Regelmatig verschijnen er publicaties over de Keltische bomenkalender (ook wel bomenhoroscoop of bomenorakel genoemd). (1) Meestal worden er in deze boeken een hoge ouderdom geclaimd voor deze kalender. Hierin is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen de zogenaamd Pools-Keltische bomenkalender en de Iers-Keltische bomenkalender. Nu heb ik zelf dertien jaar geleden een boekje geschreven over de Keltische bomenkalender die gebaseerd is op de Ierse versie (De symboliek van bomen). Voor mij is dit de enige kalender die een claim kan maken op een kans van authenticiteit. De andere kalender is hoogstwaarschijnlijk pas ontstaan in de jaren zeventig van de twintigste eeuw. Om deze reden raak ik toch soms geërgerd als ik deze versie weer voorbij zie komen met opnieuw die ongefundeerde claim op een afkomst uit de Keltische heidense tijd. Recentelijk zijn er weer wat nieuwe feiten boven water gekomen die mijn mening hierin ondersteunen en die ik graag met jullie deel.
De Pools-Keltische bomenkalender van Delsol en Mütsch-Engels
Ten eerste een ‘debunking’ van de zogenaamd Pools-Keltische kalender. Deze kalender zien we vooral verschijnen in meer populaire en reguliere boeken en internetpagina’s. Zij maakt gebruikt van 21 bomen en zou uit de orale traditie afkomstig zou zijn. Vooral in Duitstalige boeken en sites wordt deze kalender vaak gebruikt. Er wordt dan nog melding gemaakt van een geheimzinnig Pools klooster waar een handschrift te vinden zou zijn waarop deze kalender is gebaseerd. Uit nader onderzoek blijkt dat deze kalender niet verder terug te traceren is dan 1971 toen de Franse journaliste Paula Delsol er een artikel over schreef in het Franse life-style magazine Marie-Claire. Hierna heeft deze kalender een verdere verspreiding gekregen in 1985 door een boekje van de Duitse schrijver Annemarie Mütsch-Engels, ‘Bäume lügen nicht – Das keltische Baumhoroskop’. Mütsch-Engels beweerd in haar boek dat de kalender uit Polen zou stammen en dat zij uit de ‘mondelinge overlevering’ komt. Zij noemt vreemd genoeg niet het artikel van Delsol. Op het werk van Mütsch-Engels is weer verder gebouwd door verschillende latere auteurs. Maar nergens is het hard te maken dat er oudere bronnen zijn dan de versie van Paula Delsol uit 1971. Ook is het duidelijk dat deze kalender niet – of anders zeer losjes – gebaseerd is op die van Graves. Er zijn maar negen van de 21 bomen die overeenkomen en qua plaatsing op de kalender zijn de verschillen nog groter. Het heeft er sterk van dat Delsol – die naast de Keltische horoscoop ook een Tibetaanse, Arabische en Chinese horoscoop in het tijdschrift publiceerde – volkomen speculatief te werk is gegaan. De aantrekkingskracht van het werk – en daardoor ook het taaie voortbestaan – ligt hem voornamelijk in de populistische koppeling van de bomen aan menselijke karaktertrekken zoals dat gebruikelijk is in de meer bekende astrologische horoscopen. Het is tekenend dat geen enkele wicca of druïdengroep gebruik maakt van deze kalender. Voor mij is hiermee duidelijk dat het bij deze kalender/horoscoop om een uitgevonden traditie gaat. (2)
De Keltische bomenkalender
Veel belangrijker is de vraag hoe het zit met de Iers-Keltische bomenkaleder die in 1946 werd herontdekt (of bedacht) door Robert Graves. In 1946 schreef de dichter, mytholoog en romanschrijver Robert Graves het boek ‘the white goddess’. Dit boek maakte sinds zijn verschijnen grote indruk op vele paganisten om zijn eruditie, inspiratie en originele zienswijze. Vier belangrijke thema’s springen er – mijns inziens – bovenuit:
-De herontdekking van de (witte) Godin als fundament van alle hedendaagse religies.
-Het inzicht dat de schone kunsten in wezen de Godin als grootste inspiratiebron hebben.
-Het herontdekken van de taal van de poëtische mythe met behulp van associatie en inspiratie.
-Het herontdekken van de Keltische bomenkalender.
Over deze bomenkalender heb ik in 2010 het boek ‘De symboliek van bomen’ geschreven. Volgens Graves zou deze kalender door de druïden gebruikt zijn voor seizoensgebonden bomenmagie. (3) Het zou gebruikt zijn als middel om zich af te stemmen op de energie van de boom die past bij dat seizoen om zo deze energie in te zetten ten behoeve van de gemeenschap. In een systeem van dertien maanmaanden zou elke maand gekoppeld zijn aan een bepaalde boom. Deze kalender is echter nooit als zodanig gevonden in een authentiek middeleeuws handschrift.
Het Ogham alfabet
Wel bestaat er het zogenaamde Ogham alfabet. Dit is een middeleeuws Iers alfabet dat elke Ogham letter associeert met een bepaalde boom. Dit wordt ook wel het Beth-Luis-Fearn alfabet genoemd, naar de eerste drie letters van dit alfabet. Hij is o.a. te vinden in het veertiende-eeuwse ‘book of Ballymote’. Graves hanteert echter voor zijn kalender het alfabet zo dat te vinden is in de ‘Ogygia’ van Roderick O’Flaherty uit 1685. (4) Graves zelf noemde geen andere bronnen behalve een niet bij name genoemd ‘bardenbrevier’ uit de tiende eeuw. Een zeventiende-eeuwse bron is echter nogal laat om te kunnen dienen als bewijs voor een druïdische herkomst. Latere onderzoekers zijn er echter achter gekomen dat zijn verwijzing naar een bardenbrevier waarschijnlijk gaat om de zogenaamde ‘Auraicept na n-Éces’ oftewel de ‘handleiding van een geleerde’. Dit is een oud-Ierse tekst uit de dertiende eeuw die waarschijnlijk zelfs terug gaat tot de zevende eeuw. Deze tekst is de bron van het idee dat elke Ogham letter vernoemd is naar een specifieke boom. (5) Dit maakt de kans dat het hier – zoals Graves stelt – om een authentiek overblijfsel uit de tijd van de druïden gaat, een stuk groter. Vervolgens maakt Robert Graves de associatieve denkstap dat deze – aan letters gekoppelde – bomen horen bij de maanden van het jaar. Deze denkstap is dichterlijk geniaal te noemen, maar bewijsbaar is zij echter niet. Toch is er zo ontzettend veel indirect bewijs voor de associatie van de genoemde bomen met de aan hen gekoppelde maanden dat ik vermoed dat Graves’ intuïtie juist is geweest. In ieder geval zijn de druïden bekend om hun boomverering en het vereren van hun goden en godinnen in ‘boomheiligdommen’. Dit maakt het aannemelijk dat zij een bewuste keuze hebben gemaakt bij het koppelen van een boom aan een letter die weer past bij het seizoen.
De volgorde van de bomen symbolisch gezien juist
Het is opmerkelijk hoe goed elke boom in de Keltische bomenkalender op een punt in de kalender geplaatst is die symbolisch gezien ook het meest kloppend is. De berk met zijn witte bast past bij een fris begin van het jaar en de vlier door zijn associatie met de dood en de onderwereldgodin bij het einde van het jaar. De eik past met zijn mannelijke karakter goed bij het meest extraverte moment van het jaar – de midzomer – en symbolisch is het juist om zijn opvolger, de hulst daar direct tegenover te zetten. De appel en de hazelaar zijn geplaatst op het moment van de appel- en de notenoogst en de meidoorn zoals het hoort in de maand mei en op het moment van zijn opvallende bloei. De sleedoorn staat daar in het jaar weer tegenover en past met zijn zwarte bast en zijn associatie met de strijd goed bij de late herfst. De els wordt veel gebruikt bij lenterituelen en de wilg past met al zijn heksenassociaties weer goed in de tijd van de Walpurgisnacht. Voor mij zijn al deze symbolische associaties het meest overtuigende bewijs van een bewuste plaatsing van de bomen bij een Ogham-letter die weer te koppelen valt aan een maanmaand.
Verschil in plaatsing van de bomen
Nu is er verder nog discussie mogelijk over de precieze plaatsing van bepaalde bomen aan bepaalde maanden. Graves concentreert zich in zijn beschrijving van de Keltische bomenkalender voornamelijk op de vijftien Ogham medeklinkers (waarvan hij er twee overslaat) en komt in een volgend hoofdstuk terug op de vijf klinkers die hij koppelt aan vijf belangrijke omslagpunten in het seizoen. (25; 40 en 18; 165) Zijn volgorde is: berk, lijsterbes, es, els, wilg, meidoorn, eik, hulst, hazelaar, wijnrank, klimop, riet en vlier. De in Nederland bekende wicca-schrijver Ko Lankester geeft in zijn boek ‘De keltische maankalender in het zonnejaar’ een variant op de versie van Graves waarbij de laatste vier maanden behoren bij de appel, wijnrank, vlier en taxus. De inclusie van de appel is begrijpelijk omdat deze hoort bij de tiende letter van het Ogham alfabet. Wijnrank schuift dan logischerwijs op, maar waarom vervolgens riet en sleedoorn worden overgeslagen terwijl dezen horen bij de dertiende en veertiende letter wordt niet duidelijk gemaakt. De taxus komt pas voor als twintigste letter en heeft daarmee wel een claim om bij de laatste maand te horen, ware het niet dat deze bij de vijf klinkers hoort. In de versie van de bomenkalender zo ik die heb beschreven in mijn boek ‘De symboliek van bomen’ wordt Graves op de voet gevolgd. Echter niet in het overslaan van de zeer wezenlijke appelboom als tiende boom van de kalender. Daardoor schuift de wijnrank een plaats op naar de elfde maand. Zij is ook gekoppeld aan de elfde letter in het Ogham alfabet. Zij deelt deze maand met de klimop, die hoort bij de twaalfde letter. Dit doe ik omdat ze qua symboliek symbiotisch te noemen zijn en omdat ik daarna ook riet en sleedoorn beide koppel aan de twaalfde maand. Ook deze twee planten hebben evenveel recht om bij deze maand te horen. Hierdoor kan vlier – als boom gekoppeld aan de vijftiende letter van het Ogham alfabet – toch gewijd worden aan de dertiende en laatste maand. (6) Zij is ook de laatste medeklinker en past er qua symboliek het beste goed bij. Discussie over de plaatsing van de bomen bij de laatste vier maanden zal waarschijnlijk onvermijdelijk zijn, ook omdat het hier deels niet om bomen, maar om planten gaat (klimop, wijnrank en riet) en het daarom erg verleidelijk is om er bomen voor in de plaats te zetten.
Conclusie
De authenticiteit van de Iers Keltische bomenkalender is mede door de invloed van de schimmige, populistische Poolse versie dubieus geworden. Zij wordt meestal door de wetenschappelijk georiënteerde kenners als slechts een verzinsel of in ieder geval als onbewijsbaar gezien. Het is inderdaad niet bewezen dat er in de heidense Keltische tijd gebruik is gemaakt van een dergelijke kalender. Toch geeft de koppeling van bomen aan Ogham letters in het middeleeuwse handschrift ‘Auraicept na n-Éces’ wel degelijk hiervoor een sterke aanwijzing. Verder is het zeker dat al deze bomen en planten een grote hoeveelheid verhalen en rituelen om zich heen hebben verzameld. Hieruit maak ik op dat zij werden ervaren als sterk magisch geladen. Of het bij de Keltische bomenkalender om een nieuwe uitvinding gaat of om een herontdekking is niet duidelijk. Wel kan er worden gezegd dat het systeem symbolisch gezien verbazingwekkend coherent is. Het geeft inspiratie en laat je met een nieuw perspectief naar de bomen kijken. Elke boom is een inspiratiebron voor ons mensen om te weten hoe we in harmonie onze energie kunnen laten stromen om zo een krachtplek te zijn. Elke boom leert ons hoe we energie kunnen geven zonder uitgeput te raken, omdat we putten uit de bron van het leven zelf, de bron die nooit opraakt. We worden datgene wat we altijd al waren, bemiddelaars tussen boven en beneden, tussen hemel, aarde en onderwereld.
Abe van der Veen
Als je geïnteresseerd bent in mijn boek over de Keltische bomenkalender ‘De symboliek van bomen’ dan kan je hier meer info vinden: https://www.abedeverteller.nl/boek-abe-de-verteller/
- Dit is een kalender waarin aan bepaalde tijdsperioden in het jaar bepaalde bomen worden gekoppeld. In de Ierse versie zijn de bomen gekoppeld aan de 13 maanmaanden.
- Deze kalender vind je ook een aantal malen in de fysieke vorm van een tuinaanleg. Zoals de ‘Keltische tuin’ in Hortus Haren en de Nooterhof in Zwolle.
De Iers-Keltische bomencirkel is bij mijn weten alleen aangelegd in ‘Het Drentse paradijs’ in Nieuw Weerdinge (https://www.hetdrentseparadijs.nl/ bezichtigingen zijn op aanvraag mogelijk)
Andreas G. Heiss & Jutta Leskovar – Der ›keltische Baumkalender‹ – Zur Entwicklung und
Rezeption eines Mythos
https://nl.wikipedia.org/wiki/Uitgevonden_traditie - Graves, Robert – The white goddess p. 165
- Graves 165
- https://en.wikipedia.org/wiki/Auraicept_na_n-%C3%89ces
Andreas G. Heiss & Jutta Leskovar – Der ›keltische Baumkalender‹ – Zur Entwicklung und
Rezeption eines Mythos - Veen, A.J., De symboliek van bomen 12
Veen, A.J., De wijsheid van bomen en kruiden