemaakt hebben in de vorm van een moker oftewel een T. Heiligen is een oud Germaans woord wat staat voor helen, gezond maken en van levenskracht vervullen. Het woord wijden kan afscheiden betekenen in de zin van het afperken van het heilige van het profane. Een van de bijnamen van Thor is Vingþōrr wat ‘Thor die heiligt’ of ‘die bindende krachten uitoefent’ betekent. Andere bijnamen van Thor; ‘Veur’ en ‘Vethorm’ betekenen beschermer van het heiligdom. (12)
Conclusie
Bij het christelijke zegenen kan je zeggen dat het ‘signum’, het maken van het teken van het kruis of anders het kruisteken zelf verwijst naar het centrum. Via het centrum kom je bij de god in jezelf. Het heidense zegenen met de moker of het T-teken brengt je op je pad. Thor beschermt de grens tussen het heilige en het profane, maar doorbreekt die soms ook om zo het heilige (heil brengende) – wat achter de materie ligt – in onze wereld te brengen. Dit is het ‘vigja’; het wijden met de moker dat verbindt of het slaan met de moker om voorbij de monsters te kunnen komen om zo het sacrale te kunnen bereiken.
De aartsvijand van Thor, de Midgaardslang, heet Jörmungand. Dit betekent ‘machtige schim’. Hij omcirkelt de ons bekende aarde en houdt zo de mensen tegen die voorbij het bekende proberen te gaan. Ieder die op de grens komt van de hem bekende wereld zal dit monster tegenkomen: de angst voor het onbekende, de angst om daar de weg kwijt te raken, zichzelf kwijt te raken, en nimmer terug te komen. Dat is een machtige schim, maar toch slechts een schim, een illusie. Als Thor de Midgaardslang, door een goed gemikte slag met zijn moker verslaat, kan hij daarna een grote brouwketel meenemen, een soort van ‘ketel des overvloeds’ waar een onuitputtelijke hoeveelheid bier voor de Goden in kan worden gebrouwen. Hij haalt uit de wereld voorbij de horizon een schat van energie. Daarmee is Thor (en zijn moker) een voorbeeld voor elke mens die oog in oog staat met zijn grootste angst.
De reuzen zijn meestal gemaakt van steen of ijs. Zij zijn voornamelijk negatieve krachten. Je kan ze zien als een symbool voor datgene in elke persoon dat vast zit, vastgeroest is en verstijfd is geraakt. Of in de natuur voor de korst van ijs die elke lente moet ontdooien of de hard bevroren aarde die elke lente toch weer bevrucht moet worden. Elke keer dat de moker van Thor met kracht neerkomt op een reuzenschedel zal de aarde ontdooien, zal datgene wat vastgeroest zat loskomen. Dit gebeurt met mannelijke kracht, die het harde doet verbrijzelen. Maar tegelijkertijd, als Thor zijn onverbiddelijke toorn met Mjölnir doeltreffend heeft kunnen ontladen – als de donder en bliksem bij een onweersbui – zal hij de zachte aarde hebben bereikt.
Jörd – de aarde – is de moeder van Thor, Sif, het koren (en daarmee een aspect van moeder aarde) is zijn vrouw. Thor heeft de aarde lief. Bij elke bliksemontlading duikt de moker diep de schoot van moeder aarde in om haar te bevruchten. De moker kan dan zijn verbindende en heiligende functie uitoefenen. Hij zal de huwelijksbanden smeden, hij zal het pad laten zien – of zelfs maken – voor de pas gestorvene en de pasgeborene van de geestwereld naar de materiële wereld, van de onderwereld naar de bovenwereld en omgekeerd. Niet om daar eeuwig te blijven, maar om – net als zijn geiten – te sterven, het lot van de dode en de levende te ondergaan, èn wedergeboren te worden!
Abe van der Veen
Noten:
1) http://www.pasthorizonspr.com/index.php/archives/06/2014/the-hammer-of-thor Opmerkelijk genoeg heeft wikipedia het over slechts vijftig vondsten van een Thor’s hamer. http://en.wikipedia.org/wiki/Mj%C3%B6lnir
Ellis Davidson – Gods and myths of northern Europe 81
2) http://en.wikipedia.org/wiki/Mj%C3%B6lnir
Snorri Sturluson – Edda – vert. J. Otten p. 234
3) Edda – vert. J. Otten 124 De hamer was ook nog zo klein te maken dat Thor hem onder zijn hemd kon stoppen.
Mogelijk is het gegeven van de korte steel een soort van onbedoelde zegen en gaf dat de moker zijn beroemde boemerang-effect zodat het altijd terugkeerde in de hand van Thor..
4) Eigen vertaling uit het Engels van: He took care to bring home certain hammers of unusual weight, which they call Jupiter’s, used by the island men in their antique faith. For the men of old, desiring to comprehend the causes of thunder and lightning by means of the similitude of things, took hammers great and massy of bronze, with which they believed the crashing of the sky might be made, thinking that great and violent noise might very well be imitated by the smith’s toil, as it were.’
Adam van Bremen: ‘Thor, they say, presides over the air, which governs the thunder and lightning, the winds and rains, fair weather, crops.’
Gesta Danorum, x 1 II, 421 (Ellis Davidson – Gods and myths of northern Europe 81)
Of mogelijk sloeg hij op het hemelgewelf. Deze was tenslotte in de Noordse mythologie gemaakt van de schedel van de oerreus Ymir.
5) Edda – Snorri Sturluson vert. J. Otten 103, 48
Voor de valknut zie ook mijn artikel: http://www.abedeverteller.nl/valknutr-of-hrungnishjarta-knoop-van-de-gevallene-of-moedig-hart-van-hrungnir/
6) Edda – Snorri Sturluson 71 en Edda – Lokasenna vs. 61
Snorri laat er zo twijfel over bestaan of Jörmungand al dan niet getroffen word, vooral omdat hij nog een rol heeft te spelen in het Ragnarök. Toch wordt Thor in een aantal bronnen als ‘orms einbani’ oftewel doder van de draak genoemd. (Ellis Davidson 90)
7) Edda – Snorri 63
8) Edda – Thrymskvida 30
9) Edda – Snorri Sturluson vert. J. Otten 313
Logghe, Koenraad – Tussen hamer en staf 35
10) Edda – Snorri 73
Ellis Davidson – Gods and myths of northern Europe 82
Turville-Petre – Myth and religion of the north 82
11) Ellis Davidson 80
12) http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/heil
http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/wijden
http://en.wikipedia.org/wiki/List_of_names_of_Thor
Losse opmerkingen:
In het verhaal van de strijd van Thor tegen de reus Geirrod had Thor zijn moker thuis gelaten. In plaats daarvan vocht hij met de staf van de trollenvrouw Grid. De staf is blijkbaar een goede vervanging voor de hamer.
Er is een flinke gelijkenis met de dubbelbijl uit het antieke geloof. Deze stond in Kreta symbool voor de bliksemstraal en er is veel voor te zeggen dat de hamer als symbool voor de bliksem oorspronkelijk een dubbelbijl was.
Mogelijk werd de hamer van Thor zo gegooid als nu nog gebeurt in Highland games, waar er een ring door de steel zit, die losgelaten wordt bij het slingeren van de hamer.
Het beeld van Thor in de tempel droeg meestal een moker.
Het lijkt erop dat er een ‘hamerteken’ werd gemaakt bij een zegening die enigszins leek op het ’kruisteken’. De twee konden met elkaar verward worden. Ook het amulet in de vorm van Thor’s hamer – die in de laat-heidense tijd veel om de hals werd gedragen werd wel verward met het – ook om de hals gedragen – kruis. Ook de Swastika werd wel gebruikt als een symbool voor de hamer van Thor, ook deze werd Thor’s hamer genoemd. Dit is te zien als de hamer als hij wervelend door de lucht vliegt! Dit kan weer gezien worden als het zonnerad. (Turville 84, Logghe 30)
Hamer en dondersteen. De bliksem die vanuit de hemel de aarde splijt. De bliksem die als splijter van de duisternis en de onderwereld, de zon bevrijdt tijdens de midwinterzonnewende. Dit gebeurt ook met de hamer, bijl of staf waarmee drie maal geslagen wordt om de deur van de onderwereld open te maken. (Logghe 33)
De hamergod is een gehoornde god. Thor is niet gehoornd, maar de gehoornde geiten zijn wel aan hem gewijd. Er zijn wel afbeeldingen van Goden met gehoornde helmen gevonden.
Oude Gallische graven droegen de inscriptie ‘onder de ‘axt’ (bijl) gewijd’. Want met de bijl kan de onderwereld gespleten worden en de dode herrijzen. Dit kan ook de reden zijn dat Thor juist met zijn hamer gedenktekens wijdt. (Logghe 35)
Is er een band met de smidsgod, zijn hamer en het smeden van de huwelijksbanden?
Is Thor te zien als een stier-god? Hij brulde als een stier, hij gebruikt een stierenkop als aas en de dondergod van de Phoeniciërs zou Thur heten. (Walker 996)
Als Thor vergeleken wordt met Jupiter/Zeus dan is zijn wapen duidelijk een symbool voor de bliksemschicht.
Hij is ook te vergelijken met de Keltische god Dagda. Dagda heeft een knots die zowel kan doden als iemand weer tot leven wekken.
De reuzen die Thor versloeg waren vuurreuzen en ijsreuzen. Het zijn de extremen die chaos veroorzaken. Thor beschermt de goden- en ook de mensenwereld tegen deze extremen zodat de Asgaard onbezoedeld en heilig kan blijven. De hamer houdt zo al het onzuivere tegen en vermorzelt het. Tegelijk kan de hamer ook profane dingen wijden zodat ze sacraal worden. De dode, het huwelijk en geboortes worden gewijd met de hamer.
De T-vorm van de moker werd wel als alternatief gebruikt voor het Latijnse kruis en zou zelfs eerst als de ware vorm van het kruis gezien zijn.
Na het Ragnarok hebben de zonen van Thor, Modi en Magni, de moker van hun gestorven vader bewaard. Nadat de vrede is wedergekeerd nemen ze deze mee naar de ‘Wielende Vlakte’. (79)
‘Thunderbolt’ betekent letterlijk pijl van Thor. Betekent dit dat er ooit een versie was waarin Thor met pijlen schoot in plaats van dat hij met zijn hamer sloeg?
http://celto-germanic.blogspot.nl/2013/05/anglo-saxon-thunors-hammer-and-cult-of.html
Dondersteen
(donderbijtel, donderkeil, dondersteen) Een fossiele belemniet (skelet van een inktvisachtige), een vuurstenen pijlpunt of een andere puntvormige steen, waarvan in het volksgeloof werd aangenomen dat deze bij onweer gevormd c.q. geworpen is (syn. bliksemsteen, duivelsvinger, pijlsteen). Volgens het volksgeloof zou degene die deze bij zich droeg beschermd zijn tegen bliksem. Ook als men de dondersteen in de schoorsteen of in de dakgoot plaatste zou het huis niet door de bliksem getroffen worden. (Gerlach – Lexicon van het bijgeloof p. 64) Dit gebruik lijkt sterk op een verhulde aanroeping van de bescherming van de dondergod via zijn wapen de – in dit geval stenen – hamer.
Bedankt voor de uitleg!
Dankjewel voor de informatie.
Hoi
interessant artikel. Was leuk om te lezen.
Ik heb ooit op Internet gelezen dat Mjőlnir ook staat voor kracht en voorspoed.
Weet u daar iets vanaf? Ik kan het namelijk niet meer vinden.
Gr
Teun
Beide zijn logisch: kracht want het kan de reuzen weerstaan, voorspoed in de zin van vruchtbaarheid als teken om het huwelijk te heiligen..
In het archeologisch museum in Athene staan enkele prachtige beelden van Zeus die de donderkeil werpt. Deze heeft hier echter een meer conische vorm. De T of Tau-vorm komt drie keer voor op het schootsvel van een bepaalde graad in de vrijmetselarij. De orde der Franciscanen hanteert nogsteeds de Tau als symbool en niet alleen het kruis. De Tau is bij mijn weten ook de laatste letter van het Joodse alfabet. Dan is de cyclus rond en begint de nieuwe cyclus. De bliksem zet de aarde in brand, maar de verkoolde resten geven ook weer vruchtbaarheid.
De ontmaagding werkt verscheurend, maar geeft ook de bevruchting en dus het nieuwe leven.
De reuzen kunnen de anorganische wezens/krachten zijn, die op zich bindend of vernietigend werken, maar ze kunnen ook bondgenoten worden, zoals we dat in de boeken van Castaneda terug kunnen vinden. Het is het proces van: Stirb und werde van de vrijmetselaar Goethe.