Door het zorgvuldig nalezen van de oorspronkelijke teksten van een aantal versies van het sprookje Roodkapje, ben ik gekomen tot een – deels – originele duiding van dit overbekende sprookje. De vroegst bekende tekst is die van Perrault (Sprookjes van Moeder de Gans) uit 1697. De bekendste versie is van de gebroeders Grimm uit 1817. Ook later opgeschreven volksversies zoals ‘la finta nonna‘ uit Italië en ‘conte de ma mère grand’ uit Frankrijk geven een dieper inzicht in de betekenis van dit sprookje. (1)
De heidense inwijding van het meisje Roodkapje tot een jonge vrouw.
Dit is mijn interpretatie: Roodkapje is een maagd, zij heeft nog de onschuld van een kind. Zij wil plezier beleven, spelen. Echter zij heeft voor het eerst gemenstrueerd en heeft van haar grootmoeder – als teken daarvan – een rood kapje gekregen. (2) Rood is de kleur van de vruchtbare, seksueel aantrekkelijke Godin in elke vrouw. Zij is trots op haar nieuw ontdekte vrouw zijn en draagt haar kapje continu. Ze is niet bang om vrouwelijk, verleidelijk te zijn. Haar spelen wordt koketteren. Zij draagt de rode lap waar elke stier wild van wordt, zij is het meisje in de rode jurk, waar elke man zijn hals voor krom trekt, maar tegelijkertijd is ze nog uiterst naïef. In de oude samenlevingen is er eerst een inwijding nodig om het meisje als vrouw geaccepteerd te doen worden bij de andere vrouwen van de groep. Roodkapje heeft haar eerste menstruatie meegemaakt en gaat met dit teken – in de vorm van haar rode kapje – het woud in om haar inwijding van meisje tot vrouw mee te maken. Dit gebeurt door te gaan naar de grootmoeder. Of kan ik beter zeggen; de Grote Moeder?!
Dat grootmoeder niet zomaar een oma is en haar huisje niet zomaar een ‘aanleunwoning bij een bejaardenflat’ wordt duidelijk door de geschenken die zij meebrengt en de locatie van het huis. Wat neemt Roodkapje mee? Koek en wijn. (Denk aan de ‘cake and wine’ als afsluiting van de wiccavieringen.) Dit zijn de traditionele heksenoffers voor de Godin bij de sabbat. Waar gaat zij naartoe? Naar het huis in het bos naast de notenhaag en onder de drie eikenbomen. Dit verwijst duidelijk naar een sacraal bosheiligdom, een nemeton! De notenhaag gaat om de noten van de hazelaar. Deze struik brengt inspiratie en wijsheid en was bij de Germanen in gebruik als omheining van hun heiligdommen. (3) De drie eiken staan voor de mannelijke kracht in drievoud, de enige kracht mans genoeg om de drievoudige godin te bevruchten. Zij zal kennis maken met mannelijke kracht van wijsheid en van vruchtbaarheid onder de hoede van de Grote Moeder. Voordat zij daar is zal zij echter beproevingen moeten ondergaan, zoals het hoort bij een inwijding.
Roodkapje krijgt wijn en koek mee om naar haar grootmoeder te brengen. De ongeopende fles met wijn (=bloed) laat zien dat zij nog een maagd – ‘virgo intacta’ – is, en de koek dat ze in staat is om kinderen te krijgen. Net zoals de koek in de oven, moet garen en rijzen, moet het ongeboren kind groeien in de baarmoeder. Vlak voor ze weg gaat, waarschuwt haar moeder haar nog: ‘Ga niet van het pad af en laat je flesje niet breken’, oftewel verlies je maagdelijkheid niet! Natuurlijk gaat het maagdelijke meisje wel van het pad af om de bloemetjes te plukken. Welke nieuwsgierige adolescent zou dat tenslotte niet doen? Onvermijdelijk komt ze de wolf tegen en die vraagt nieuwsgierig: ‘en wat heb jij daar onder je schortje?’ Roodkapje antwoord: wijn en koek. Zij toont zich op haar aantrekkelijkst met het teken van haar onschuld èn haar geslachtsrijpheid. Nu ze een rood kapje heeft en allemaal lekkers onder haar schortje is ze onweerstaanbaar voor vele mannen. (4)
De fatale man en vrouw
Vanuit een mannelijk perspectief wordt zij nu een verleidster, een fatale vrouw. Zij wordt als een Eva of een Pandora. Zo verleidt zij mannen om samen met haar een appeltje te plukken of in haar kruikje te kijken. Zo worden de jongemannen uit hun éénheid gehaald. Doordat ze bewust worden van de vrouw, worden ze ook bewust – en onzeker – van zichzelf en begint de dualiteit.
Vanuit een vrouwelijk perspectief is Roodkapje juist te vergelijken met Guinevere of Persephone. Zodra deze dames in hun verhaal van het pad afgingen om bloemen te gaan plukken werden zij met geweld ontvoerd en meegenomen door een man uit de onderwereld. In dit sprookje is de verleider de wolf. De wolf is te zien als de foute, fatale man. De eerste mannen in het leven van een vrouw zijn vaak foute mannen. Ze zijn spannend, avontuurlijk, overweldigend. Alles is groot aan hen en dat vinden ze zelf ook! Het sprookje laat dit zien met de beruchte uitspraken van naïeve verrassing als ze ontkleed samen met de wolf in bed ligt: ‘Maar grootmoeder wat heb je grote handen’, ‘wat heb je grote oren’, ‘wat heb je een grote mond’, wat heb je een grote enz.
Een dergelijke man haalt het meisje uit haar evenwicht en dus van het rechte pad af. Daar in het donkere bos is zij uit haar centrum en in zijn macht. Zijn grote wapen is het misbruik van vertrouwen. Hij doet zich namelijk voor als grote moeder, maar zijn motieven zijn totaal anders. Het maakt nogal uit of het je grootmoeder is die tegen haar kleinkind zegt: ‘doe je kleren uit en kruip bij mij in bed’ (zoals gebeurt in de versie van Perrault) of als het de grote boze wolf is die dit zegt!
In de buik van de boze wolf
Op het moment dat het jonge meisje op eigen benen zou moeten staan, wanneer haar moeder meer afstand van haar heeft genomen, komt ze in een mengeling van angst en nieuwsgierigheid terecht, waarin zij een nieuwe veilige haven zal zoeken om zowel haar oude als haar nieuwe behoeften te kunnen bevredigen. Dit is het moment van transformatie van meisje tot vrouw. Dit is een zeer kwetsbaar punt. Als dit mis gaat komt de jonge vrouw onder de invloed van een overheersende, dominante man, die niet alleen haar maagdelijkheid plukt – het flesje breekt – maar haar opeet met huid en haar! Hij maakt haar onderdeel van zijn energetische systeem, waarin zij in een nieuw systeem van afhankelijkheid terechtkomt. Dat is dan de prijs van de veiligheid. Eerst zal de wolf haar verleiden met mooie woorden en misschien cadeautjes, daarna als de buit binnen is zit het meisje gevangen in de buik van de boze wolf. De wolf is de man voor wie het nooit genoeg is, hij is onverzadigbaar.
In de Edda heet de mythische boze wolf Fenrir. Hij heeft kaken die over de grond slepen en het hemelgewelf aanraken en als hij ze nog verder open kon sperren dan had hij dat gedaan. Hij is de opgeblazen blaaskaak, de man die denkt dat hij door flink te blazen, te razen en te tieren, je een toontje lager kan doen zingen. Het is echter slechts lucht. (5) Toch laten veel vrouwen zich door zo´n man intimideren en verleiden. Dat is het thema van de dominante man en de onderdanige, misbruikte vrouw.
De wilde jager
De inwijding van meisje naar jonge vrouw die Roodkapje ondergaat, kan je zien als een harde les die haar inzicht geeft over de wisselwerking tussen mannelijke en vrouwelijke energie. Als aantrekkelijk geworden vrouw zal zij de verleiding van de ‘foute man’ onvermijdelijk tegenkomen. Maar nu is ze wijzer geworden door haar initiatie. Ze heeft de noten van wijsheid van de notenhaag gegeten.
Zij krijgt inzicht in de man als wolf, maar ook in die van de man als goede jager. Dit inzicht is nodig voor een volledig begrijpen van het mannelijke. Die jager komt pas aan het einde van het sprookje. Hij bevrijdt Roodkapje en haar grootmoeder uit de buik van de wolf. Deze ‘wilde jager’ kan je ook zien als ‘heer der dieren’. Hij beheerst namelijk zijn dierlijke instincten en is meester van zijn eigen mannelijke energie. Dit wordt gesymboliseerd door het schietgeweer van de jager waarmee hij doelgericht tot actie kan komen. In het sprookje staat het er niet letterlijk, maar hij is de ideale inwijder in de seksualiteit voor Roodkapje.
Hij heeft niet de energie van het meisje nodig om zichzelf groter te doen lijken. Hij staat op zichzelf en kan zo Roodkapje leren om haar eigen weg te vinden. Hij is de minnaar van de Godin als maagd, moeder en oude vrouw. Hij heeft de vruchtbaarheid van drie eiken! Roodkapje is zijn godin en met haar bedrijft hij de liefde van man en vrouw, los van alle individuele onzekerheden. Dat is het Hieros Gamos, het Heilig Huwelijk in de sacrale plek van de Grote Moeder. En zij leefden nog lang en gelukkig. Of ging het toch anders?
Alternatieve versies: Roodkapje als heldin in ‘La finta Nonna’ en ‘Conte de ma mère grand’
Vele sprookjesonderzoekers beweren dat de ‘happy ending’ van de jager er pas later aan toe is gevoegd door de gebroeders Grimm om het sprookje goed te laten eindigen. Perrault laat het sprookje namelijk abrupt eindigen met ‘de akelige wolf wierp zich op Roodkapje en at haar op.’ Punt! Toch zijn er ook versies bekend waarin Roodkapje zichzelf weet te redden zonder hulp van een jager als ‘deus ex machina’.
In de Franse versie ‘conte de ma mère grand’ – opgeschreven in 1885 – gaat het niet slechts om een wolf, maar om een ‘bzou’, oftewel een weerwolf! Dit versterkt het argument dat de wolf een mannelijke en meedogenloze inwijder is. Hij stelt Roodkapje de vraag; ‘neem je het pad van naalden of van spelden?’ Zij kiest het pad van naalden. Dit wordt wel gezien als een teken van opkomende seksualiteit, aangezien naalden een gat hebben en spelden niet. De wolf vermoord oma en zet deze als maaltijd aan Roodkapje voor. Vervolgens vraagt hij haar om haar kleren uit te doen en om bij hem in bed te stappen. Gehoorzaam ontdoet Roodkapje zich stuk voor stuk van haar kleding , waarbij ze elke keer vraagt wat ze met het uitgedane kledingstuk aan moet. ‘Gooi het maar in het vuur, je hebt het toch niet meer nodig’, zegt de wolf. Zo klimt ze naakt bij de wolf in bed, waarna het beruchte vraag en antwoord spel begint: maar oma, wat heb je grote oren, ogen, maar ook wat heb je toch een harig lichaam. Als ze merkt in welk gevaar ze is, vertelt ze als smoes dat ze nodig moet poepen en de wolf bindt een draad om haar kleine teen om haar terug te kunnen halen. Roodkapje bindt echter het draadje aan een pruimenboom en fopt zo de wolf. Hij krijgt de pruim als vrucht in plaats van dat andere ‘pruimpje’ en zo weet zij te ontsnappen!
In ‘La finta Nonna’ uit de Italiaanse folklore, moet Roodkapje een zeef lenen van haar oma. Om bij haar grootmoeder te komen moet ze eerst langs de rivier de Jordaan en langs een poort gemaakt van harken. Ze geeft haar ringvormige koek aan de rivier en haar brood met olie aan het hek en zo kan ze verder. Ze ontmoet vervolgens geen boze wolf, maar een mensenetende vrouwelijke ‘oger’. Roodkapje wordt ook hier door de ‘oger’ misleid om het vlees en het bloed van haar eigen oma op te eten en uitgenodigd om in bed te komen. In het vraag- en antwoordspel is ze verbaasd over de harigheid van de ‘oger’ tot ze haar staart voelt en beseft dat het niet haar oma is! Ze redt zich zelf uiteindelijk door te roepen dat ze nodig moet. Doe dat maar in bed zegt de ‘oger’. Vervolgens zegt Roodkapje ik moet geen kleine, maar een grote boodschap doen! Dat wordt de ‘oger’ wat te gortig en ze mag het bed uit. Ze wordt wel aan een touw gebonden, maar knoopt het los en maakt het vast aan een geitje. Natuurlijk loopt ze zo snel mogelijk weg. Als ze voorbij het hek en de rivier is, kan de ‘oger’ niet meer volgen. Aan de overkant van de rivier trekt Roodkapje nog gekke bekken naar de ‘oger’ en keert daarna veilig naar huis terug. (6)
De afdaling in de onderwereld
Beide versies verhelderen het inwijdingsaspect van het sprookje nog meer. De zeef staat voor een nieuw lichaam. Net als het lichaam heeft de zeef vele gaten, waar energie in en ook uit kan stromen. De rivier en het hek vormen in vele mythologieën de scheiding tussen deze wereld en de onderwereld, waar de zwarte godin heerst. Voorbij die poorten bestaat geen materie, Roodkapje heeft geen kleding meer nodig en trekt ze één voor één uit. Het verbranden van de kleding in het zuiverende vuur is te zien als de onthechting van de fysieke gestalte. Dit doet denken aan de Sumerische grote Godin Innana en haar afdaling in de onderwereld waarbij ze bij elke poort een sieraad of kledingstuk moest afleggen.
In beide versies moet Roodkapje eten van het vlees van haar grootmoeder. Om de nieuwe fase van volwassenheid in te gaan moet ze de Grote Moeder tot zich nemen. Het lijkt een gruwelijke daad, maar alleen door iets van het (groot)moederschap van de vorige generatie af te nemen, kan zij zelf ooit moeder worden! De Franse versie gaat uit van een wolf in bed en dan geldt de interpretatie van de ‘fatale/foute’ man. Zij weet hem om de tuin te leiden door hem niet haar eigen pruimpje, maar die van een boom voor te schotelen.
In de Italiaanse versie is er sprake van een vrouwelijk monster. Dit is te zien als het angstaanjagende aspect van de zwarte godin. De godin laat vruchten uit de aarde geboren worden, maar ze neemt al het levende ook weer tot zich, neemt het op in haar schoot en laat het sterven. Ze kan een mooie, verleidelijke maar ook een monsterlijke, mensenetende vrouw zijn.
Door uiteindelijk zelf handelend op te treden en niet alleen maar passief alles te ondergaan, kan Roodkapje zichzelf redden. Ze laat het overbodige – in de vorm van feces – achter en zorgt voor een vervangend offer in de vorm van het geitje. Dan kan ze vluchten en vindt ze de weg terug. Ze is een zelfstandige, zelfbewuste vrouw geworden. En zij leefde nog lang en gelukkig!
Abe van der Veen
Noten:
1) De basisinterpretatie gaat uit van de overbekende versies van Perrault uit 1697 en Grimm van 1817. Later in dit stuk behandel ik alternatieve versies.
The greenwood encyclopedia of folktales and fairy tales – red. Donald Haase p.583
http://www.all-about-fairies.com/little-red-riding-hood.html
2) De Freudianen zijn het hier erg met mij eens 🙂
3) van Gilst – De eeuwige ordening p. 305 Hij noemt hier voorbeelden van uit Kormaks saga, Egils saga en de Lex ripuaria
4) – Ook Perrault zinspeelde hier al op in zijn ‘moraal van het verhaal’.
– Het Romeinse spreekwoord zegt: ‘de moeder is de oven.’ Van fornix = oven komt ook het werkwoord ‘to fornicate’.
– Doornroosje was vijftien toen ze haar prins ontmoette. De tijd tussen eerste menstruatie en het eerste geslachtsverkeer is kort in de tijd dat de sprookjes ontstonden.
5) Zoals de wolf ook de – energetische – huisjes omver blaast in het sprookje van de wolf en de drie biggetjes.
6) http://expositions.bnf.fr/contes/gros/chaperon/nivers.htm
http://rossobella.blogspot.nl/2007/09/finta-nonna.html
http://www.ruanyifeng.com/calvino/2006/10/the_false_grandmother_en.html
http://www.youtube.com/watch?v=bqHU9oh0hMA Mooie geanimeerde versie van La Finta Nonna.
Wederom bedankt Abe! 😉
Super interessant!! Ik zou echt die symboliek erin niet zo goed kunnen vinden. Misschien een paar symbolen maar echt niet zo uitgebreid O.O
ik vind jullie site ongepast voor kinderen onder de 18 jaar. mijn moeder schrok zich dood toen ze deze siteje ging openmaken. ik hoop dat ik mijn verhaaltje hiermee duidelijk heb gemaakt!
Doedels busschaufeur hendrik-jan.
Ik weet niet of je dit serieus bedoelt, maar het lijkt me duidelijk dat ik een volwassen publiek benader. Anders had ik wel andere woorden en plaatjes gebruikt..
Dank je wel voor de diepgaande interpretatie van de verschillende versies en invloeden.