De basilisk is één van die bizarre wonderwezens die mij vanwege zijn vreemde symboliek bij de lurven heeft gegrepen en niet meer los heeft gelaten. Tot in de achttiende eeuw werd er sterk aan geloofd mede omdat hij in de Bijbel genoemd wordt. Het wezen wordt in vrijwel alle bestiaria beschreven. Net als vele andere fabeldieren kreeg ook de basilisk weer een nieuwe populariteit door de boeken uit de Harry Potter reeks. Het monster stamt echter al uit de oudheid. In dit artikel probeer ik de betekenis van de basilisk te doorgronden door op zoek te gaan naar zijn vroegste verhalen.
Naam
Basiliskos betekent kleine koning in het Grieks. Hiermee werd de koning der slangen bedoeld. In het Latijn wordt hij ‘regulus’ genoemd. Dit woord heeft dezelfde betekenis. Vanaf de middeleeuwen is er ook nog de alternatieve benaming ‘cockatrice’. Ook al kwam dit van het Griekse woord voor opsporen, al gauw werd het geassocieerd met de haan (cock). (1)
Uiterlijk en kenmerken
De basilisk wordt al genoemd door de Romeinse botanist Plinius de Oudere (eerste eeuw n.o.j.) en wordt in zijn Natura Historalis beschreven als een kleine slang met een diadeemvormig teken op zijn voorhoofd. De slang heeft een dodelijke blik, maar ook zijn adem en zijn aanraking is direct dodelijk. Vlak voor deze beschrijving behandelt Plinius een ander fabeldier; de Catoblepas. Dit is een soort van stier met eveneens een dodelijke blik en een giftige adem. Echter doordat zijn hoofd enorm zwaar is, heeft hij zijn ogen meestal naar de grond gericht en richt daardoor minder schade aan. De connectie tussen beide dieren is niet helder. (2)
De Griekse schrijver Aelianius (derde eeuw n.o.j.) zegt dat in Afrika alle slangen hun meester moeten erkennen in de basilisk. Als hij eraan komt dan vluchten ze of verbergen zich direct. Dat moet ook wel want waar de basilisk heeft gelopen daar verschroeit het gras en alle vruchten die hij met zijn lucht beroert bederven. Met zijn schadelijke gif laat hij zelf steenblokken barsten. (3)
Ook de encyclopedist Isidorus van Sevilla (zevende eeuw n.o.j.) vertelt dat hij bekend staat als de ‘koning van de slangen’. Ondanks dat doodt hij toch alle slangen die hij tegenkomt met zijn blik. Ook mensen en vogels verbranden door zijn starende blik ook al zijn ze op grote afstand. Vreemd genoeg beschrijft Isidorus het beest als heel erg klein. Hij zou maar vijftien centimeter groot zijn! Volgens Plinius was het beestje slechts dertig centimeter. (4)
In de latere bestiaria krijgt de basilisk meer fabelachtige proporties. Voor deze boeken zat de basilisk ergens tussen een draak en een slang in. De draak heeft vier poten en vleugels, de basilisk heeft twee poten en vleugels en de slang heeft géén poten of vleugels.
In het beruchte boek van Heinrich Kramer de Malleus Maleficarum (1485) wordt een verklaring gegeven van de dodelijkheid van de blik van de basilisk. Hij zou uit zijn ogen een vreselijk gif spugen naar zijn slachtoffer. Dit vergiftigde de lucht en doodde het slachtoffer. Kramer noemt dit als voorbeeld van het ‘kwade oog’ en beweert daarna dat sommige heksen ook een dergelijke giftige blik kunnen hebben. (5)
Oorsprong
Volgens de Romein Lucanus is de eerste basilisk ontstaan uit het bloed van de Medusa. Ook van deze gorgone is bekend dat zij een dodelijke – in haar geval verstenende – blik heeft en zeker met haar slangenhaar is zij een voor de hand liggende moeder voor dit ondier. Hij beschrijft verder hoe de soldaten van Cato door de woestijn van Libië trokken. Deze woestijn zat vol met basilisken. Toen één van de soldaten zo’n basilisk met zijn speer doorstak, stroomde het gif langs de schacht tot aan zijn hand omhoog. De soldaat had geen keus, maar moest direct zijn snel afstervende hand afhakken. (6)
De Engelse heilige Beda Venerabilis (zevende eeuw n.o.j.) is de eerste die vertelt van zijn oorsprong uit het ei van een oude haan. (7) Het verhaal wordt vanaf de twaalfde eeuw in vele middeleeuwse bestiaria herhaald en verfraaid. Als een oude afgeleefde haan zijn zaad niet meer kwijt kan bij de hennetjes, zal dit zaad samenklonteren en uiteindelijk als een monsterlijk ei uitgepoept worden. Doet deze haan dat op een mestvaalt en wordt dit ei vervolgens uitgebroed door een pad (het schijnt meermalen voor te zijn gekomen dat een pad voor deze misdaad is berecht en tot verbranding is veroordeeld) of een slang dan
wordt hieruit de basilisk geboren. Hij wordt in de bestiaria beschreven als een samengesteld wezen met de snavel van een adelaar en de kam van een haan. Hij heeft een ijzeren kroon op zijn hoofd en het lichaam van een draak. Zijn poten zijn weer vogelklauwen. Toch is het afschuwelijkste van dit monster zijn blik. Het verzengt zijn omgeving en maakt die tot een woestenij. Als een mens in de ogen van de basilisk kijkt stort hij ter plekke dood neer. De meeste verhalen vertellen dat hij leeft in een –waarschijnlijk zelf gecreëerde woestijn – maar soms wordt hij gesignaleerd in onze contreien en leeft dan in een put of in een kelder.
Zijn grootste vijanden
De basilisk is vrijwel niet te verslaan, maar toch zijn er enkele remedies bekend die helpen tegen het monster. Het enige waar hij – volgens Plinius – niet tegen kan is de stank van een wezel. Als een wezel de plant ruit heeft gegeten is hij immuun voor de lucht en de blik van een basilisk en kan hij hem doden. Aelianus beweert weer dat de basilisk niet tegen het kraaien van de haan kan en dat reizigers om deze reden een haan meenamen als ze de woestijn in trokken. (8)
Nog weer later – en beginnend met de ‘Historia de preliis Alexandri Magni’ uit de dertiende eeuw – zal de spiegel het machtigste wapen worden tegen de basilisk. Volgens dit boek komt Alexander de Grote het monster tegen en herinnert hij zich het verhaal van Perseus en de Medusa. Ook hij laat een schild oppoetsen tot het glimt als een spiegel. Als de basilisk zichzelf daarin ziet doodt het monster zichzelf. (9) Dit wordt in vele latere legenden herhaald. In de sage over de basilisk van Warschau had de man die het beest uit de kelder in de zon bracht zich zelfs behangen met tientallen spiegels!
Een gelijkaardige remedie tegen het monster wordt verteld in het bestiarium van Pierre le Picard (dertiende eeuw). Hierin staat dat de basilisk gif uit zijn ogen spuit. Wie het beest wil doden neemt een kristallen vaas bij zich en zet deze op zijn hoofd. De giftige blik van het beest stuit op het oppervlakte van de vaas en keert daarna terug op hem en zo wordt de basilisk zelf vergiftigd. (10)
De basilisk in Nederland
Ook in Nederland moet de basilisk goed bekend zijn geweest. Jacob van Maerlant schrijft over het monster en blijft daarbij nog redelijk in de buurt van het voorbeeld van Plinius. Hij zegt het volgende in zijn ‘boek van serpenten’ uit 1270: ‘De Basilisk is een slang die de koning der slangen genoemd wordt. Als hij alleen maar uitademt kan hij al rotsen breken. Mensen doodt hij door er alleen maar naar te kijken. De basilisk is niet alleen fataal voor de mens, maar ook voor de aarde die hij dodelijk vervuilt en die hij overal waar hij zijn verderfelijke nest kiest verschroeit. Hij doet het gras verdorren en verbrandt bomen door er tegen te ademen. Ook voor zijn gesis huiveren alle andere slangen, zij vluchten zo snel mogelijk. De basilisk kan alleen door een wezel overwonnen worden.’ (11)
Volgens een kroniek werden er in het jaar 513 bij Dokkum achttien mensen vermoord door de blik van een basilisk. Dit dier was de duivel in vermomming. Het huis werd tot de grond toe afgebrand. In een andere kroniek staat weer dat er in 1413 in Oldeboorn een put werd gegraven. De weerzinwekkende stank die daaruit oprees doodde opnieuw achttien mensen. Dit moest wel afkomstig zijn van een basilisk. (12)
In Friesland moet er een basilisk uit een oven zijn gekropen. Daar wordt gezegd dat glasblazers altijd na zeven jaren hun oven zullen doven. Een glasblazer vond dit maar onzin en liet voor meer dan zeven jaren zijn oven gloeien en in het achtste jaar kroop er uit zijn oven een basilisk die zich in zijn kelder vestigde. Door de bekende list met de spiegel toe te passen kon het beest vernietigd worden. (13)
Ook over een werfkelder onder een bierbrouwerij in Utrecht wordt gezegd dat er een basilisk in zat. Deze was uit een hanenei gekropen. Al wie erin ging kwam er nooit meer uit, totdat een dappere jongeman de kelder betrad gewapend met een spiegel. Wanneer dit gebeurd zou moeten zijn is niet bekend, maar de desbetreffende kelder wordt nog steeds aangewezen. (14)
Conclusie
Wat wil dit monster ons zeggen? We kunnen iets afleiden uit de dieren waaruit het monster is samengesteld. De haan is het dier dat ons wekt bij het eerste daglicht. Het is het dagbewustzijn dat ons bewust maakt van onszelf als afgescheiden en individueel. De adelaar heeft het grote overzicht en weet daaruit het voor hem belangrijke detail te halen als hij hoog in de hemel vliegt. Hij is ook de afstand die wij bewaren tot de dingen tot we het als prooi tussen onze klauwen weg kunnen voeren. De ijzeren kroon benadrukt deze aspecten. De basilisk is de koning van het ijzeren bewustzijn, waarbij ijzer staat voor de wereld van de gedachten. Maar dit beest is minstens zoveel een draak. De draak bewaakt de goudschat. Hij maakt van energie materie.
Nu is het waarschijnlijk niet toevallig dat deze wezens ook de grote kosmische boom (Yggdrassil) bevolken. De haan en de arend zitten in de kruin en de draak zit aan de wortels. Nu is voor mij de boom een symbool voor het energetische systeem van de mens. Onderin maakt de draak materie van de binnenkomende energie en bovenin maakt de adelaar gedachten van het binnenkomende goddelijke bewustzijn. In de Noordse mythologie is er het eekhoorntje ratatoskr die deze twee verbindt. Hij brengt leugens, beledigingen en verwensingen over van de een naar de ander. Want gedachten gekoppeld aan materie brengt de schijnwereld voort.
Door deze dieren aan elkaar te koppelen wordt een waarlijk monster gecreëerd! Overal waar jij kijkt met de ogen van de basilisk zal je direct de wereld om je heen tot een woestijn maken; zij wordt dor en kaal. Dat is precies wat de huidige mens doet. Hij kijkt met basiliskenogen. De basilisk heeft logischerwijs weinig vijanden, echter hij kan niet tegen de wezel. Dit diertje valt zelfs prooien aan die twee keer zo groot zijn dan hemzelf en is dus duidelijk niet bang! De wereld zonder angst onder ogen kunnen zien scheelt al een hele hoop. Het ultieme redmiddel is de spiegel, wie in de spiegel durft te kijken en zichzelf durft te zien zo hij werkelijk is, doodt daarmee zijn valse ego. Het valse smelt weg en de echte jij blijft over.
Verder geeft de naam basilisk het dier een connectie met andere kleine koningen uit de folklore zoals het winterkoninkje (koning der vogels) en de maretak (koning der planten). Deze twee heersen over de dag tussen de jaren, dag nul en staan daarmee symbolisch voor het ego. Mogelijk is de basilisk een ander symbool voor dit ego. Het idee is dan dat het vernauwde bewustzijn waar het ego ons toe leidt ertoe dat wij de wereld niet meer als levend en doortrokken van energie kunnen ervaren. De basilisk in ons ‘versteent’ en vergiftigt de wereld om ons heen tot het lijkt op een dorre woestenij.
Toch is het ego niet alleen slecht, als zij als instrument beheerst kan worden (in plaats van dat het ons overheerst) en wij de identificatie met het ego los kunnen laten, dan kan het juist helpen om tot wijsheid en inzicht te komen. De basilisk is ook de koning van de slangen en die geeft in de folklore juist de ultieme wijsheid!
Abe van der Veen
Noten
- https://www.etymonline.com/search?q=basilisk
- http://www.theoi.com/Thaumasios/Basiliskoi.html
Plinius, Historia Naturalis: There is the same power [of the killing stare] also in the serpent called the basilisk. It is produced in the province of Cyrene, being not more than twelve fingers in length. It has a white spot on the head, strongly resembling a sort of a diadem. When it hisses, all the other serpents fly from it: and it does not advance its body, like the others, by a succession of folds, but moves along upright and erect upon the middle. It destroys all shrubs, not only by its contact, but those even that it has breathed upon; it burns up all the grass, too, and breaks the stones, so tremendous is its noxious influence. It was formerly a general belief that if a man on horseback killed one of these animals with a spear, the poison would run up the weapon and kill, not only the rider, but the horse, as well. To this dreadful monster the effluvium of the weasel is fatal, a thing that has been tried with success, for kings have often desired to see its body when killed; so true is it that it has pleased Nature that there should be nothing without its antidote. The animal is thrown into the hole of the basilisk, which is easily known from the soil around it being infected. The weasel destroys the basilisk by its odour, but dies itself in this struggle of nature against its own self.
3. https://www.attalus.org/translate/animals2.html#5 2.5 en 2.7
4. https://bestiary.ca/beasts/beastsource265.htm
5. “Moreover if a basilisk sees a man first its look is fatal; but if he [the man] sees it first he may be able to kill it; and the reason why the basilisk is able to kill a man by its gaze is because when it sees him, owing to its anger a certain terrible poison is set in motion through its body, and this it can dart from its eyes, thus infecting the atmosphere with deadly venom. And thus the man breathes in the air which it has infected and is stupefied and dies” (The Malleus Maleficarum, part 1, question 2).
Kramer behandeld hier de dodelijke blik van de basilisk om te bewijzen dat ook heksen kwaad kunnen doen puur door het werpen van een blik, het zogenaamde ‘kwade oog’ (evil eye).
6. Pharsalia (IX.828-833)
7. https://en.wikipedia.org/wiki/Basilisk
8. http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/basilisk
The Feejee Mermaid and Other Essays in Natural and Unnatural History – Jan Bondeson 165
9. https://www.papersofbas.eu/images/Papers_2021-2/Lozanova_compressed.pdf
10. Dekkers, M. – Bestiarium 24
11. Dat seste boec van serpenten – van Maerlant vert. M. van der Voort 382
12. Winsemius – Croniek van Vriesland
Teenstra – Nederlandse volksverhalen 19
13. Waling Dijkstra – Uit Frieslands volksleven II 200
14. Sinninghe, J.R.W. – Utrechts sagenboek 190
Cohen, J. – Nederlandse volksverhalen, Zutphen, z.j. , pp. 75-77
Europese sagen over de basilisk:
De Italiaanse geneesheer Scaliger uit de vijftiende eeuw schrijft over een basilisk uit de tijd van paus Leo IV. Deze woonde onder een boog van een tempel voor Lucia en zijn adem zorgde voor een vreselijke pest in Rome. (Unnatural history 20)
De cockatrice van Wherwell in Engeland. Door een spiegel in de kelder te laten zakken vermoord het dier zichzelf. https://www.mysteriousbritain.co.uk/cryptozoology/the-wherwell-cockatrice/
In 1474 werd er in Basel een haan door de beul ter dood gebracht omdat hij een basilisk had voortgebracht. Al bij de stichting van deze stad woonde er een basilisk dichtbij in een grot, vandaar dat de stad een basilisk als wapen voert.
In Wenen in het jaar 1577 ontdekte de dienaar van een bakker een basilisk op de bodem van een waterput. Hij wist het te vernietigen door de welbekende truc van de spiegel. De basilisk explodeerde. Dit is gebeurd bij het huis Schönlaterngasse 7
In Warschau moet er een basilisk zijn ontdekt in een kelder in 1587. Een man ging samen met zijn huishoudster op zoek naar zijn dochter. Zij lag als vergiftigd in de kelder en toen de huishoudster naar haar toe ging werd zij ook vergiftigd. Een man werd de kelder in gestuurd die door de plaatselijke geleerde behangen werd met vele spiegels. Hij overleefde het avontuur en doodde de basilisk! https://aforteantinthearchives.wordpress.com/page/4/
In Vilnius – Litouwen – had men ergens in de zeventiende eeuw last van een basilisk. Ze raakten het beest kwijt door tot drie keer toe een bosje wijnruit in zijn hol te laten zakken. Van Plinius weten we al dat een wezel die ruit heeft gegeten daarna ook immuun is voor de blik of de damp van de basilisk. De eerste twee keer was het bosje wit, maar de derde keer groen, het dier kon er blijkbaar niet tegen..
Fantastisch om te lezen, bedankt 🙏